Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CLXXVI. Aen een ie met 't geloof en heil'ge dingen spot, Den grond en band van 't samenleven; Wat antwóord zal men hem best géven? Vier wóorden slegts: daer is een God! Vorige Volgende