Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCVIII. ‘Ha! ha! ik wéet het al, zei doktoor Geilewael, Toen hy het huis kwam in-getréden Van madame Isabeau nu kortlings overléden; ‘Ik wéet, ik wéet het al; het is haer oude kwael; ‘Wy zullen haer alwéer iets schryven.... (Hy voelt haren pols). ‘Gy moet u biegten, hoort ge? allons, dat zal wel gaen... (Hy voelt nog eens). ‘Uw testament ook, hoort g'... haer pols staet my niet aen; ‘En zonder uitstel, hoort g'?.. het is er mé gedaen: ‘Wy konnen hier niet eeuwig blyven. Vorige Volgende