Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCIV Gy wilt geen eerlyk man meer groeten; Gy doet uw hoed nooit af, als gy my komt te ontmoeten. - De onheuschheid is een faut die 'k nimmer heb gehad: En dat verwyt kost gy wel laten; Ik groet op wandeling en straten Al de eerelyke lie'n die ik ken in de stad. Vorige Volgende