Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CVI. Myn kinders voeren meest een onbeléefde tael; Zy randen my zelfs aen met hunne bitse tongen. - 'k Geloof u wel, André, gy hebt hun ménigmael Die schoone liedjes vóor-gezongen. Vorige Volgende