Valette bespreekt Zola's kunstleer in De Banier.
Dr Francesco behandelt in De Banier Daudet.
De Amsterdammer geeft Zola's L'Attaque du moulin in vertaling.
Van Deyssel's debuut in de Gooi- en Eemlander.
Vosmaer bespreekt Keats' Hyperion in de Spectator en zegt o.m.: ‘Dat Shelley en Keats bij ons herleven is een goed teeken.’
In De Portefeuille zet men uiteen, waarom Shelley's ster rijst. Huet te Parijs geestdriftig over Shelley en Keats.
Kloos plaatst Rhodopis in het tijdschrift Nederland.
Vier sonnetten van Perk in De Nederlandsche Spectator. Vijf sonnetten van Perk in ‘Nederland’.
1881
Van Deyssel schrijft De Eer der Fransche Meesters, met pleidooi voor Zola, in De Dietsche Warande.
Perk richt zich in de Spectator tegen de ouderwetse poëzie. Paap en Kloos bestrijden Huet in De Amsterdammer over diezelfde dichtkunst. De laatste noemt Huet daarbij ‘de bewonderaar van Keats en Shelley’.
Tien sonnetten van Perk's Mathilde in de Spectator.
Perk's Iris, de navolging van Shelley's The Cloud, in De Tijdspiegel.
Negen sonnetten van Kloos In Astrea, waarbij vijf Duitse, onder invloed van Platen.
Te Leeuwarden houdt M. Valès een lezing over Zola's L'Ecole naturaliste.
Het gezelschap Flanor opgericht door de latere Nieuwe Gids'ers, nadat eerst als naam De Nieuwe Gids aan de hand is gedaan. Paap wenst een tijdschrift om het l'art pour l'artbeginsel te propageren.
Paap zegt in een artikel in de Spectator: ‘Vorm en Inhoud zijn Een.’
Kloos' In Memoriam Jacques Perk in de Spectator.
Vosmaer noemt dit in een brief: ‘voor onze richting een manifest, een canoniesch stuk, dat een datum zal stellen.’ Doorenbos verdedigt in De Amsterdammer de jongeren tegen Ten Brink als de mannen der nieuwe renaissance.
1882
Van Eeden's dramatische idylle Het Rijk der Wijzen in het tijdschrift Nederland.
Twee sonnetten van Kloos in Astrea, onder invloed van Swinburne's Poems and Ballads, naar hij in een brief aan Vosmaer verklaart.
Twee sonnetten van Kloos in de Spectator.
Drie gedichten van Verwey, door Kloos ingezonden, in de Spectator.