Liederen. Deel 3(1919)–A. van Collem– Auteursrecht onbekendOpstandige liederen Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Lente Wanneer het lente worden zal? Reeds bloeit de vlier en ritselen de gronden, De trage beken krijgen duizend monden... De lente, lente. Wanneer het lente worden zal? Aan strakke lucht een helle ster gaat loopen, De heide legt een blad van purper open,... De lente, lente... Wanneer het lente worden zal? Hoort gij den nacht? de schemering wordt klare Uit de zee-diepte rijst een blijde mare... De lente, lente... Wanneer het lente worden zal? Er is van overal gerucht vernomen, Van af de bergen is een stem gekomen... De lente, lente... [pagina 41] [p. 41] Wanneer het lente worden zal? Schermutseling wordt hoorbaar in de velden, De Dood stijgt uit, hij gaat nieuw leven melden... De lente, lente... Wanneer het lente worden zal? Wij zijn de vlier, de ritselende gronden, De trage beken met de duizend monden, De helle ster die aan de lucht ging loopen, De paarse heide die kwam lichtend open, De komers die den schemer maakten klare - Wij zijn de makers van de blijde mare - Schermutseling die opsteeg uit de velden, De Dood zijn wij en komen menschheid melden, Haar lente, lente, lente. Vorige Volgende