| |
| |
| |
Arnulf Zitelmann
door Kitty Nooy
Arnulf Zitelmann is op 9 maart 1929 geboren in het Duitse Oberhausen-Sterkrade. Hij was het vijfde kind in een domineesgezin met zes kinderen. De oorlogstijd dwong hem twaalf keer van school te wisselen. Na het gymnasium studeerde hij theologie en filosofie in Marburg en Heidelberg. Tot 1970 werkte hij eerst als dominee in Frankfurt, daarna in Messel. Het gelukkigst was hij naar eigen zeggen van 1977 tot 1992, toen hij als godsdienstleraar verbonden was aan een gymnasium in Darmstadt.
Samen met Therese Carl schreef hij een handboek voor leraren: Didaktik der Sexualerziehung (1970). In 1972 verscheen Basisbibel, waarin hij het Oude en het Nieuwe Testament onderzoekt op actuele kwesties als emancipatie en autoriteit. Zijn eerste jeugdroman Kleiner Weg, gesitueerd in de oertijd, verscheen in 1978. Naast historische jeugdromans en enkele science-fictionverhalen schreef Zitelmann biografieën voor jongeren over beroemde personen die tegen de stroom in gingen, zoals Maarten Luther, Immanuel Kant en Martin Luther King. Het is zijn droom de hele bijbel na te vertellen in de vorm van historische romans. Inmiddels verschenen onder meer Mose, der Mann aus der Wüste (1991) en Jonatan, Prinz von Israel (1999).
In 1991 ontving Zitelmann voor Hypatia de Franse ‘Lire au Collège’-prijs. Met name in Duitsland is hij veelvuldig bekroond: de Gustav-Heinemann-Friedens-Preis (voor Paule Pizolka, 1992), de Friedrich-Bödecker-Preis (1994), de Groâer Preis der Deutschen Akademie für Kinder- und Jugendliteratur (1994) en de Friedrich-Gerstäcker-Preis (voor Unterwegs nach Bigorra, 1997).
| |
| |
| |
Werk
In Duitsland behoort Zitelmann tot de belangrijkste auteurs van historische jeugdromans. Zijn belangstelling reikt van de oer- en ijstijd via de bijbelse periode en de Middeleeuwen tot het recente Duitse verleden. Bij het schrijven kiest hij voor momenten in de geschiedenis waarin zich een fundamentele verschuiving voordoet. In De schaduw van de toren beschrijft hij het ontstaan van de eerste steden in het Mesopotamië van 5 millennia geleden. Hypatia heeft de ondergang van de antieke wereld als basis, gepersonifieerd in de gruwelijke dood van de stoïcijnse filosofe Hypatia. Tot de 13e maan fictionaliseert de mogelijke ontstaansgeschiedenis van enkele grottekeningen, in de ijstijd gemaakt door de Cro-Magnonmens. Crithir gaat over de opkomst van het christendom in het Keltische Ierland omstreeks 400 na Christus.
Zitelmann schrijft over gewone mensen in hun alledaagse bestaan, vol hoop en angst. De hoofdpersonen zijn geen doorsnee helden, eerder verschoppelingen, zoals een gebochelde wees of een voormalige slaaf. Ze vallen buiten de maatschappij omdat ze anders zijn. Aanvankelijk genieten ze de bescherming van een vertrouwenspersoon, maar in de loop van het verhaal worden ze door hun groep verbannen. Qila uit Tot de 13e maan is door haar adoptiefouders gevonden bij een stam waarvan iedereen was doodgevroren. Ze is een buitenbeentje, heeft visioenen en kan uit haar lichaam treden. Dat maakt haar verdacht. Martis uit Onder kunstenmakers is te vondeling gelegd bij een klooster omdat hij een bochel heeft. Hij groeit op als schaapsjongen, de laagste in de pikorde. Alleen pater Kosmas is aardig voor hem. Op een dag redt Martis een meisje uit het moeras: de zigeunerin Linori, ook een verworpene. Hij brengt haar naar Babelin, een genezeres voor wie iedereen bang is. Als er een baby dood ter wereld komt, krijgt Babelin de schuld. De inquisiteurs noemen haar een heks en doden haar. Martis wordt het dorp uitgedreven.
Toch vinden de hoofdpersonen altijd een veilig nieuw thuis. Qila sluit zich aan bij een andere stam, maar als ze verliefd wordt en merkt dat haar genezende krachten verdwijnen, besluit ze alleen verder te trekken. Na een moeizame tocht van 13 manen (een jaar) vestigt ze zich in de Dordogne, waar ze het beeld van de Moedervrouw in een grotwand uithakt. Martis vindt Linori terug bij een groep artiesten en trekt met hen mee van stad tot stad.
De hoofdpersonen in Zitelmanns verhalen zijn adolescenten met een sterk karakter. Geduldig en met veel doorzettingsvermogen nemen ze gaandeweg hun leven in eigen hand. Zitelmann wil jongeren wijzen op de mogelijkheden die iedereen heeft, ongeacht zijn beperkingen. Geschiedenis - ook de persoonlijke - is vol- | |
| |
gens hem geen noodlot, maar een kans. Het raakt aan thema's als emancipatie, vrijheid en zelfbeschikking.
Elk boek bevat een lang nawoord met achtergrondinformatie en een plattegrond van het gebied waar het verhaal speelt. Vooraf doet de auteur gedegen onderzoek en stelt hij zich op de hoogte van de meest recente studies. Toch wint de schrijver het ruimschoots van de dominee en de leraar.
Spanning en avontuur staan voorop in de verhalen. Er is veel aandacht voor de psychologie van de hoofdpersonages: de ontwikkeling van het karakter, de verwarrende emoties waaraan ze ten prooi vallen en hun innerlijke reflectie. De meeste verhalen zijn vanuit een ik-perspectief in de tegenwoordige tijd geschreven. Dit schept betrokkenheid bij de lezers en overbrugt de afstand naar het verre verleden.
Een grote rol in de romans is weggelegd voor vrouwen. Niet alleen beschrijft Zitelmann sterke meiden- en vrouwenfiguren, ook schetste hij verschillende malen matriarchale samenlevingen, zoals in Tot de 13e maan en De schaduw van de toren. In dit laatste boek wordt een idyllisch beschreven samenleving ruw onder de voet gelopen door een patriarchale cultuur die sterke associaties oproept met de moderne westerse maatschappij. Hypatia is gewijd aan een bijzondere Griekse vrouw die het zelfbewustzijn van een hedendaagse feministe had. Ze leefde omstreeks 400 na Christus in Alexandrië en doceerde wiskunde, astronomie en filosofie aan de universiteit (het museion). Zitelmann beschrijft haar vanuit het perspectief van een fictieve persoonlijke assistent, de jonge schrijver Thonis.
Het geloof speelt in de boeken van Zitelmann een belangrijke rol. Verscheidene malen schreef hij over goden uit voorbijbelse perioden. In Crithir en Hypatia ligt het zwaartepunt bij de opkomst van het christendom, ten koste van respectievelijk het Keltische of antieke gedachtegoed. Een middeleeuws klooster vormt het decor in Onder kunstenmakers. Zitelmann plaatst kanttekeningen bij de katholieke kerk uit die tijd via het personage pater Kosmas, een vrijdenker. Zo kan hij een modern ideeëngoed schetsen dat de huidige lezers meer zal aanspreken dan het starre christelijke geloof van destijds. De ‘broeders en zusters van de Vrije Geest’ geloven in vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, niet in duivels, zonde of de hel.
Zitelmanns boeken bevatten veelvuldig verwijzingen naar de bijbel of oude sagen en mythen. Dim, de hoofdpersoon in De schaduw van de toren, is mank aan zijn heup, net als Jacob in het Oude Testament. Dims broer Enank heeft een litteken op zijn voorhoofd zoals Kaïn. Hij behoort tot het rietvolk, maar raakt gefascineerd door de bouw van de tem- | |
| |
peltoren. Daarin is de Enkidu-mythe uit het Gilgamesj-epos te herkennen. Enkidu ontwikkelde zich ook van wilde tot cultuurmens.
| |
Crithir
Als Crithir op het slagveld per ongeluk zijn vader, de koning, doodt, jaagt het volk hem weg. Op sterven na dood vindt hij onderdak bij een smid in de binnenlanden en wordt verliefd op diens dochter Ronait. Na een lange zoektocht voegt ook Crithirs beste vriend, Oengus, zich bij hen. Het drietal ontdekt dat de dood van de koning een samenzwering was van Crithirs oom om zelf de troon te kunnen bestijgen. Als Crithir zijn oom om opheldering vraagt, gooit deze een speer. Ronait werpt zich ervoor en sterft. Daarop trekt Crithir zich als een kluizenaar terug en zijn leven wordt een legende.
Crithir is een verhaal over verraad, maar ook over vriendschap, trouw en heldenmoed. Daarnaast speelt het geloof een rol. De verteller is Thomas, een van de eerste monniken die het christendom op het Ierse eiland brengen. Hij had gedacht dat de bewoners allemaal ruwe, onontwikkelde heidenen waren, maar na de ontmoeting met de drie tieners moet hij dit vooroordeel flink bijstellen.
| |
Waardering
Zitelmann vindt in België een groot pleitbezorger van zijn werk in Jos Martens. Volgens deze recensent steken Zitelmanns boeken ‘met kop en schouders uit boven de
Omslagillustratie: Jan Wesseling
doorsneeproduktie. Wij hebben hier ontegensprekelijk te maken met een grootmeester in het genre, de Duitse evenknie van Rosemary Sutcliff! Vooral Crithir is een briljant geschreven en zeer “volwassen” jeugdroman’. In Tot de 13e maan trof Martens de diepgang van de karaktertekening. Hypatia noemt hij zelfs ‘magistraal’ (Jeugdboekengidsen 1990 en 1991). Zitelmanns kennis van flora en fauna is volgens Martens verbluffend, zijn taalgebruik eenvoudig en helder, de stijl licht episch gedragen, zonder archaïsch aan te doen. Hij ziet in de boeken geen pedant uit- | |
| |
stallen van weetjes, nee, hij stelt juist dat de auteur op dit punt veel te terughoudend is (Werkblad voor Nederlandse didactiek).
Nederlandse recensenten daarentegen uiten zich juist kritisch over de hoeveelheid historische feiten. Agnes Amelink vindt dat Onder kunstenmakers zo propvol geschiedenis zit dat het boek iets weg heeft van een worst. ‘Gelukkig wel een worst die vlot weghapt.’ Herman Verschuren ervaart de toon van De schaduw van de toren als ‘nogal onnatuurlijk’, doordat zo veel zaken uitgelegd worden die met het verhaal nauwelijks verband houden. Toch is zijn eindoordeel dat het verhaal sterk genoeg is en meer dan een aangeklede geschiedenisles.
Eenzelfde ambivalentie valt aan te treffen in andere kritieken. Volgens Ruud Kamphoven hangt Onder kunstenmakers van toevalstreffers aan elkaar. Crithir bevat volgens Els de Jong te veel geweld. Victor Frederik heeft vooral moeite met Hypatia: het verhaal emotioneert niet, de schrijfslaaf Thonis komt nergens tot leven en de verliefdheid is in zijn ogen ‘krukkig’ beschreven. Maar allemaal trekken ze de conclusie dat de spanning in de boeken veel goedmaakt.
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde jeugdboeken
|
Kleiner Weg. Abenteuerroman aus der Frühzeit (1978), Nach dem Groâen Glitsch. Abenteuerroman aus der Zukunft (1981), Paule Pizolka oder Eine Flucht durch Deutschland (1991), Mose, der Mann aus der Wüste (1991), Abram und Sarai (1993), Unterwegs nach Bigorra. Abenteuerroman aus der Frankenzeit (1994), Kein Ort für Engel. Die Geschichte des Amos Filip. Schulroman aus der Gegenwart (1998), Jonatan, Prinz von Israel (1999), Alicia oder Der Zorn der Artemis. Abenteuerroman aus der Antike (2005). |
Jeugdboeken
|
Unter Gauklern (1980): Onder kunstenmakers. Vertaald door Rika Vliek. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1992. |
Der Turmbau zu Kullab (1982): De schaduw van de toren. Vertaald door Leo Tunderman. Amsterdam, Willem J. Wildeboer, 1984. |
Jenseits von Aran (1984): Crithir. Vertaald door Henk Hokke. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1991. |
Bis zum 13. Mond (1986): Tot de 13e maan. Vertaald door Jant van der Weg-Laverman. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1991. |
Hypatia (1988): Hypatia. Vertaald door Carlien Brouwer. Amsterdam, Hans Elzenga, 1989. |
Over Arnulf Zitelmann
|
Herman Verschuren, En nu lezen. In: En nu over jeugdliteratuur, 1985, nr. 3, blz. 113. |
Jos Martens, Jeugdliteratuur: Arnulf Zitelmann: De schaduw van de toren. In: Werkblad voor Nederlandse didactiek, jaargang 16 (1988), nr. 2, blz. 95-104. |
Kristin Holighaus, Autorenporträt. In: Fundevogel, jaargang 57 (1988), blz. 5-6. |
| |
| |
Arnulf Zitelmann, Geschichte wird von unten gemacht. In: Bulletin Jugend und Literatur, jaargang 20 (1989), nr. 4, blz. 5-6. (interview) |
Victor Frederik, Filosofie in verhaalvorm. In: Utrechts Nieuwsblad, 3-3-1990. |
Jos Martens, Als de goden sterven. In: Jeugdboekengids, jaargang 32 (1990), nr. 7, blz. 224-226. |
Lieke van Duin, Jeugdige sjamanen uit de oertijd. In: Trouw, 22-5-1991. |
Jos Martens, De ‘kleine man’ in de marge van de grote geschiedenis. In: Jeugdboekengids, jaargang 33 (1991), nr. 8, blz. 249-250. |
Els de Jong-van Gurp, Crithir. In: Nederlands Dagblad, 18-11-1991. |
Agnes Amelink, Met een loopoog in de toekomst zien. In: Trouw, 29-7-1999. |
Hans ten Doornkaat, Hoffnungen sind realer als die Realität. In: Jugendliteratur, 1993, nr. 2, blz. 17-21. (interview) |
Ruud Kamphoven, ‘Luizeleven’ was een hard leven. In: Brabants Nieuwsblad, 28-9-1993. |
Hans-Georg Noack, Arnulf Zitelmann. In: Kinder- und Jugendliteratur: ein Lexikon, juli 1995, blz. 1-4. (met bibliografie). |
Philipp Wegenast, Auf dem Weg in freiere, gerechtere Welt. In: Eselsohr, 1997, nr. 7, blz. 6-8. (laudatio) |
68 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2005
|
|