1987 met de roman Vogelvrije vrienden. Uit dit boek blijkt al meteen dat Wanders een schrijver is met een opdracht: de wereld vertellen hoe onrecht er uitziet. Wanders ziet zich als de spreekbuis van de onderdrukte en vervolgde bevolking in dictatoriale landen. Door zijn voormalige werk als correspondent weet de schrijver als geen ander waarover hij het heeft.
Naar aanleiding van Wanders' verblijf in Uganda, toen er een einde kwam aan het bewind van dictator Idi Amin, is Spoorloos verdwenen (1989) ontstaan. Zijn derde roman, Stille getuigen (1992), grijpt net als Vogelvrije vrienden terug op zijn verblijf in Midden-Amerika. De romans zijn alle drie gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen, die in verhevigde vorm gepresenteerd worden.
De opdracht van Wanders bepaalt de vorm en inhoud van zijn romans. Elk verhaal fungeert als kapstok waaraan Wanders zijn achtergrondinformatie over de erbarmelijke maatschappelijke verhoudingen in de dictatoriale landen kwijt kan. Op deze manier maakt hij een gegeven dat bijna dagelijks op tv te zien is (ergens in een ver land worden mensen gemarteld en vermoord) heel dichtbij. Wanders belicht bovendien niet alleen de schaduwzijde van terreur, maar ook de solidariteit, de vriendschap en de gastvrijheid die er nog wel degelijk zijn. Hij vertelt rechttoe rechtaan, zonder valse pathos. Door middel van korte, bijtende zinnen maakt Wanders invoelbaar hoe uitzichtloos en beklemmend het leven in een land is waar het leger, de kerk en de rijken corrupt zijn.