Gulliver's Travels
Gulliver's Travels (Gullivers reizen) bestaat uit vier boeken. In het eerste boek wordt de Engelse politiek in Swift's tijd gehekeld, in het tweede boek de staatkunde in ruimere zin, in het derde boek de wetenschappelijke hoogmoed en in het vierde boek de mens zelf. Verteller is de Engelse scheepsarts Lemuel Gulliver, die door schipbreuk en piraterij in vreemde landen terechtkomt.
In het eerste boek belandt Gulliver op het eiland Lilliput, waar alles twaalf maal zo klein is als in zijn eigen wereld. Dit eerste boek bevat de meeste verwijzingen naar toenmalige politieke situaties. Het gekibbel van de Lilliputters bijvoorbeeld, is het gekibbel van de kleinzielige Londense politici tijdens de regering van koningin Anne.
In het tweede boek wordt Gulliver achtergelaten in Brobdingnag, het land van de reuzen. Als hij de koning trots vertelt over het dagelijks leven, de staatsinrichting en de wetenschap in Europa, is het oordeel van de koning hierover vernietigend. In dit boek wordt de grootheid van een ideale samenleving geplaatst tegenover de nietigheid van de bestaande maatschappij.
In het derde boek, dat minder hecht van structuur is, maakt Gulliver verschillende reizen, onder andere naar het vliegende eiland Laputa en naar Balnibarbi, een eiland dat afhankelijk is van Laputa en waarvan men mag aannemen dat het Ierland voorstelt. In dit boek richt de satire zich hoofdzakelijk tegen geleerden en plannenmakers, die bijvoorbeeld zonneschijn willen destilleren uit komkommers, een project dat nogal wordt bemoeilijkt door de hoge komkommerprijs.
In het vierde boek moet de mens het zelf ontgelden. Daarin beschrijft Gulliver z'n reis naar het land van de Houyhnhnms en de Yahoos. De Houyhnhnms zijn paarden die een hoge trap van zedelijke ontwikkeling hebben bereikt. De Yahoos, hun slaven, zijn vervuilde apen zonder moraal of beschaving, in wie Gulliver tot zijn ontzetting de mens herkent, maar zonder hun verstandelijke vermogens.
Swift past in Gulliver's Travels twee satirische procédés toe. In het eerste en het derde boek zet hij een slechte en verwerpelijke situatie af tegen de Engelse, die als ideaal wordt voorgesteld; in het tweede en vierde boek wordt Gulliver gedwongen de Engelse samenleving te verdedigen tegenover de heilstaat van Brobdingnag en