| |
| |
| |
Rosemary Sutcliff
door H. Kars
Rosemary Sutcliff werd op 14 december 1920 in West Clanden, Surrey, Engeland, geboren. Omdat haar vader zeeofficier was reisde ze veel, onder andere naar Malta. De familie vestigde zich in Noord-Devon. Door ziekte kreeg Rosemary Sutcliff tot haar negende jaar thuis les. Ze volgde de Bideford School of Art en werd miniatuurschilderes; ze was lid van de Royal Society of Minature Painters.
Vanaf haar vijfentwintigste wijdde ze zich uitsluitend aan schrijven. In 1959 ontving ze de Carnegie Medal voor de Lantern Bearers, in 1962 de New York Herald Tribune Award voor Dawn Wind, in 1971 een Zilveren Griffel voor De roemruchte daden van Robin Hood en de Lewis Carrol Shelf Award voor The Witch's brat, in 1972 de OBE voor haar verdienste voor de jeugdliteratuur (dit is Order of the British Empire, een koninklijke onderscheiding, sinds de eerste uitreiking in 1917 zelden aan een jeugdboekenauteur toegekend), en in 1978 The Other Award voor Song for a dark Queen.
| |
Werk
In haar boeken wil zij de continuïteit van de geschiedenis aantonen, bij kinderen begrip kweken dat mensen van vroeger en nu niet wezenlijk verschillen. Steeds terugkerende thema's zijn licht en donker (vrijheid, vriendschap en land tegenover oorlog, eenzaamheid, geen ‘thuis’), innerlijke tweestrijd, de ‘rite de passage’ en groei naar volwassenheid.
Vanaf haar tweede jaar was Rosemary Sutcliff door een gewrichtsaandoening aan huis gebonden. Haar moeder las veel voor, onder andere Beowulf, de Griekse en Romeinse mythen en Kipling, die haar sterk beïnvloedde. Zo groeide haar historische belangstelling. Ze baseert haar boeken op grondige voorstudie: pas na twee maanden documentatie volgen opzet en uitwerking, die zo'n acht maanden vergen. Details zoals kleding, liederen, godsdienstige rituelen en magie zijn knap verweven en bepalen de sfeer van de beschreven perio- | |
| |
de. Haar uit eigen ervaring voortkomende begrip voor kinderen met een handicap spreekt onder andere uit Om het rood van de krijger, De adelaar van het Negende.
Zij schreef weinig voor volwassenen. Omdat haar onderwerpen en stijl veel begrip en kennis vragen, zijn de meeste boeken gericht op belezen jeugd. Zij schrijft van binnenuit, de lezer kan zich identificeren met haar personen. Het tijdsbestek dat haar oeuvre omvat beslaat ruwweg de bronstijd/ijzertijd (respectievelijk Om het rood van de krijger, De krijgsgevangene en Zonnepaard, maanpaard) tot en met de Normandische invasie in 1066: De ridderslag, Een muur van schilden. De vorming van het huidige Engeland, de veranderende identiteit door de versmelting van oude en nieuwe bevolkingsgroepen en culturen tegen de constante achtergrond van het Engelse landschap en het zich steeds manifesteren van het Donkere Volkje door de eeuwen heen spelen in alle boeken door.
Aanvankelijk was haar toon tamelijk vlak, maar na Simon (het enige boek dat in de Engelse burgeroorlog speelt) wordt haar woordkeus beeldender, krachtiger. De oudheid is de achtergrond voor De spelen van Olympia, waarin ondanks de politieke en sportieve tegenstelling een subtiele vriendschap ontstaat tussen een Atheense en een Spartaanse jongen.
Vooral met de Romeins-Britse boeken vestigt zij haar naam: De adelaar van het Negende, De zilveren tak, De lantarendragers, Outcast en Een krans van eikebladeren. De eerste drie boeken vormen een soort trilogie over de Romeinse bezetting vanaf 125 v. Chr. tot de terugtrekking van de laatste troepen naar Rome rond 449 n. Chr. De hoofdfiguur uit De lantarendragers, Aquila, blijft als deserteur in Engeland achter. Zoals in meer van haar boeken vormt een symbool de schakel tussen diverse tijdperken: de zegelring van Aquila is afkomstig van Marcus, zijn voorvader uit De adelaar van het Negende.
De raamvertelling Drie zangen voor een Koningin geeft het ooggetuigeverslag van de minstreel van de Britse koningin Boucicca, die haar matriarchaal geregeerde volk de Inceniërs in een bloedige wraak tegen de Romeinen aanvoert tot de Romeinen hen in ca. 60 n. Chr. verslaan.
Enigszins apart staat het in de 2e eeuw n. Chr. spelende Een koning voor de Dalriaden/Het koningsteken, dat de groei beschrijft van een jonge Romeinse gladiator die zich volledig identificeert met de verdwenen troonopvolger van de Dalriaden (een Pictengroepering), wiens plaats hij tijdelijk inneemt.
Ochtendwind is in de 6e eeuw gesitueerd rond de laatste slag tussen Britten en Saksen. De roemruchte daden van Robin Hood, Marc de verschoppeling en Op weg naar de regenboog zijn in de Middeleeuwen geplaatst. Sagen en legenden vormen de bronnen voor De sagen van
| |
| |
Illustratie van Charles Keeping uit De zilveren tak
Finn Mac Cool (een Ierse legendarische held in de 3e eeuw n. Chr.), Helden en Monsters (Beowulf en verhalen uit de Ierse Cuchulainsagen), Zwaard des Konings (het leven van Koning Arthur, 5e en 6e eeuw) en Schild en Kruis (de ridders van de Ronde Tafel op zoek naar de Heilige Graal).
| |
Bibliografie
Werk voor volwassenen
|
Lady in waiting (1956), Rider on the white horse (1959), Monography on Kipling (1960), Sword at sunset (1963): Zwaard des konings (1968). |
Niet in het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
The Queen Elizabeth Story (1950), The Armourers House (1951), Simon (1953), Outcast (1955), Houses and history (1960), Heroes and history (1965), A Saxon settler (1965), Tristan and Iseult (1971), Heather, ook and olive (1972), The capricorn bracelet (1973), Blood feud (1976), Shifting sands (1977), Frontier wolf (1980), Eagle's egg (1981), The swords and the circle (1981). |
Vertaalde kinderboeken
|
The chronicles of Robin Hood (1950): De roemruchte daden van Robin Hood. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Dick de Wilde. 's-Gravenhage, Leopold, 1970. |
Brother Dusty Feet (1952): Op weg naar de regenboog. Vertaald door Tine Leiker-Kooijmans. Met illustraties van C. Walter Hodges. Rotterdam, Christofoor, 1982. |
The eagle of the Ninth (1954): De adelaar van het Negende. Vertaald door Miep Diekmann. Met illustraties van C. Walter Hodges. 's-Gravenhage, Leopold, 1965. (Herdruk 1982.) |
The shield ring (1956): Een muur van schilden. Vertaald door Tine Leiker-Kooijmans. Met illustraties van Dick de Wilde. 's-Gravenhage, Leopold, 1975. |
The silver branch (1957): De zilveren tak. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Charles Keeping. 's-Gravenhage, Leopold, 1966. |
Warrior scarlet (1958): Om het rood van de krijger. Vertaald door P. Telder. Met illustraties van J. Vegter. Amsterdam, Ploegsma, 1963. (2e druk, Den Haag, Leopold, 1972; 3e druk, Rotterdam, Christofoor, 1982.) |
The lanternbearers (1959): De lantarendragers. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Dick de Wilde. 's-Gravenhage, Leopold, 1972. |
Knight's Fee (1960): De ridderslag. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Dick de Wilde. 's-Gravenhage, Leopold, 1973. |
Beowulf (1961) / Dragon Slayer (1962): In: Helden en monsters. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Tonke Dragt. 's-Gra- |
| |
| |
venhage, Leopold, 1975. |
Dawn wind (1961): Ochtendwind. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Charles Keeping. 's-Gravenhage, Leopold, 1966. (2e druk, Rotterdam, Christofoor, 1980). |
The hound of Ulster (1963): In: Helden en monsters. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Tonke Dragt. 's-Gravenhage, Leopold, 1975. |
The mark of the Horse Lord (1965): Een koning voor de Dalriaden. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Charles Keeping. 's-Gravenhage, Leopold, 1969. Opnieuw uitgegeven onder de titel: Het koningsteken. Rotterdam, Christofoor, 1981. |
The Chief's daughter (1967): De krijgsgevangene. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Victor Ambrus. 's-Gravenhage, Leopold, 1970 / De krijgsgevangene. Met illustraties van Ch. Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1979. |
The high deeds of Finn Mac Cool (1967): De sagen van Finn Mac Cool. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Tonke Dragt. 's-Gravenhage, Leopold, 1971. |
A circlet of oak leaves (1968): Een krans van eikebladeren. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Victor Ambrus. 's-Gravenhage, Leopold, 1971. |
The witch's brat (1970): Marc, de verschoppeling. Vertaald door Charlotte van Gelder. Met illustraties van Robert Micklewright. Rotterdam, Christofoor, 1978. |
The truce of the games (1971): De spelen van Olympia. Vertaald door Ruth Wolf. Met illustraties van Victor Ambrus. 's-Gravenhage, Leopold, 1972 / De spelen van Olympia. Met illustraties van Ch. Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1976. |
The changeling (1974): Het wisselkind. In: Spectrum Verhalenboek voor de jeugd. Samengesteld door Wim Hora Adama. Utrecht, Spectrum 1976. |
Sun Horse, Moon Horse (1977): Zonnepaard, maanpaard. Vertaald door Yge Foppema. Rotterdam, Christofoor, 1980. |
Song for a dark queen (1978): Drie zangen voor een koningin. Vertaald door Tine Leiker-Kooijmans. Met illustraties van Dick de Wilde. 's-Gravenhage, Leopold, 1979. |
The light beyond the forest (1979): Schild en kruis. Vertaald door Tine Leiker-Kooijmans. Met illustraties van Dick de Wilde. 's-Gravenhage, Leopold, 1981. |
Keuze uit literatuur over Rosemary en haar werk
|
M. Meek, Rosemary Sutcliff. London, 1962. |
Sh. Egoff, G.T. Stubbs en L.F. Ashley, Only connect. Toronto, 1969, blz. 244-256. |
J. Rowe Townsend, A sense of story. London, 1971, blz. 193-204. |
J. Rowe Townsend, Written for children. London, 1971, blz. 118-121. |
J. Wintle en E. Fisher, The pied pipers. New York, 1974, blz. 182-191. |
Children's literature Review, jaargang 1, Detroit, 1976, blz. 182-192. |
H. Kars-ten Cate, Rosemary Sutcliff. NBLC-Monografieën, serie k, nr. 4, 2e herziene druk, Den Haag, 1978. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 4 (1980), nr. 11. |
R. Sutcliff, Blue remembered hills. London, 1982. |
1 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1983
|
|