verzet (tegen de Denen). Ook in zijn novellen treft men verspreide gedichten aan. Het bekendst misschien is het kerstgedicht ‘Knecht Ruprecht’ in de novelle Unter dem Tannenbaum (1862).
Zijn sprookjes schreef Storm naar eigen zeggen ten dele als reactie op de onaangename politieke werkelijkheid in Husum, een vlucht uit de realiteit dus. Dat geldt bijvoorbeeld voor het bekende verhaal van het jongetje dat in z'n bed het huis uit rijdt, de hemel invliegt met hulp van de maan, maar omdat hij steeds méér wil uiteindelijk in zee terecht komt, ‘Der kleine Häwelmann’ (1849). Moraal: in matiging ligt de sleutel tot het geluk.
In veel verhalen komen sprookjesachtige motieven voor, onder andere in ‘Die Regentrude’ (1864), ‘Bulemanns Haus’ (1864) en ‘Der Spiegel des Cyprianus’ (1865), in 1866 in boekvorm gepubliceerd met als titel Drei Märchen. In 1873 verscheen een tweede druk van Storms sprookjes onder de titel Geschichten aus der Tonne.
De ongeveer vijftig novellen van Theodor Storm zijn veelal klassieke vertegenwoordigers van het genre. Bij voorkeur koos Storm hier de vorm van de raamvertelling. Lange tijd waren zijn novellen een vast bestanddeel van vrijwel elke Duitse bloemlezing.
Storms populariteit is lange tijd zeer groot geweest, ook als auteur voor de jeugd. Pole Poppenspäler gold onder invloed van de ‘Jugendschriftenbewegung’ vele jaren als hét voorbeeld van een goed jeugdboek en werd rond de eeuwwisseling in tienduizenden goedkope exemplaren verspreid. Theodor Storm was als schrijver zowel voor progressieven als voor conservatieven acceptabel: hij gaat in op maatschappelijke misstanden, maar wordt nooit radicaal, probeert steeds te verzoenen. In de Hitlertijd reageerde men dan ook overeenkomstig: enerzijds vond men zijn werk te weinig ‘volks’, anderzijds werd bijvoorbeeld Der Schimmelreiter (1888), zijn laatste novelle over de dijkgraaf Hauke Haien, zeer gewaardeerd.
Pas na 1960 nam Storms populariteit wat af. Desondanks blijven enkele novellen tot op de dag van vandaag horen tot het standaardrepertoire van de Duitse literatuur. Met name geldt dit voor Der Schimmelreiter, in iets mindere mate voor Pole Poppenspäler en Immensee. Veel Nederlandse middelbare scholieren komen in de Duitse les met deze verhalen of met fragmenten eruit in aanraking.