aanwezige verteller becommentarieert het gebeuren. In haar eerste boek Laurientje is dit het duidelijkst het geval. Laurientje houdt erg veel van haar grote broer Marien. Maar Mariens gedrag is vaak in opspraak. Dan komt de verteller ertussen om dat voor de lezer te vergoelijken: ‘Om te beginnen had Marien niet zo'n idee van fatsoen als Laurientje. Marien dacht anders over die dingen. Zie je, voor hem was een deftig mens niets bijzonders; daar kon hij om lachen. Wat Marien graag had, dat waren handige, sterke mensen. Daarom was een “kermisjong” niet te min voor hem.’ (blz. 111)
Uit dit voorbeeld blijkt meteen, dat de wijsheid die volgens Daalder uit haar werk spreekt, gelegen is in de tolerantie ten aanzien van personen die anders denken en doen dan de burgermoraal voorschrijft. Die tolerantie spreekt uit al haar verhalen en is uitzonderlijk voor jeugdboeken uit die tijd.
Haar meeste verhalen zijn uitgegeven bij de geestverwante uitgever Carolus Verhulst, Servire, Den Haag. Haar verhalen voor oudere meisjes waren minder populair dan veel bakvisromans uit haar tijd, die werden gekenmerkt door burgerlijke tevredenheid, pret en erotiek zonder enige diepte. Mevr. Selleger-Elout wilde meer zuiverheid en diepte. ‘Centraal werd het probleem, gezuiverd de erotiek, innerlijke en uiterlijke strijd werden uitgebeeld naar waarheid, geloof zonder een spoor van femelarij en bigoterie bleef gehandhaafd’, aldus Daalder. Haar meisjesromans zijn nu vergeten. Lijsje Lorresnor zal het langst haar herinnering levend houden.