| |
| |
| |
Hans Peterson
door Noortje Geertsma-van Gijs
Hans Peterson werd op 26 oktober 1922 geboren te Väring, Västergötland, Zweden. Hij groeide op in een eenvoudig milieu en was tot zijn veertiende enig kind. Op school leerde hij moeilijk. Ook sukkelde hij altijd met een zwakke gezondheid. Na zijn schooltijd werkte hij enkele jaren als elektricien. Op 22-jarige leeftijd deed hij mee aan een kinderboekenwedstrijd van uitgeverij Rabén & Sjögren. Hij won de tweede prijs (1000 kronen) met Stina och Lars på vandring. Hij besloot zijn werk als elektricien op te geven om zich helemaal aan het schrijven te wijden. De eerste tien jaar van zijn schrijverschap waren financieel erg onzeker. Nu is hij een succesvol en populair auteur. Naast het schrijven van boeken houdt hij lezingen over de taalontwikkeling van het kind. Tevens geeft hij door middel van spreekbeurten en artikelen uiting aan zijn ongerustheid over de positie van het kind in de samenleving; volgens hem worden de kinderen in Zweden steeds meer aan hun lot overgelaten. Hans Peterson is vele malen onderscheiden voor zijn werk; onder andere in 1958 met de Nils Holgerssonplakette en de Deutsche Jugendbuchpreis en in 1971 met de Astrid Lindgrenprijs. Zijn boeken zijn in twintig talen vertaald. Hans Peterson woont in Göteborg, is getrouwd met fotografe Anne Marie Peterson en heeft twee kinderen.
| |
Werk
Hans Peterson is een zeer produktief schrijver; sinds zijn debuut in 1945 verschenen meer dan honderd titels van zijn hand, waarvan ruim negentig kinder- en jeugdboeken. Verschillende kinderboeken kwamen voort uit eerder geschreven televisieseries. Hoewel zijn debuut- | |
| |
boek een kinderboek was, schreef hij de eerste tien jaar vooral voor volwassenen en beschouwde hij het schrijven voor kinderen als bijzaak. Zijn kinderboeken werden aanvankelijk matig ontvangen. Dit veranderde vanaf het eerste boek in de vijfdelige Matthias-serie, Matthias en het eekhoorntje. Waar zijn eerdere kinderboeken alleen de uiterlijke belevenissen van de hoofdpersoon beschreven, sprak uit dit boek inlevingsvermogen in en warmte voor de hoofdpersoon. Matthias is een jongetje in de grote stad Göteborg, dat zich vaak alleen voelt. Hij sluit vriendschap met de 17-jarige Martin, die hem in bescherming neemt, wat zijn gevoel van verlatenheid echter niet volledig kan wegnemen. In de loop van de vijf verhalen leert Matthias zijn gevoel van eenzaamheid te accepteren. Dit onderwerp is ook in veel van Hans Petersons latere boeken het hoofdthema. Ook geeft hij in zijn boeken uiting aan zijn kritiek op de Zweedse samenleving, die hij steeds meer ziet verkillen, en komt hij op voor de onderdrukten. Volgens hem zijn er in Zweden nog maar weinig ouders die tijd voor hun kinderen hebben, waardoor ze hun kinderen geen echt thuis kunnen geven.
Hans Peterson heeft een eenvoudige, ingehouden schrijfstijl, zonder opsmuk. Hij slaagt er doorgaans goed in zich in te leven in de situatie van zijn hoofdpersonen: hoe het is om je in je eentje in de grote stad te redden (Matthias-serie), hoe het moet voelen om als pleegkind machteloos tegenover de wet te staan (Jacht op Janne) of als je moet verhuizen van een vertrouwd dorpje naar een grote, onbekende stad (Pelle Jansson-boeken). Naar zijn eigen zeggen gaan de boeken niet over zijn eigen jeugd. ‘Door mijn slechte geheugen ben ik alles uit mijn jeugd vergeten. De personen waar ik over schrijf ben ikzelf zoals ik nu ben: voor de ene helft volwassen, voor de andere helft nog kind. Maar de personen in mijn boeken zijn wel veel hulpelozer dan ik. ‘Aanvankelijk schreef Hans Peterson alleen over kinderen in het hedendaagse Zweden, maar halverwege de jaren zeventig verlegde hij zijn aandacht wat naar vroegere tijden. De vijfdelige Simon-serie bijvoorbeeld speelt zich af rond 1918 met de crisis op de achtergrond. In deze boeken gaat hij eveneens in op de onrechtvaardige behandeling van de zwaksten. Tegenwoordig verdiept hij zich in de geschiedenis van Europa en verwerkt deze kennis, met hulp van een archeoloog, in zijn boeken. Ook het ongewone boek Svenne Jägare (Svenne, de jager) heeft een didactische inslag: door een betovering kan een 13-jarige jongen uit het stenen tijdperk niet meer groeien en maakt hij zo tachtig eeuwen lang de ontwikkelingen in Europa mee.
In zijn boeken wil Hans Peterson kinderen een persoonlijke bescher- | |
| |
ming geven als tegenwicht voor alle moeilijkheden die ze in werkelijkheid tegenkomen. ‘Een schrijver is een soort dominee die getuigt van zijn geloof in de mens en zijn waarde en mogelijkheden. Waarom is hij anders een schrijver? Met name een kinderboek moet troost in zich hebben, opbouwend zijn en warmte geven.’ Hans Petersons behoefte een ‘dominee’ te zijn komt vooral in zijn jeugdromans naar voren door een licht prekerige toon. De hoofpersonen in deze boeken krijgen, na analyserend gewroet, meestal buitengewoon scherp inzicht in zichzelf, wat soms gekunsteld overkomt.
Tussen het schrijven voor volwassenen en het schrijven voor kinderen maakt Hans Peterson wel onderscheid; het verhaal Den sista dagen (de laatste dag) schreef hij zowel in een versie voor volwassenen als voor kinderen. In de ‘volwassen’ versie eindigt het verhaal met de zelfmoord van de hoofdpersoon, in het kinderboek lijkt de toekomst van de hoofdpersoon perspectief te hebben.
Samen met zijn vrouw, fotografe Anne Marie Peterson, heeft hij diverse prentenboeken, onder andere voor visueel gehandicapten gemaakt. Zowel voor volwassenen als voor kinderen schrijft hij ‘makkelijk lezen’-boeken. ‘Ook eenvoudige taal kan vol expressie zijn,’ zo meent hij. Hij schreef ook enkele toneelstukken voor volwassenen.
| |
Jacht op Janne
Janne woont bijna zijn hele leven al bij zijn pleegouders, vader en moeder Eriksson, in het dorpje Kyrkhult. Als hij ongeveer tien jaar oud is wil zijn echte moeder in Göteborg, die nog nooit officiële toestemming tot adoptie heeft gegeven, hem terughebben. Janne wil bij zijn pleegouders blijven en verzet zich tot het uiterste. Zijn pleegouders staan machteloos, vanwege hun zwakke rechtspositie. Jannes moeder heeft het recht aan haar kant en op een dag halen politieagenten Janne van school en moet hij naar Göteborg. Al gauw weet hij weer naar zijn pleegouders terug te komen, maar hij kan
Illustratie van Rolf Emne uit Jacht op Janne
| |
| |
zich in Kyrkhult niet meer veilig voelen. Hij vlucht het bos in en houdt zich daar bijna twee weken schuil. Zoekacties lopen op niets uit. Dan besluit zijn moeder geen recht meer op hem te laten gelden. Zijn zusje Monika en vriendje Olle vinden hem ten slotte, uitgeput en uitgehongerd. Na een weekje in het ziekenhuis begint het normale leven weer. Maar voor Janne wordt het nooit meer zoals vroeger. Hij is teleurgesteld in zijn pleegouders, die hem niet konden helpen bij zijn vlucht en ondanks alles heeft hij medelijden met zijn eigen moeder.
In dit boek komt Hans Peterson duidelijk in opstand tegen de machteloosheid van kinderen. De dreiging die Janne ervaart wordt beklemmend beschreven.
| |
Pelle Jansson, een geluksvogel
Pelle is verhuisd van een klein dorpje in het noorden van Zweden naar de grote stad Göteborg, waar zijn beide ouders werk hebben gevonden. Hij mist de natuur en de mensen uit zijn dorp. Op de nieuwe school wordt hij erg geplaagd met zijn noordelijke accent. Thuis is het ook niet al te gezellig: zijn ouders zijn weinig thuis en als ze er wel zijn maken ze ruzie. Maar Pelle heeft een manier gevonden om te overleven: hij houdt zichzelf voor dat hij een geluksvolgel is met wie het allemaal in orde komt. En er gebeuren inderdaad ook leuke dingen in zijn leven. Zo sluit hij bijvoorbeeld vriendschap met de veel oudere Janne met zijn bromfiets. Maar wanneer Janne Pelle meeneemt naar een inbraakje en Janne door de politie betrapt wordt, is het uit met de vriendschap. Op school raakt Pelle bevriend met Anna. Hij gaat soms met haar mee naar huis, waar de sfeer heel anders is dan hij gewend is, namelijk warm en gezellig. In de loop van het verhaal krijgt Pelle beter contact met zijn vader, die ook heimwee blijkt te hebben.
Ondanks Pelle's moeilijke leventje is Pelle Jansson, een geluksvogel geen ‘kommer-en-kwel’-verhaal, maar geeft het een levensecht en soms humoristisch beeld van een jongetje dat het leven in de grote stad ontdekt. Er zijn nog twee vervolgdelen over Pelle Jansson; deze zijn niet in het Nederlands vertaald, maar wel in het Fries.
| |
Waardering
De Zweedse critici hebben vooral waardering voor Hans Petersons inlevingsvermogen in kinderen en solidariteit met zijn hoofdpersonen. Slechts een klein gedeelte van zijn totale oeuvre verscheen in het Nederlands, waarvan in de laatste twintig jaar niet meer dan twee boeken. In het Fries zijn de laatste jaren wel enkele boeken vertaald. De in het Nederlands en het Fries uitgekomen boeken werden goed ontvangen.
| |
| |
| |
Bibliografie
Keuze uit niet in het Nederlands vertaalde boeken voor volwassenen
|
Bröderna (1947), Älskarinnan (1959), Berättelsen om Elin (1973), Någon måste vara Nora (1981). |
Keuze uit niet in het Nederlands vertaalde kinder- en jeugdboeken
|
Stina och Lars på vandring (1945), Liselott och Garaffen (1962), Jag vill inte, sa Sara (1968), Min pappa är läkare (1970), Dagen när allting hände (1973), De fyra hemlösa (1977), Svenne Jägare (1981) Den sista dagen (1981), Den natten i Paris (1985), Jon rider mot söder (1987). |
In het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
Stina och Lars i fjällen (1955): Stina en Lars in de bergen. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Eva Laurell. Amsterdam. Meulenhoff, 1962. |
Magnus och ekorrungen (1956): Matthias en het eekhoorntje. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Ilon Wikland. Amsterdam, Meulenhoff, 1960. |
Ett lejon i huset (1957): Een leeuw in huis. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Ilon Wikland. Amsterdam. Meulenhoff, 1962. |
Magnus, Matthias och Mari (1957): Matthias, Martin en Mari. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Ilon Wikland. Amsterdam, Meulenhoff, 1960. |
Magnus i hamn (1958): Matthias' avontuur in de haven. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Ilon Wikland. Amsterdam, Meulenhoff, 1960. |
Magnus i fara (1959): Matthias in gevaar. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Ilon Wikland. Amsterdam, Meulenhoff, 1961. |
Magnus och skeppshunden Jack (19619: Matthias en Jack, de scheepshond. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Ilon Wikland. Amsterdam, Meulenhoff, 1963. |
Här kommer Petter (1963): Hier komt Peter. Vertaald door Fie van Dijk. Met illustraties van Stig Södersten. Amsterdam, Meulenhoff, 1964. |
Pelle Jansson, en kille med tur (1970): Pelle Jansson, een geluksvogel. Vertaald door Nini van der Beek. Amsterdam, Van Goor Jeugdboeken, 1982. |
Jakten på Janne (1975): Jacht op Janne. Vertaald door Jan Bogaerts. Met illustraties van Rolf Emne. Utrecht, A.W. Bruna & Zoon, 1979. |
In het Fries vertaalde kinderboeken
|
Pelle Jansson, en kille mitt i stan (1971), Pelle Jansson, en kille som inte ger sig (1972): Jan Janson, in jonge mei gelok. Vertaald uit het Duits naar het Zweeds door AFUK-medewerkers. Met illustraties van Margret Rettich. Leeuwarden, AFUK, 1985. |
Malin på en öde ö (1975), Malin har en hemlighet (1977), Malin är indian (1978): De aventoeren fan Malin. Vertaald uit het Duits naar het Zweeds door Jan de Jong. Met illustraties van Friedrich Kohlsaat. Leeuwarden, AFUK, 1985. |
Aj, det gör ont (1983): Au, it docht sear! Vertaald door K. van der Veen. Met illustraties van Ilon Wikland en Lennart Norrman. Leeuwarden, AFUK, 1985. |
Over Hans Peterson
|
Hans Peterson, Barn. Barnbok. Barnboksförfattare. Solna, Almqvist & Wiksell, 1970. |
Gertrud Paukner, Hans Peterson. In: Jugendbuchautoren aus aller Welt. Wenen, Internationaler Institut für Jugendliteratur- und Leseforschung, 1975. |
Lioba Betten, Hans Peterson. In: Lexikon der Kinder- und Jugendliteratuur. Weinheim, Beltz Verlag, 1979. |
Margareta Artsman, Hans Peterson. In: De skriver för barn. Lund, Bibliotekstjänst, 1983. |
Hans Peterson, Säg mig vad du skriver. In: Barn & Kultur, jaargang 31 (1985), nr. 3, blz. 61-63. |
17 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1988
|
|