| |
| |
| |
Francine Oomen
door Sandra van Bruinisse
Foto: Chris van Houts
Francine Oomen is op 27 maart 1960 in het Noord-Hollandse Laren geboren. Na haar opleiding aan de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven ging ze aan de slag als industrieel ontwerper. Ze ontwierp onder meer verpakkingen, displays, gordijnstoffen en ‘speel- en zitdingen’ voor kinderen. Geleidelijk aan is ze kinderboekenschrijfster en illustratrice geworden. Haar carrière in het boekenvak startte toen ze allerlei dingen voor Dick Bruna mocht ontwerpen. Daarna is ze zelf gaan schrijven en tekenen. Aanvankelijk maakte ze boeken voor peuters en kleuters: kartonboekjes, stoffen knisperboekjes en rammelaarboekjes. Daarna volgden verhalen voor oudere kinderen. Saartje en Tommie op de boerderij (1989) was haar eerste zelf geschreven boek. De serie over Saartje en Tommie werd een groot succes, ook in het buitenland. Samen met illustratrice Dagmar Stam maakte Oomen een stuk of dertig titels. Ze levert regelmatig bijdragen aan het tijdschrift Bobo en heeft een vaste pagina in Tina: Ezzie's Dagboek.
Francine Oomen won in 2002 de Kinderboekwinkelprijs met Lena Lijstje. In 2003 kreeg ze de Prijs van de Nederlandse Kinderjury en de Hotze de Roosprijs voor Hoe overleef ik mezelf? Hetzelfde boek ontving in 2004 ook de Prijs van de Jonge Jury.
In 2003 schreef ze het kinderboekenweekgeschenk Het Zwanenmeer (maar dan anders).
| |
Werk
Francine Oomen laat in haar boeken zien hoe pubers problemen kunnen oplossen. Ze geeft ‘levenslessen’ mee of verwijst naar een vergelijkbare situatie. Het Zwanenmeer (maar dan anders) (2003) refereert bijvoorbeeld aan het gelijknamige ballet van Tsjaikovski over de zoektocht naar ware
| |
| |
liefde. In het kinderboekenweekgeschenk van Oomen onderneemt de twaalfjarige drieling Pip, Beer en Sam ook een queeste. Hun vader is de beroemde kinderboekenschrijver Walter van Zwanenburg. Moeder leeft niet meer. De kinderen hebben in de loop der jaren al heel wat au pairs gehad en allemaal probeerden die hun rijke vader het huwelijk in te praten. Iedereen is altijd maar uit op hun geld, maar de kinderen Van Zwanenburg willen graag gezien worden zoals ze echt zijn. De diepere gedachte in het boek is volgens Oomen dat ‘geluk niet voor geld te koop is en nare dingen achteraf gezien toch ergens goed voor zijn geweest’.
Voor jongere kinderen schreef Francine Oomen Lena Lijstje (2001) en Het geheim van Lena Lijstje (2003). Lena heet eigenlijk Marleen van Elswoud en is twaalf jaar oud. Haar vader, moeder en vrienden noemen haar Lena Lijstje omdat ze overal lijstjes van maakt. Ze doet dat omdat ze nooit kan kiezen. Zo maakt ze lijstjes van wat ze 's avonds eten, van wat ze in het park vindt, van wat ze aan moet trekken of van Vrolijke Dingen om aan te Denken. De lijstjes scheppen orde in haar hoofd. Lena's vader zit op kookles en maakt sindsdien alleen nog Indonesisch eten. Op een dag ziet Lena hem in het park zoenen met Ella, de lerares van de kookcursus. Als haar moeder de verhouding ontdekt, wordt de situatie thuis gespannen. Uiteindelijk gaat Lena's vader een tijdje ergens anders wonen. Lena Lijstje is geschreven in dagboekvorm. Het bevat veel spreektaal, korte zinnen, gekke tekeningetjes, handgeschreven tekst en lijstjes.
In de loop van haar schrijverschap is Oomen met haar eigen kinderen meegegroeid. Toen ze begon met schrijven, waren haar kinderen nog klein. Ze bedacht ritselboekjes en rammelaarboekjes. Daarna volgden de boeken over De computerheks. Ursula is geen gewone heks, maar een heel moderne. In plaats van op een bezemsteel, vliegt Ursula op een stofzuiger. Haar toverspreuken zitten in de computer en ze heeft elektrische apparaten die geschikt zijn voor verschillende huishoudelijke karweitjes. In de afwasmachine maakt ze bijvoorbeeld thee. Oomen besteedt in haar boeken over de computerheks veel aandacht aan details, gebruikt gekke scheldwoorden en rare toverspreuken (vaak op rijm).
Gaandeweg is Oomen vooral voor pubers gaan schrijven. De inspiratie haalt ze uit gesprekken die ze opvangt, uit haar eigen jeugd en uit de verhalen van haar kinderen. De serie ‘Hoe overleef ik...? gaat over Rosa en haar vrienden Jonas en Esther. Rosa houdt via email contact met ze. In de loop van de serie - Hoe overleef ik de brugklas (2000), Hoe overleef ik mijn eerste zoen? (2001), Hoe overleef ik mezelf? (2002) en Hoe overleef ik een gebroken hart? (2003) - wordt Rosa steeds ouder, maar ze is en blijft een puber. In deze serie geeft Francine Oomen haar adviezen weer in de vorm van survivaltips. In Hoe
| |
| |
Illustratie van Annet Schaap uit Hoe overleef ik mezelf?
overleef ik mezelf? staan bijvoorbeeld enkele chill-out & cool-down survivaltips ofwel eerste hulp bij driftbuien; Hoe overleef ik de brugklas? bevat survival-aanwijzingen voor brugklassers en Hoe overleef ik een gebroken hart? VZV-tips (Hoe kom ik mijn Vakantie door Zonder mijn Vriendje?). Oomen vindt het fijn als kinderen iets aan haar boeken hebben. Dit heeft te maken met haar eigen jeugd, waarin ze alles zelf moest uitzoeken. Ze wil dat kinderen bewust gaan leven, dat ze nadenken over wie ze zijn en wat ze willen. Kinderen zijn de baas over hun eigen leven en kunnen het zo leuk of zo vervelend maken als ze zelf willen.
Francine Oomen hoort net als Carry Slee tot de populaire schrijvers. Haar boeken zijn erg van deze tijd. Ze gebruikt woorden als ‘vet’, ‘cool’ en ‘kei-aardig’. In alledaagse taal schrijft ze over wat kinderen meemaken. Daardoor zijn haar boeken herkenbaar en toegankelijk. Bovendien zitten er e-mails, lijstjes, dagboekachtige aantekeningen en korte briefjes in. In een interview bracht Oomen naar voren dat ‘als iets toegankelijk wordt geschreven - en ik denk dat mijn boeken heel toegankelijk zijn - het al gauw niet goed [is]. Te populistisch mag niet. De elitaire manier van schrijven kan weer wel, maar is vaak onleesbaar voor kinderen. Zo kan en wil ik niet schrijven. Als je wilt dat kinderen je boeken lezen, moet je ze leesbaar maken. En ik heb nog nooit van een kind gehoord dat mijn boeken oppervlakkig zijn. Eerder juist dat het over hun gevoelens gaat.’
| |
Hoe overleef ik mezelf?
Rosa voelt zich niet gelukkig. Ze is verhuisd, haar
| |
| |
ouders zijn gescheiden en haar moeder is gaan samenwonen met Alexander ‘Apenbil’. Rosa wordt gepest en heeft de bijnaam ‘Miss Piggy’. Ze ziet maar één oplossing: zichzelf veranderen in Rooz, een stoere meid die graffiti spuit, een piercing laat zetten en haar haar paars verft. Oomen laat de ‘goede raad’ die ze het boek wil meegeven vooral via Esther horen. In een van haar e-mails zegt Esther bijvoorbeeld: ‘Als je gaat denken dat niemand je aardig vindt, dan is dat ook zo. [-] Je kunt dus beter je gedachten veranderen dan je uiterlijk. Je moet Positieve Dingen denken! Je gaat gewoon elke ochtend voor de spiegel staan en zegt honderd keer achter elkaar, met een big smile: “Ik hoef niet anders te zijn dan ik ben, want ik ben hartstikke aardig, leuk en knap, en iedereen is dol op mij. Vandaag wordt het een geweldige dag!”.’
Oomen werkt in het boek veel met dialogen en letterlijk weergeven e-mails. Daarnaast bevat Hoe overleef ik mezelf? ook ‘me-mails’, mailtjes van Rooz aan Rosa en andersom. Rosa gebruikt deze mailtjes om voor haarzelf dingen op een rijtje te krijgen. Ook zijn ze bedoeld om zichzelf moed in te spreken, bijvoorbeeld bij het zetten van een piercing. In het boek staan verder onder meer graffititips voor beginners, survivaltips om van overtollig haar af te komen, gedichten, survivaltips voor ouders van pubers, survivaltips om geen ruzie te maken en tips voor het oplossen van een conflict.
| |
Waardering
Er is veel waardering voor de boeken van Francine Oomen. Met name de ‘Hoe overleef ik...?’-serie kreeg veel positieve recensies. Marieke Henselmans (de Volkskrant) vindt Hoe overleef ik de brugklas? een ‘drama’-boek (er komt een gescheiden ouder en een aan alcohol verslaafde ouder in voor) met grappige tekeningen. ‘Sterk aan dit boek is dat de kinderen niet al te zwart-wit goed of slecht worden getekend. [-] Meer dan Slee probeert Oomen een moraal aan haar verhaal mee te geven.’ Noor Hellmann van NRC Handelsblad waardeert in Hoe overleef ik mezelf? vooral de vlotte schrijfstijl, de meligheid en de e-mails. Oomens schrijfstijl sluit naadloos aan bij het stoere jongerenjargon waarvan de hoofdfiguur zich bedient. Ze biedt met haar felrealistische, clichématige schrijfwijze het publiek precies wat het horen wil. Marja Boonstra schrijft in de Leeuwarder Courant over Hoe overleef ik een gebroken hart?: ‘Veel gebroken harten, veel mailtjes, ansichtkaarten, dagboekfragmenten, zonnebrand, tips en adviezen en eerste (en volgende zoenen). Het zit allemaal in Hoe overleef ik een gebroken hart? gevat in moderne, af en toe wat gezochte jongerentaal. Maar het blijft wel boeien tot de laatste pagina en dat is nou net de bedoeling’.
Over het kinderboekenweekgeschenk Het Zwanenmeer (maar dan anders) zijn de recensenten eveneens erg te spreken. Volgens Hanneke van den Berg schetst Oomen enkele bijzondere karakters en breekt met het verhaal
| |
| |
door de oppervlakte heen die ze volgens haar doorgaans zelden verlaat. ‘Francine Oomen laat met dit geschenkje zien dat ze meer kan dan makkelijk scoren voor vaste doelgroepen’ (Noordhollands Dagblad). Monique Snoeijen van NRC Handelsblad vindt Het Zwanenmeer (maar dan anders) een modern, realistisch sprookje. Volgens haar schrijft Oomen geestig en met veel vaart. Ze doet er alles aan om de taal van de drieling te laten klinken als spreektaal, maar kan ook ontroeren. Het verhaal zelf vindt Snoeien een beetje van-dik-hout-zaagt-men-planken.
| |
Bibliografie
Keuze uit de kinder- en jeugdboeken
|
Saartje en Tommie op de boerderij. Met illustraties van Dagmar Stam. Amsterdam, Piccolo, 1989. |
Max de ziekenhuiskat. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
De computerheks. Met illustraties van Philip Hopman. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. |
Het grote Saartje en Tommie boek. Amsterdam, Piccolo, 1996. |
Computerheks in gevaar. Met illustraties van Philip Hopman. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Sammie eet je bordje leeg! Amsterdam, Van Goor, 1997. |
Quarks! Met illustraties van Thé Tjong Khing. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Allemaal Poppenkast. Samen met Jacques Vriens. Diverse illustratoren. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Hoe overleef ik mijn vakantie? Met illustraties van Annet Schaap. Amsterdam, Van Reemst, 1998. |
Max de tandartskat. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Goeiemorgen Sammie. Amsterdam, Piccolo, 1999. |
Hoe overleef ik het jaar 2000? Met illustraties van Annet Schaap. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Lang leve de computerheks! Met illustraties van Philip Hopman. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Welterusten Sammie. Amsterdam, Piccolo, 1999. |
Anders is leuk! Amsterdam, House of Books, 2000. |
Computerheks in de sneeuw. Met illustraties van Philip Hopman. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2000. |
Hoe overleef ik de brugklas? Met illustraties van Annet Schaap. Amsterdam, Van Reemst, 2000. |
Koosjes Kerst-knutsel-boek. Amsterdam, House of Books, 2000. |
Een zusje voor Sammie. Amsterdam, Piccolo, 2001. |
Hoe overleef ik mijn eerste zoen? Met illustraties van Annet Schaap. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2001. |
Lena Lijstje. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2001. |
Het alfabet van Anders. Amsterdam, House of Books, 2002. |
Hoe overleef ik mezelf? Met illustraties van Annet Schaap. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2002. |
Kerst met de bosmuisjes. Amsterdam, Kitt / Unieboek, 2003. |
De computerheks ziet ze vliegen. Met illustraties van Philip Hopman. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2003. |
Het geheim van Lena Lijstje. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2003. |
Het Zwanenmeer (maar dan anders). Met illustraties van Philip Hopman. Houten, Van Holkema & Warendorf / Amsterdam, CPNB, 2003. (Kinderboekenweekgeschenk 2003) |
Hoe overleef ik een gebroken hart? Met illustraties van Annet Schaap. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2003. |
Over Francine Oomen
|
Marieke Henselmans, Luister altijd naar jezelf. In: de Volkskrant, 31-8-2001. |
Sofie de Jonckheere, Hoe overleef ik mijn eerste zoen? In: Leesidee Jeugdliteratuur, nr. 7, 2002, blz 311. |
| |
| |
Noor Hellmann, Boze Rooz, bange Rosa. In: NRC Handelsblad, 6-12-2002. |
Marieke Henselmans, Hoe overleef ik mezelf? In: de Volkskrant, 6-12-2002. |
Roos Tesselaar. Alles komt goed: Francine Oomen schrijft actueel kinderboekenweekgeschenk. In: Algemeen Dagblad, 26-9-2003. |
Hanneke van den Berg, Zingende bevertjes en dansende zwanen in de donkere nacht. In: Noordhollands Dagblad, 1-10-2003. |
Marjon Kok, Kinderen hebben mij zelf ontdekt. In: Noordhollands Dagblad, 1-10-2003. |
Willy Wouters-Maijaars, Zwanen in een vuil zwembad. In: Reformatorisch Dagblad, 1-10-2003. |
Marjon Kok, Boeken moet je leesbaar maken. In: Haarlems Dagblad, 3-10-2003. |
Monique Snoeijen, Schijnheiligheid de deur uit. In: NRC Handelsblad, 3-10-2003. |
Marja Boonstra, Een poedel achter het spinnewiel. In: Leeuwarder Courant, 17-10-2003. |
websites
|
www.leesplein.nl |
www.francineoomen.nl |
65 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2004
|
|