| |
| |
| |
Max Lundgren
door Wilma van der Pennen
Max Lundgren werd geboren op 22 maart 1937 in Landskrona in Zweden. Hij studeerde literatuur- en kunstgeschiedenis aan de universiteit van Lund. Naast het schrijven van zowel boeken voor volwassenen als voor kinderen houdt hij zich bezig met werk voor radio en televisie. Hij kreeg een aantal werkbeurzen en is verschillende keren onderscheiden, onder meer voor zijn debuut Hunden som äntligen visslade met de Stora Debutantpriset (1962). Voor Pojken med guldbyxorna (De jongen met de gouden broek) ontving hij de Nils Holgerssonplakette (1968). In datzelfde jaar kreeg hij een plaats op de erelijst van de Hans Christian Andersenprijs.
| |
Werk
Max Lundgren heeft in Zweden een groot aantal boeken gepubliceerd en is daar nog steeds erg populair. In 1962 debuteerde hij met een boek voor volwassenen: Hunden som äntligen visslade (De hond die eindelijk floot), dat bekroond werd als beste debuut van dat jaar. Hij dreef daarin de spot met het studentenleven en het leven in de betere kringen. In 1965 verscheen zijn eerste boek voor kinderen: Äventyrets fyra färger (De vier kleuren van het avontuur), over twee jongeren die voor detective spelen en leren inzien dat de sociale achtergrond van invloed is op iemands gedrag. Vanaf 1968 is hij zich vooral gaan toeleggen op het schrijven van kinder- en jeugdliteratuur.
Max Lundgren maakte aanvankelijk prentenboeken, samen met illustrator Fibben Hald. Met deze boeken wilden zij wat moeilijkere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld dood, voor jonge kinderen bespreekbaar maken. Daarna is Lundgren spannende verhalen voor een wat oudere leeftijdsgroep gaan maken, waarin
| |
| |
fantasie en werkelijkheid door elkaar lopen, zoals De jongen met de gouden broek. Later behandelde hij in zijn boeken voornamelijk onderwerpen die de realiteit van opgroeiende jongeren weerspiegelen: problemen rond puberteid, generatieconflicten, maatschappelijke problemen. Daarmee zette hij de lijn voort die hij aanvankelijk met zijn prentenboeken inzette. In Zweden werd hij bekend door zijn vier boeken over een voetbalclub (1967-1971). Daarin kwam voor het eerst zijn grote maatschappelijke en politieke betrokkenheid tot uitdrukking, iets wat in zijn latere werk nog duidelijker gestalte krijgt. In deze vier boeken, en in veel van zijn werk uit de jaren zestig en zeventig, beschrijft hij het verschil tussen iemands lot, bepaald door voorbestemdheid en primitieve instincten, en zijn vrijheid te handelen en denken naar eigen keuze.
Lundgrens nieuwste boeken kunnen tot het genre van de moderne jongerenboeken worden gerekend, hoofdzakelijk bestemd voor 13- tot 16-jarigen. Op een behoedzame en fijngevoelige manier maakt hij onderwerpen bespreekbaar die jongeren bezighouden. Zijn boeken worden vergeleken met het werk van de in Nederland bekendere auteur Gunnel Beckman.
| |
De jongen met de gouden broek
Dit boek verscheen in Zweden in 1968 en onderscheidde zich van de meeste andere Zweedse jeugdboeken van dat moment. Het liet zien dat ook in de jeugdliteratuur zwaardere onderwerpen - in dit geval de problematiek van ontwikkelingshulp - kunnen worden behandeld, zonder dat dit voor kinderen minder spannend of boeiend is. Lundgren wilde bewijzen dat een kinder- of jeugdboek over alles kan gaan, mits het maar goed geschreven is. Hij heeft daarvoor gebruik gemaakt van verschillende genres: het is een avonturenroman, een psychologische roman over de ontwikkeling van de persoonlijkheid en een sprookje. Magie en sociale werkelijkheid worden met elkaar gecombineerd.
Hoofdpersoon is de jongen Mats, die op een dag aan de lopende band papiergeld uit de zak van zijn broek kan halen. Met dit geld wil hij de ongelijkheid en het onrecht in de wereld te lijf gaan. Mats en zijn vader slagen er niet in de wereld te veranderen. Daarvoor is de tegenwerking te groot. Toch blijft Mats geloven in de kracht van de mens om de wereld te verbeteren. Hij krijgt een realistischer kijk op de wereld, maar verliest niet zijn geloof in het individu.
Van het verhaal werd een televisiebewerking gemaakt, die ook in Nederland is uitgezonden.
| |
Mijn tijd met Birthe
Kaj, inmiddels volwassen en samenwonend met Ingela, kan zijn eerste liefde Birthe maar niet vergeten. Hij voelt zich
| |
| |
schuldig tegenover de begripvolle, sterke Ingela, maar moet nu toch eens proberen het verleden te verwerken. Hij herleest de brieven die Birthe hem schreef en laat zo zijn tijd met Birthe weer tot leven komen. Pas als hij alles heeft opgeschreven, voelt hij zich bevrijd en kan hij weer eerlijk met Ingela omgaan. Kaj is door de veel jongere Birthe aan de kant gezet. Pas nu kan hij begrijpen dat Birthe toen ook niet anders kon. Ze was bezig zich vrij te vechten van haar autoritaire vader en eigenlijk niet toe aan een vaste relatie. Het was haar allemaal te serieus.
Door het verhaal heen vlecht Lundgren zijn ideeën over de manvrouwrelatie, het leger, de maatschappelijke verhoudingen. Veel nadrukkelijker dan in de vorige boeken komt in dit verhaal zijn eigen standpunt naar voren. Zo wil ook Kaj de wereld verbeteren. Hij werkt als ‘kinderjuf’ en wil proberen de kinderen die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd een betere wereld te bieden.
| |
Waardering
De boeken die in het Nederlands zijn vertaald, zijn wisselend ontvangen. Over De jongen met de gouden broek (1967) was men positief. Het verhaal is spannend en humoristisch, en nodigt de lezer uit tot nadenken. Over Mijn tijd met Birthe (1978) waren de meningen verdeeld. Het boek werd zowel warm en realistisch als kil en onwerkelijk genoemd. ‘Direct, zakelijk, zonder uitwijdingen, met veel vaart en actie. Het achterliggende thema komt goed uit de verf. Geen valse romantiek. Herkenbaar op veel punten.’ (Tikker). Fred de Swert in Jeugdboekengids over Voor één zomer: ‘Voor één zomer is in feite een moeilijk boek, maar de lezer heeft het niet in de gaten. Ik wil niet zeggen dat je super-intelligent moet zijn om Lundgrens boek te begrijpen, ik wil alleen maar aanduiden dat de werken van Lundgren, zoals G. Neumann schrijft “zweifellos von hohen pädagogischen Wert sind”.’
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde kinder- en jeugdboeken van Max Lundgren
|
Äventyrets fyra färger (1965), Åshöjdens bollklubb (1967), Ole kaller mej Lise (1969), IFK Trumslagaren (1972), Myrorna (1976), Matchens hjalte (1980), Benny, boxaren (1982), Djävulens kontrakt (1987), På äventyr med Gula hissen (1988), BK Framåt (1989), Roseli, älskade Rosa (1990), En kort tid av lycka: elva berättelser om kärlek (1991). |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
Pojken med guldbyxorna (1967): De jongen met de gouden broek. Vertaald door Tineke Keuning. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1978. |
Sommarflickan (1971): Voor één zomer. [Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy]. Rotterdam, Lemniscaat, 1975. |
Boken om Birthe (1978): Mijn tijd met Birthe. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Rotterdam, Lemniscaat, 1980. |
Over Max Lundgren
|
Gerda Neumann, Max Lundgren. In: Jugendbuchautoren aus aller Welt II. Wien, Internationalen Institut für Jugendliteratur und Leseforschung, 1976, blz. 116-123. |
| |
| |
Lioba Betten, Max Lundgren. In: Lexikon der Kinder- und Jugendliteratur. Weinheim enz., Beltz, 1977, blz. 408-409. |
Fred de Swert, Max Lundgren. In: Jeugdboekengids, jaargang 19 (1977), nr. 2. |
Beppie Remmits en Ine Spee, Mijn tijd met Birthe. In: Beppie Remmits en Ine Spee, Sekserollen in jeugdliteratuur. Lier, 1983, blz. 36-38. |
Lena Kjersén Edman, Max Lundgren. In: De skriver för ungdom. Lund, Bibliotekstjänst, 1984, blz. 55-70. |
Lena Kjersén Edman, Fotboll och frihet: studier i Max Lundgrens förfättarskap. Stockholm, Bonniers Junior Förlag, 1987. (Met samenvatting in het Engels) |
Documentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 16, nr. 5. Den Haag, NBLC, 1992. |
34 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1994
|
|