hoort en ziet, maar ook haar uitgever heeft grote invloed op de onderwerpen die zij aanpakt.
De jeugdromans van Inge Krog zijn bij jonge Deense lezers erg populair; ze worden voortdurend herdrukt en in de bibliotheken veel geleend. Een belangrijke oorzaak voor deze populariteit is haar taalgebruik: al schrijvende schrapt zij steeds meer tot alle overbodige franje uit haar zinnen verdwenen is. In de tijd dat zij amusementsliteratuur schreef, heeft zij geleerd op welke manier zij een bepaald lezerspubliek het beste kan benaderen.
Een tweede oorzaak voor haar populariteit is de wijze waarop zij haar onderwerpen behandelt: de jonge lezer voelt niet alleen dat de schrijfster aan zijn kant staat, hij ziet ook dat zij de zwakheden van zowel volwassenen als jongeren blootlegt.
Haar eerste jeugdroman, Hva' sá med mig? (En ik dan?), behandelt het probleem van de jongen Anders, die hoort dat zijn ouders willen scheiden. Zonder dat hij daar zelf een verklaring voor kan geven, steelt hij geld uit de portemonnee van zijn moeder, hij vernielt een bromfiets en steelt een boot. Het helpt allemaal niets, zijn ouders gaan toch uit elkaar en Anders verhuist met zijn moeder naar een woning in een buurt waar hij zich niet thuisvoelt.
In
Fjorten dage over tiden (
Veertien dagen over tijd) voelt Lotte van veertien jaar zich in de steek gelaten door haar ouders, die helemaal in beslag genomen worden door hun financiële problemen. Haar schoolvrienden en -vriendinnen praten steeds maar over hun seksuele ervaringen. Tijdens een feestje gaat zij met Peter naar bed en daarna meent zij in verwachting te zijn. De onbeholpenheid van het gedrag van het meisje en de jongen, hun angsten en hun gebrekkige relaties met beider ouders worden zonder te moraliseren weergegeven. Het boek is onder andere een aanklacht tegen de hypocriete Deense samenleving, waar artsen geen voorbehoedmiddelen als de pil of het pessarium mogen voorschrijven aan meisjes onder de vijftien,