| |
| |
| |
Dola de Jong
door Marlene Lunter
Dorothea Rosalie de Jong is in 1911 in Arnhem geboren uit bemiddelde joodse ouders. Toen ze vijf jaar was overleed haar moeder. Op achttienjarige leeftijd vertrok Dola naar Amsterdam, waar ze als typiste bij een uitgeverij werkte. Daarnaast danste ze, onder andere in het gezelschap van Yvonne Georgi. Later was ze redactrice van een kindertijdschrift, waarvoor ze ook veel schreef.
Dola de Jong had al zes kinderboeken op haar naam staan toen ze Europa in 1940 ontvluchtte. Via Tanger, waar ze een jaar leefde van het geven van balletlessen, vertrok ze met echtgenoot Jan Hoowij naar de Verenigde Staten. Ze vestigden zich in de artiestenwijk Greenwich Village in New York. De beroemde uitgever Max Perkins nam haar onder zijn hoede. ‘Write me a book,’ zei hij en gaf haar een voorschot van duizend gulden. Zo ontstond En de akker is de wereld, waarvoor ze in 1947 de Prozaprijs van de gemeente Amsterdam kreeg. Daarna schreef ze voornamelijk in het Engels. In Literair Paspoort, een Nederlands tijdschrift voor vertaalde literatuur, introduceerde ze na de oorlog Amerikaanse schrijvers. De moeite die ze deed om Nederlandse schrijvers in de VS te promoten, leverde weinig op.
Dola de Jong werd in 1946 Amerikaans staatsburger. In 1951 werd uit haar tweede huwelijk, dit keer met een Noordamerikaan, haar zoon Ian geboren. In de jaren zeventig studeerde ze psychologie en literaire kritiek; ze slaagde cum laude. Tot haar achtenzeventigste gaf ze les in creative writing aan de New York State University.
Twee maal ontving Dola de Jong de Edgar Allan Poe Prize. In 1963 voor het jongensboek The House on Carlton Street (Het geheimzinnige huis) en twee jaar later voor The Whirligig of Time (De draaitol van de tijd), een roman voor volwassenen. Voor de jeugdboeken The Level Land en Re-
| |
| |
turn to the Level Land kreeg zij de Child Study Association Prize.
Haar laatste boek verscheen in 1964. Ze woont nu, gescheiden, in een flat in Manhattan.
| |
Werk
In 1963 vertelde Dola de Jong aan Gertie Evenhuis dat schrijven voor haar het enige middel was ‘om de mens zo dicht mogelijk te benaderen, want ik weet maar al te goed dat mijn vrienden, zelfs mijn man en mijn kind, mij vreemden zullen blijven. [-] Maar met de bewoners van mijn roman ben ik één. Ik ben met ze vergroeid, ik ken ze tot in iedere zenuw van hun lichaam, iedere kronkel van hun psyche. [-] Ik zoek de uiterlijke eenzaamheid van het schrijversleven om te compenseren voor de uiteindelijke eenzaamheid van het menselijk bestaan.’
Dola de Jong begon haar schrijfcarrière in samenwerking met Miep Moussault. Van beider hand verscheen in 1933 Pieter loopt een blauwtje, een ‘bakvischroman’. De Jong ging alleen verder met een boek voor kinderen van vijf tot acht jaar: Van Klaas Vaak en zijn brave zandkaboutertjes (1936), een vrolijk, origineel kabouterverhaal. Haar volgende boeken waren voornamelijk bestemd voor oudere kinderen en voor volwassenen. In 1939 verscheen haar eerste roman, Dans om het hart. Dit boek over ballet, waaraan ze haar hart had verpand, werd nauwelijks opgemerkt.
Een geliefd thema van De Jong is volwassen worden; de keuzes die kinderen daarbij moeten maken en de problemen die ze moeten overwinnen. Zij verbaasde zich erover hoe het kind zich aanpast aan de wereld van de volwassenen; over het verbijsterende onbegrip van volwassenen voor kinderen en over de veerkracht van de opgroeiende jeugd. Met zijn mogelijkheden en onmogelijkheden moet het kind een eigen weg zien uit te stippelen in het niemandsland van het intermenselijke contact. Dit mysterie is een belangrijk thema in haar kinderboeken.
In Burgemeester Jan (1939) brengen enkele kinderen de zomervakantie door in Kinderstad. Onder leiding van de vijftienjarige Jan krijgen ze een voorproefje van het volwassen zijn. De tweelingzusjes Mieke en Tobi gaan in Tussen huis en horizon (1938) na het eindexamen elk haar eigen weg. De problemen die de beide meisjes moeten overwinnen om volwassen te worden, vormen de voornaamste inhoud van het boek. In Gastvrouw in het groot (1939) leert An haar eigen verantwoordelijkheden dragen. Als vader ziek wordt runt zij het hotel en brengt belangrijke verbeteringen aan. Laurie worstelt in De ander en jezelf (1963) met een immens probleem dat ze niet alleen op kan lossen. Maar ze heeft een vriendinnetje beloofd te zwijgen, dus kan ze niemand om hulp vragen. In de
| |
| |
meeste boeken leren de hoofdpersonen ook hun eerste grote liefde kennen.
De Jongs boeken spelen zich af in een internationale wereld. De hoofdpersonen zijn, net als de schrijfster, meestal niet aan één land gebonden. Adri en Marianne reizen in Pieter loopt een blauwtje samen met een strenge tante naar Indië om daar een toekomst op te bouwen. Mieke (Tussen huis en horizon) wordt au pair in Engeland en tweelingzusje Tobi reist als pianiste de hele wereld over. An (Gastvrouw in het groot) leert het hotelvak in Joegoslavië. Roza laat in Begin maar opnieuw (1960) Europa achter zich en komt terecht in een Amerikaans gezin.
The Level Land (1943) was het eerste jeugdboek over de Tweede Wereldoorlog. Een Nederlands doktersgezin op de Veluwe neemt een joodse jongen in huis. Op verzoek van de uitgeverij schreef Dola de Jong een vervolg: Return to the Level Land (1947), over wat er na de oorlog met het gezin gebeurde.
Onder invloed van haar vlucht uit Europa veranderde het werk van Dola de Jong. Sindsdien gingen vrijwel al haar boeken over mensen die uit de boot vallen. Volgens eigen zeggen schreef zij het liefst over de underdog en over de menselijke waardigheid. Daarbij maakte ze veelvuldig gebruik van autobiografische elementen. Zo begint het zeventienjarige joodse meisje Roza de Hoop in Begin maar opnieuw in de Verenigde Staten een nieuw leven. Tijdens de oorlog zat ze in een concentratiekamp. Nadat ze een tijdje in een weeshuis heeft doorgebracht, komt ze terecht in het gezin van een Amerikaanse psychoanaliste. Haar verleden en haar Europese afkomst maken haar, vergeleken met de kinderen in het nieuwe vaderland, tot een buitenbeentje.
Het geheimzinnige huis (1962) is een speurdersverhaal. De familie Bartlett hoort geheimzinnige verhalen over de vroegere bewoners van de nieuwe
Illustratie van Pim van Boxsel uit Het geheimzinnige huis
| |
| |
woning. Het huis heeft iets te verbergen, Davids horloge verdwijnt zomaar. Alle familieleden gaan op speurtocht, gaandeweg krijgen ze een idee wat er zich lang geleden heeft afgespeeld.
In De ander en jezelf (1963) snijdt Dola de Jong het rassenvraagstuk aan. Vanwege dat thema werd het door de grootste Amerikaanse kinderboekenclub geweigerd, wat De Jong deed uitroepen dat ‘de codes waaraan je je als schrijver moet houden fantasieremmend zijn’. In NRC sprak ze van ‘een waslijst van taboes waarmee een kinderboekenauteur rekening moet houden’. Het kinderboek was in die tijd volgens haar een massaprodukt van prullige kwaliteit. De commercialisering benam haar de lust tot schrijven. Nog een andere reden stond een nieuw boek in de weg: de holocaust. ‘Het is een schrikbeeld dat ik natuurlijk jarenlang verdrongen heb.’
| |
De ander en jezelf
De zeventienjarige Laurie Reed brengt met haar vader de zomer door in een vakantiehuisje aan zee. Lauries vader heeft weinig tijd voor haar, hij schrijft aan een nieuw boek en Laurie zal voor hem zorgen; haar moeder is bij een zieke grootmoeder in Zweden. Laurie wordt al snel opgenomen in de groep tieners die in de laan woont. Zij leert niet alleen de liefde maar ook zichzelf kennen. Tijdens dit proces van volwassen worden heeft ze het gevoel dat er meer dan één Laurie is: ‘De eerste stond hier voor een bouwvallig geknutseld hutje, een slank blond meisje van normale lengte, gekleed in helgroene parka en donkerblauwe broek. Zou ze omgekeken hebben, dan zou een toeschouwer een gezichtje hebben gezien dat verward en boos stond als dat van een klein meisje, dat onrecht is aangedaan en dat nu bang is. Het andere “zelf”, dat van een afstandje naar dit malle meisje stond te kijken, vroeg zich af waarom ze zich niet gedroeg als een volwassen mens, en waarom ze zich van de wijs liet brengen door een kennelijk verwrongen en onaangenaam iemand als Meg.’
Subtiel behandelt Dola de Jong in dit boek het thema rassendiscriminatie. Laurie leert Stella kennen, een zwart meisje dat net als Lauries vriend Joseph geadopteerd is. Maar Stella heeft het niet zo goed getroffen en nam de benen. Josephs pleegmoeder heeft het niet zo op met zwarte kinderen, net zo min als een aantal tieners uit het laantje. Volgens Joseph is er alleen verschil tussen mensen, niet tussen blank en zwart.
| |
Waardering
De critici in de jaren zestig waren positief over de jeugdboeken van Dola de Jong. Recensies van voor de oorlog zijn nauwelijks bewaard.
Het bulletin van de New York Public Library zag The Level Land (1943) als een voorloper van de na- | |
| |
oorlogse trend van sociaal bewogen jeugdboeken en schreef: ‘Dat een zo wijs en humaan verhaal kan worden geschreven door een jonge auteur die uit de eerste hand de degradatie kende waarover ze schreef, met zo'n kalmte van geest, compassie en een helder geloof in de waardigheid van menselijke moed, is een eerbewijs aan haar eigen geloof in de mens en aan haar achting voor de kracht van jonge mensen die hun evenwicht vinden, als eenmaal de waarheid eerlijk onder woorden is gebracht.’
Gastvrouw in het groot en Tussen huis en horizon, in de jaren zestig en zeventig opnieuw uitgegeven, werden toen nog steeds ‘aantrekkelijke lectuur voor jonge meisjes’ genoemd (Provinciale Zeeuwse Courant, 1959). Over de karaktertekening en het inlevingsvermogen hadden de critici veel lof. Begin maar opnieuw werd om die redenen zeer geprezen. Miep Diekmann vond De Jongs visie op de moderne jeugd bijzonder knap: ‘Zo uniek, van een zo grote aangrijpendheid, zo gaaf ook van probleemstelling en uitwerking, zo beheerst en indringend van taal als wij tot nu toe in boeken voor oudere meisjes nog niet tegenkwamen.’ (Haagsche Courant, 1962).
Het thema discriminatie in De ander en jezelf vond men niet diepgaand genoeg behandeld. In de Haagsche Courant vroeg de criticus zich in 1964 af ‘of de lezers er wel uit zullen halen wat de schrijfster er zo meesterlijk in heeft gelegd’.
De recensent van Het Parool schreef in 1962 over Het geheimzinnige huis: ‘Wat een opluchting moet het voor meisjes en jongens van een jaar of twaalf zijn om hun leeftijdsgenoten nu eens niet als een soort volslagen idioten of als kinderachtige schepsels voorgesteld te zien, maar als scherpzinnige, redelijke, ondernemende en vaak zeer geestige wezens.’
| |
Bibliografie
Romans voor volwassenen
|
Dans om het hart (1939), The Field (1945): En de akker is de wereld (1946), De thuiswacht (1954), The Whirligig of Time (1964): De draaitol van de tijd (1964). |
Niet in het Nederlands vertaalde jeugdboeken
|
The Level Land (1943), The Picture Story of Holland (1946), Return to the Level Land (1947). |
In het Nederlands vertaalde/verschenen kinder- en jeugdboeken
|
Dola de Jong en Miep Moussault, Pieter loopt een blauwtje. Amsterdam, A.J.G. Strengholt, 1933. |
Dola de Jong, Van Klaas Vaak en zijn brave zandkaboutertjes. Den Haag/Batavia, G.B. van Goor en Zonen, 1936. |
Knikkernik, knakkernak en Knokkernok. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1937. |
Tussen huis en horizon. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1938. |
Gastvrouw in het groot. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1939. |
Burgemeester Jan. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1939. |
By Marvelous Agreement (1960): Begin maar opnieuw. Vertaald door An Rutgers van der
|
| |
| |
Loeff-Basenau. Amsterdam, Ploegsma, 1961. |
The House on Carlton Street (1962): Het geheimzinnige huis. Vertaald door Beccy de Vries. Amsterdam, Ploegsma, 1962. |
One Summer's Secret (1963): De ander en jezelf. Vertaald door Gertie Evenhuis. Amsterdam, Ploegsma, 1963. |
Over Dola de Jong
|
[Anoniem], Over Gastvrouw in het groot. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 14-11-1959. |
[Anoniem], Over Gastvrouw in het groot. In: Idil, februari 1960. |
Miep Diekmann, Moderne meisjesromans wekken juist begrip voor problemen van deze tijd. In: Haagsche Courant, 9-2-1962. |
[Anoniem], Over Het geheimzinnige huis. In: Het Parool, 23-11-1962. |
[Anoniem], Amerikaanse prijs voor Dola de Jong. In: Algemeen Dagblad, 24-4-1963. |
Gertie Evenhuis, Ontmoeting met Dola de Jong. In: NRC, 24-8-1963. |
Miep Diekmann, Op de grens tussen contact en afweer. In: Trouw, 10-10-1963. |
[Anoniem], Over De ander en jezelf. In: Haagsche Courant, 7-3-1964. |
M.R., Dola de Jong werd schrijfster van formaat in Amerika. In: Dagblad van Noord-Limburg, 15-5-1965. |
Linda Kleverlaan, Inleiding. In: Dola de Jong, De thuiswacht. Amsterdam, An Dekker, 1990. |
Corine Spoor, ‘De holocaust belet mij het schrijven’. In: De Tijd, 31-8-1990. |
Karin van Munster, ‘Je moet het in zijn tijd zien’. In: Trouw, 23-11-1990. |
Diny Schouten, Het is zoals het leven is. In: Vrij Nederland, 24-11-1990. |
Bernadette de Wit, ‘Een volledige verhouding is in dit ondermaanse uitgesloten’. In: Schrijfsters in de jaren vijftig. Amsterdam, Sara/Van Gennep, 1991. |
Jhim Lamoree, Dola de Jong. In: HP/De Tijd, 26-11-1993. |
42 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1996
|
|