| |
| |
| |
Hadley Irwin
door Wilma van der Pennen
Lee Hadley (links) en Ann Irwin
Hadley Irwin is een pseudoniem waarachter twee Amerikaanse schrijfsters, Lee Hadley en Annabelle Irwin, schuilgaan. Het pseudoniem is samengesteld uit hun achternamen, omdat zij zich één auteur voelden, maar ook omdat zij geloofden dat het voor vrouwen eind jaren zeventig moeilijker was om een boek gepubliceerd te krijgen dan voor mannen. Bij Hadley Irwin werd niet onmiddellijk aan een vrouw gedacht, waardoor de naam niet in hun nadeel kon werken.
De schrijfsters hebben nooit veel los gelaten over hun persoonlijk leven. Het is niet interessant te weten wie Annabelle is en wie Lee, vonden ze; het gaat erom wie Hadley Irwin is. Ze gaven zelden interviews en wilden alleen praten over hun boeken.
Annabelle Irwin en Lee Hadley hebben elkaar in 1973 leren kennen, toen ze beiden aan de universiteit van Iowa werkten. Uit de prettige samenwerking op hun vakgebied vloeide bij Irwin het idee voort Lee Hadley het manuscript van haar laatste boek te laten corrigeren. Hoewel dit boek nooit werd gepubliceerd, hadden ze aan hun samenwerking zoveel plezier beleefd dat zij besloten deze voort te zetten en samen een boek te gaan schrijven.
Annabelle Irwin is geboren op 8 oktober 1915 in Peterson in Iowa. Na haar kandidaatsexamen taal- en letterkunde (1937) ging ze lesgeven. Gedurende 30 jaar doceerde zij Engels op een middelbare school. Daarna was ze voor drie jaar verbonden aan verschillende colleges, en van 1970 tot 1985, het jaar van haar pensionering, aan de universiteit.
Voordat zij ging samenwerken met Lee Hadley genoot ze als schrijfster
| |
| |
vooral bekendheid vanwege haar schoolboeken en andere leermiddelen voor het middelbaar onderwijs. Ze schreef een aantal jeugdromans, waarvan in 1973 One bite at a Time werd bekroond door de Child Study Association. Samen met Bernice Reida publiceerde ze twee historische verhalen: Moon of the red Strawberry (1977) en Until We Reach the Valley (1979). Ook heeft ze twee toneelstukken op haar naam staan: And the Fullness Thereof (1962) en Pieces of Silver (1963).
Lee Hadley is geboren op 10 oktober 1934 in Earlham, Iowa. Ook zij belandde na haar opleiding aan de universiteit in het onderwijs. In 1969 werd ze wetenschappelijk medewerkster aan de staatsuniversiteit van Iowa. Met haar dood op 22 augustus 1995 kwam een eind aan het bestaan van Hadley Irwin, wier laatste boek Sarah with an H (1996) postuum verscheen.
Hadley Irwin debuteerde in 1979 met The Lilith Summer (Een zomer met Lilith) dat spoedig daarna verfilmd werd. We Are Mesquakie. We Are One (Hidden Doe) werd in 1981 bekroond door the Jane Addams Peace Association; in 1982 kreeg het boek een Zilveren Griffel. In datzelfde jaar kreeg Moon and Me (Maan en ik) de Society of Midland Authors Award, What about Grandma? (Twtti Rhys Hec) de prijs van de American Library Association en van het gezamenlijke comité van the National Councel on the Social Studies en the Children's Book Council. In 1983 volgde voor hetzelfde boek een Vlag en Wimpel. In 1985 ontving Hadley Irwin vier belangrijke onderscheidingen voor Abby, My Love (Abby): de prijs van de Child Study Association of America's Children's Books, de uitverkiezing tot Best Book for Young Adults, de prijs van het bovengenoemd gezamenlijke comité, en de Children's Choise Book Award. In 1986 stond het op de lijst van Best of the Best Books for Young Adults, 1966-1986. Datzelfde jaar ontving de auteur een Vlag en Wimpel voor Athabasca. In 1987 volgde nog een bekroning door de Library of Congress van Kim/Kimi.
| |
Werk
Vanwege de drukke banen van beide schrijfsters beperkte het schrijven zich tot de zomervakanties. In Amerika duurt die ongeveer drie maanden. Aanvankelijk schreven ze in het huis van Ann Irwin, later in een appartement dat ze op naam van Hadley Irwin gehuurd hadden. Aan het begin van de zomervakantie wisselden ze gedurende ongeveer twee weken ideeën uit, totdat het verhaal in grote lijnen in beider hoofd zat. Irwin begon met schrijven, Hadley droeg ideeën aan. In drie maanden moest de ruwe versie van het verhaal klaar zijn. De negen schoolmaanden gebruikten ze om een definitieve versie te maken. Ook hierbij hanteerden ze een vaste verdeling: Hadley hield zich vooral bezig met de grote lijnen; Irwin met het herformuleren van zinnen. Hun samenwerking was zo intens, dat er
| |
| |
geen duidelijk onderscheid is tussen beider inbreng. Irwin en Hadley hadden sterk het gevoel elkaar aan te vullen, zodat de zwakheden van de een door de ander konden worden opgevangen. Hadley wilde vaak te mooi schrijven, waardoor heel bloemrijk, maar ook kabbelend proza ontstond. Irwin wilde weer teveel uitleggen, waardoor ze in herhalingen viel.
In de adolescentenromans van Hadley Irwin worden moeilijke onderwerpen en ingewikkelde problemen aangekaart. Het ging de schrijfsters om het proces van bewustwording van jonge mensen die ze zeer serieus namen. Over elk onderwerp wordt helder en uitvoerig informatie gegeven. Bijna al hun boeken hebben een ik-verteller, in leeftijd variërend van ongeveer 12 tot 20 jaar. Vaak wordt een korte periode uit het leven van de hoofdpersoon beschreven, soms de ontwikkeling van kind tot volwassene.
Met hun boeken wilden de schrijfsters het leven inzichtelijker maken voor hun lezers. Niet in de vorm van lessen, maar om bepaalde basisprincipes duidelijk te maken. ‘We don't write books with morals, but we do write moral books’. Zij wilden dat de lezer zelf nadenkt en een standpunt bepaalt. Hun houding ten opzichte van de Amerikaanse samenleving was doorgaans kritisch. Vanwege beider ervaringen in het onderwijs wisten ze goed wat er zoal speelt onder jongeren. In 1988 schreven zij samen met Jeannette Eyerly Writing Young Adult Novels. How to write the stories today's teens want to read, een cursus waarin ze aanwijzingen gaven voor het schrijven van boeken en korte verhalen voor jong-volwassenen. Veel van hun ideeën over hoe een goed boek voor jongeren eruit moet zien zijn hierin terug te vinden.
Een aantal van hun boeken is gebaseerd op historische feiten. Hidden Doe gaat over de Mesquakie-indianen, die na een tijdelijk verblijf in een reservaat terugkeren naar hun thuisland. Athabasca gaat over de geschiedenis van de zwarte Amerikanen die begin deze eeuw Oklahoma verlieten om een nieuw bestaan op te bouwen in Canada. In Kimiko is de periode beschreven, waarin Amerikanen van Japanse herkomst na de aanval op Pearl Harbour naar de interneringskampen moesten, een periode uit de geschiedenis die menigeen graag onbesproken zou zien. Ook in hun andere boeken behandelden zij onderwerpen die in de taboesfeer liggen: incest, zelfdoding, drug- en alcoholgebruik. Het ging de schrijfsters niet om spannende avonturen, maar om het weergeven van de gevoelens en gedachten van de personen. Heel terughoudend zijn ze bij de bespreking van de incestervaring van het meisje Abby, in het gelijknamige boek.
De eerste boeken van Hadley Irwin zijn uitgegeven door een feministische uitgeverij (Feminist Press). Hoewel zij er niet bewust voor gekozen hadden, konden zij zich wel vinden in de doelstelling van deze uitgeverij. De inhoud
| |
| |
van hun boeken paste ook goed binnen het fonds. Daardoor is de indruk gevestigd dat zij vooral vrouwenboeken schreven. Veel van hun hoofdfiguren zijn meisjes die opvallen door hun grote mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Ook de oudere vrouwen in hun boeken zijn krachtige persoonlijkheden, die hun lot in eigen hand nemen en zich niet laten betuttelen. Het eerste voorbeeld daarvan is Lilith, de oude vrouw uit Een zomer met Lilith, die zich niet door haar omgeving laat voorschrijven hoe ze zich moet gedragen. Ook de grootmoeder uit Twtti Rhys Hec is een krachtige, eigenzinnige vrouw, die tot het laatst toe haar eigen leven wil bepalen.
In een aantal boeken is een jongen de verteller. Toch draait het ook in die gevallen om een meisje: in Abby gaat het om de incestervaring van het meisje Abby; in Terug naar de Kermis om de zelfmoord van Ashley, de vriendin van de ik-verteller. Een uitzondering is Afzender: Freddie, waarin de twaalfjarige Trevor Ackerman centraal staat. Het is het enige boek waarin de schrijfsters zich tot een jongere doelgroep richten.
Verschillende zaken komen steeds terug in de boeken van Hadley Irwin. Alle boeken spelen in de Verenigde Staten, meestal in de staat Iowa. De situatie die beschreven wordt is typisch Amerikaans. De hoofdfiguren zitten op college en hebben lange zomervakanties, die een ommekeer in hun leven veroorzaken. De hoofdpersonen komen meestal uit een gegoed milieu. Vaak heeft de hoofdpersoon/verteller een bijzonder vriendje of vriendinnetje, met wie hij of zij alles kan bespreken, een echt maatje (bijvoorbeeld Rhys-Kim in Twtti Rhys Hec, Elizabeth-Maan in Maan en ik). In vrijwel ieder boek komt een ouder persoon voor, die de hoofdpersoon helpt de dingen op de juiste plaats te zetten. Daarmee wilden de schrijfsters de vooroordelen over oude mensen wegnemen.
In veel boeken blijkt de Amerikaanse bevolking samengesteld te zijn uit verschillende rassen en culturen. De schrijfsters willen begrip kweken voor iedere groep uit de bevolking. Waar zij vooral door werden geboeid was de rol van de vrouw in onze maatschappij, of in die van vroeger jaren of uit andere culturen, en door de groei van een jong mens naar volwassenheid. De hoofdpersonen ontwikkelen zich door de problemen waarmee ze te maken krijgen tot gerijpte, weerbare mensen. Hoewel de rol die jongens of mannen spelen in de boeken veel kleiner is dan die van de vrouwen en meisjes, worden zij niet op een negatieve manier neergezet. Wel komen er zo nu en dan stereotiepe figuren in de boeken voor. Juist omdat hun rol over het algemeen gering is binnen het verhaal, komen de schrijfsters soms niet tot de uitwerking van hun mannelijke figuren.
| |
Hidden Doe. Wij zijn Mesquakie. Wij zijn één
Het verhaal begint met de geboorte van Hidden Doe, dochter van het stamhoofd en voorbestemd
| |
| |
om haar grootmoeder Gray Gull als medicijnvrouw op te volgen. Al voor de geboorte van Hidden Doe was er veel in het leven van de indianen veranderd: grote stukken van hun land zijn ingenomen door de blanken. Met de jaren wordt het voor de stam steeds moeilijker hun jachtgebieden te behouden. Ook van de kant van andere indianenstammen dreigt gevaar.
Ze besluiten naar een ander gebied te trekken, maar als ze zien dat het leger van de blanken het zojuist verlaten kamp in brand steekt keren ze op initiatief van Gray Gull terug. Besloten wordt zich te verbergen, maar niet het land te verlaten. De stam raakt verdeeld: een klein aantal schaart zich achter Gray Gull, anderen nemen, door honger en armoede gedreven, etenswaren aan van de blanken. Als de situatie onhoudbaar wordt besluit Great Bear naar het reservaat te gaan. Daar wacht hen vruchtbare grond, daar zullen ze niet bedreigd worden door Sioux of Blauwjassen. Gray Gull heeft niet zulke hoge verwachtingen van het leven in het reservaat. Met enkele anderen blijft zij op het eigen grondgebied. En ze krijgt gelijk: het reservaat is niet zoals de blanken het hebben voorgespiegeld. Er heerst armoede en het blijkt erg moeilijk hun eigen levenswijze te handhaven. Great Bear draagt Hidden Doe op, samen met haar oom en tante, en een jonge krijger, terug te gaan naar hun oude land, om zich bij haar grootmoeder en de anderen te voegen. De komst naar het reservaat was een vergissing; om de stam te redden zal Hidden Doe teruggaan. De tocht mislukt en Hidden Doe keert noodgedwongen terug. Op een dag komt er een boodschapper met een plan van Gray Gull om met behulp van de gouvernementsgelden het oude land van de blanken te kopen. Zo kunnen de blanken met hun eigen wapens verslagen worden. Dit plan wordt hun redding. Al spoedig kan de eerste groep terug naar hun eigen grond in Iowa. Het verhaal besluit met de geboorte van Hidden Doe's eerste kind. De cirkel is rond, de stam zal voortleven.
Het nawoord vermeldt dat het verhaal berust op ware gebeurtenissen. Het speelt zo ongeveer tussen 1830 en 1855. De Mesquakies leven nu nog op de door hen gekochte grond in Iowa.
Hadley Irwin koos voor een indiaanse als ik-verteller, waardoor de lezer zich kan verplaatsen in de wereld van de indianen. Zij geeft een genuanceerd beeld van zowel de indianen als de blanken: niet alle blanken zijn slecht en egoïstisch, maar ook niet alle indianen zijn goed: er zijn er die een bedreiging vormen voor de eenheid van de stam, door zich al snel te schikken in de gewoonten van de blanken. Zij worden neerbuigend ‘reservaat-indianen’ genoemd. Ook wordt de onderlinge strijd tussen de verschillende stammen niet onvermeld gelaten.
In veel boeken over indianen zijn mannelijke helden de hoofdpersonen. Over de positie van de vrouw kwam
| |
| |
men weinig te weten. Voor het eerst worden in een jeugdboek nu ook de vrouwelijke rituelen beschreven: rond de geboorten, de menstruatie, de liefde. Hidden Doe bevestigde de indruk dat Hadley Irwin voor een feministisch standpunt gekozen had. Het is een lofzang op de vrouwencultuur, waarin jonge en oudere vrouwen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en tegelijkertijd voor de toekomst van hun volk. De mannen blijven in Hidden Doe op de achtergrond.
| |
Waardering
Bleef Een zomer met Lilith in Nederland nog vrijwel onopgemerkt, met Hidden Doe vestigden de schrijfsters meteen hun naam. De kritiek vond het boek goed geschreven - in een sobere, ingehouden stijl, vol sterke onderliggende emotie, aldus het juryrapport van de Zilveren Griffel -, de karaktertekening uitstekend, de uitwerking van het historisch gegeven genuanceerd. De beschrijving van de standvastige grootmoeder van Hidden Doe wordt geniaal genoemd. In latere besprekingen van de boeken van Hadley Irwin wordt voor de beschrijving van de oudere, wijzere vrouw de term ‘typische Hadley Irwin vrouw’ gebruikt, om aan te geven dat het gaat om een krachtige persoonlijkheid.
Over de stijl, de onderwerpskeuze en de evenwichtige uitwerking van de thema's is de kritiek overwegend positief. Over Afzender: Freddie bijvoorbeeld zegt Jet Marchau (1994): ‘De twee schrijfsters beschikken namelijk niet alleen over een meeslepende vertelstijl, een helder inzicht in de moderne puberziel, de kunst om een verhaal naar een ontknoping toe op te bouwen, maar bovendien ook over ontwapenende humor en een gevat taalgebruik.’
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Jim-Dandy (1994), Sarah with an H (1996). |
In het Nederlands vertaald
|
The Lilith summer (1979): Een zomer met Lilith. Vertaald door Rini van Slingelandt. Maarssen, Free Spirit Productions, 1980. (2e druk: Baarn, Elzenga, 1983) |
We Are Mesquakie. We Are One (1980): Hidden Doe. Wij zijn Mesquakie. Wij zijn één. Vertaald door J. Martina. Baarn, Free Spirit Productions, 1981. (2e druk: Baarn, Elzenga, 1982) |
Bring to boil and separate (1980): Katie: haar dochter - zijn dochter. Vertaald door Liesbeth Swildens. Met illustraties van Joke Blom. Baarn, Elzenga, 1984. |
Moon and me (1981): Maan en ik. Vertaald door Liesbeth Swildens. Met illustraties van René Hogeland. Baarn, Elzenga, 1983. |
What about grandma? (1982): Twtti Rhys Hec: een meisje van zestien. Vertaald door Liesbeth Swildens. Baarn, Elzenga, 1982. |
I be somebody (1984): Athabasca. Vertaald door Liesbeth Swildens. Baarn, Elzenga, 1985. |
Abby, my love (1985): Abby. Vertaald door Liesbeth Swildens. Baarn, Elzenga, 1986. |
Kim/Kimi (1987): Kimiko. Vertaald door Liesbeth Swildens. Heemstede, Elzenga, 1988 (2e druk: Amsterdam, Muntinga, 1990) |
So long at the fair (1988): Terug naar de kermis. Vertaald door Liesbeth Swildens. Amsterdam, Elzenga, 1989. |
Can't hear you listening (1990): Gewoon niet doen! Vertaald door Liesbeth Swildens. Baarn, Elzenga, 1992. |
| |
| |
The original Freddie Ackerman (1992): Afzender: Freddie. Vertaald door Liesbeth Swildens. Tilburg, Elzenga, 1994. |
Over Hadley Irwin
|
Heleen van Brussel, Het leven wast je in verdriet en spoelt schoon je vreugde. In: Hervormd Nederland, 14-11-1981. |
Frank Herzen, Altijd de sigaar. In: Elseviers Magazine, 13-10-1984. |
Documentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 9, nr. 21. Den Haag, NBLC, 1985. |
Marijke Lukacs, Over indianen. In: De Stem, 24-1-1985. |
Myriam Paquet, Hadley Irwin: ‘Wij zijn Mesquakie. Wij zijn één’. In: Werkblad voor Nederlandse didactiek, jaargang 13 (1985), nr. 3/4, blz. 183-188. |
Herman Verschuren, De indiaanse idylle. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 5 (1985), nr. 5, blz. 188-189. |
Rae Haws, When one plus one equals one: Hadley Irwin. In: Children's Literature in Education, jaargang 18 (1987), nr. 4, blz. 195-201. |
Herman De Graef, Hadley Irwin. In: Jeugdboekengids, jaargang 29 (1987), nr. 8, omslag. |
Rindert Kromhout, Kind in cultuurstrijd levert interessant verhaal op. In: de Volkskrant, 4-10-1988. |
Herman De Graef, Van Kimiko in Sacremento en Sneeuwwitje in Amsterdam. In: Jeugdboekengids, jaargang 31 (1989), nr. 1, blz. 3-4. |
Herman De Graef, Incest: het ergste woord dat er bestaat. In: Jeugdboekengids, jaargang 31 (1989), nr. 3, blz. 76-78. |
Wilma van der Pennen, Lezen over Hadley Irwin. Den Haag, NBLC, 1991. |
Marylin Fain Apseloff, Death in adolescent literature: suicide. In: Children's Literature Association Quarterly, jaargang 16 (1991), nr. 4, blz. 234-238. |
Joke Linders, Wereldleed in zakformaat. In: Algemeen Dagblad, 9-4-1992. |
Brenda O. Daly, Father-daughter incest in Hadley Irwin's ‘Abby, my love’: repairing the effects of childhood sexual abuse during the adolescent years. In: Childeren's Literature Association Quarterly, jaargang 17 (1992), nr. 3, blz. 5-11. |
Hadley Irwin. In: Something about the author Authbiography Series, Volume 14, blz. 141-156. |
Jet Marchau, ‘Het is goed te geloven in wat je hoopt dat waar is’: Afzender Freddie door Hadley Irwin. In: Jeugdboekengids, jaargang 36 (1994), nr. 7, blz. 193-195. |
50 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1999
|
|