terugkeer in de Limburgse mijnstreek. In dienst van zieken en gewonden vindt ze haar geluk. De schrijfster noemt het boek ‘de loutering van een bakvisje’ en verder vertelt ze erover: ‘Mijn eerste jeugdroman - een geval van meer dan 300 bladzijden nota bene - werd een uitgesponnen, sentimenteel verhaal, waarin zelfopoffering hoogtij vierde, met tussendoor de verschrikkingen van de oorlog die we achter de rug hadden, en die me niet meer zouden loslaten.’
Ook haar volgende twee boeken zijn door en door romantisch. In Een ruiker voor Lutgard geeft een zestienjarig meisje haar plannen op om verpleegster te worden wanneer haar vader invalide wordt. Ze wijdt zich totaal aan het gezin en vindt rust bij de zieken die opgenomen worden in het pensionnetje dat de familie drijft. De toenmalige kritiek vond het een ‘in-gezond boek’.
De vader van het elfde uur schreef ze, zoals ze zelf zegt, ‘zonder voor een bepaald thema te kiezen, zonder vastomlijnd plan, maar vooral met veel romantiek’. De opbouw is doorzichtig en het verhaal zit vol onwaarschijnlijkheden en sentiment. De zestienjarige Terry wordt aangereden door een zekere Peter. Hun respectieve moeder en vader zijn weduwe en weduwnaar en het is dan ook snel duidelijk dat die twee gaan trouwen. Voor het zover is, reist het viertal echter nog naar Engeland, waar een oude liefde van Terry's moeder en een mooie blondine voor de nodige verwikkelingen zorgen. Het boek bevat de typische ingredienten van het meisjesboek, inspelen op het gevoel van de lezeressen: knappe mannen en mooie vrouwen, een dagboek, rivaliteit, een droomhuwelijk en zelfs een meelijwekkende, gehandicapte jongen.
Het boek paste niet in de nieuwe trend van probleemboeken en sociaal-geëngageerde jeugdromans uit de jaren tachtig. Dat werd de auteur snel duidelijk toen ze voor het eerst actuele jeugdboeken ging lezen. Ze raakte vooral in de ban van Engelstalige auteurs als Katherine Paterson, Cynthia Voigt, Anne Fine en Marilyn Sachs. Haar volgende boek betekent een radicale breuk met de sentimentele romantiek. Ze gaat haar onderwerpen zoeken in de realiteit, waarbij eigen belevenissen, ooggetuigeverslagen en reizen voor materiaal zorgen. Ook de structuur wordt bewuster opgebouwd met een functioneel afwisselend perspectief.
Kinderen van de Falls is gebaseerd op verhalen van Noordierse kinderen die hun zomervakantie in het gezin Put-Hoogsteyns doorbrachten, op een eigen kort verblijf in Belfast en op getuigenissen van Noordierse ouders. De twaalfjarige Thomas komt met vakantie naar een Vlaams gastgezin, voor hem een soort luilekkerland alhoewel de angst en de bezorgdheid voor zijn thuis af en toe de kop op steken. Zijn twee jaar oudere broer is