| |
| |
| |
Mieke van Hooft
door Hilly Appel
Mieke van Hooft is geboren op 8 september 1956 in Heusden, Noord-Brabant. Ze begon al vroeg met schrijven; van haar negende tot haar twaalfde schreef ze stukjes voor de jeugdpagina van het Brabants Dagblad. Later werkte ze als redactieassistente bij Malmberg in Den Bosch, uitgever van onder andere de jeugdtijdschriften Jippo, Taptoe en Bobo. Ze werkte daar mee aan de beoordeling van manuscripten.
In 1979 werd haar eerste boek uitgegeven: Kijk naar je eigen, een verhaal over pesten. Sindsdien publiceert ze met grote regelmaat boeken voor kinderen van alle leeftijden: voorleesverhalen en versjes voor kleuters, eerste leesboeken voor wat grotere kinderen en spannende verhalen voor kinderen vanaf ongeveer 10 jaar. Ook schrijft ze gedichten voor volwassenen. Haar bekendste kinderboek is De tasjesdief, dat in 1990 werd bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury in de categorie 10 t/m 12 jaar en in 1992 Le grand Prix Europëen de Roman pour Enfants ontving. Het is in het Duits, Engels, Frans en in het Hindi vertaald, succesvol verfilmd en als audioboek verschenen.
In april 2008 publiceerde Mieke van Hooft haar vijftigste boek, Woedend zwart. Ze is fulltime schrijfster en woont in Wageningen.
| |
Werk
Mieke van Hooft schrijft realistische verhalen. Ze vindt het belangrijk in haar boeken een reëel, genuanceerd beeld van de werkelijkheid te geven. Daarbij laat ze zich meestal inspireren door waar gebeurde feiten. Straatkatten (1996) schreef ze bijvoorbeeld nadat ze een tv-programma over zwerfkinderen had gezien. De tasjesdief (1989) ont- | |
| |
stond na het lezen van een krantenartikel over een kind dat gedwongen werd om te stelen.
Als Van Hooft een onderwerp kiest om over te schrijven, wil ze goed geïnformeerd zijn. Ze praat met mensen die betrokken zijn bij de problematiek. Voor Nachtlopers (1991), waarin een pyromaan aan het werk is, sprak ze bijvoorbeeld met de brandweer. Bij het schrijven van Geen geweld (2000) had ze veel contact met de Stichting Tegen Zinloos Geweld. Het boek bevat achterin ook informatie over deze stichting.
Van Hooft wil dat kinderen plezier beleven aan het lezen van haar boeken, zich goed kunnen inleven en gepakt worden door het verhaal. Spanning en humor zijn daarbij belangrijke middelen. Soms zijn haar boeken spannend door detectiveachtige elementen. Zo proberen de hoofdpersonen in Nachtlopers een pyromaan te ontmaskeren en in Kinderen Ontvoerd (1993) wordt met hulp van de politie gezocht naar twee verdwenen kinderen. In De tasjesdief is sprake van emotionele spanning. De hoofdpersoon Alex werkt zichzelf steeds verder in de nesten omdat hij met niemand durft te praten over zijn problemen. Humor is er vooral in de boeken voor jongere kinderen. In De lachende kat (2005) begint kat Toetie te lachen als je haar een mop vertelt. Van een aantal boeken is de titel al grappig, zoals Hier waakt de goudvis (1998), Brulbaby's (2006) en de verhalenbundels Roza je rok zakt af (1997) en Roza je hoed waait weg (1999).
Voor kinderen vanaf tien jaar kiest de schrijfster onderwerpen die haar zelf raken, ontroeren, boos maken of verwonderen. Vaak zijn dat maatschappelijke problemen, zoals pesten, zinloos geweld of zwerfkinderen. De titel Treiterkoppen (1995) spreekt voor zich. Geen geweld (2000) is het verhaal van Kelvin, wiens grote broer wordt neergestoken door een dronken schoolvriend. In Woedend zwart (2008) confronteert ze haar lezers met het zware thema pedofilie. De lezer beleeft in dit boek alles door de ogen van Tom, die pas op een nieuwe school zit. Zijn meester geeft hem thuis bijles, maar wordt daarbij intiemer dan Tom lief is. Bewust beschrijft Van Hooft meester Willem als een leuke onderwijzer, die behalve de zwakte dat hij niet van jongens af kan blijven ook goede kanten heeft. Zo blijft de toon licht, ondanks het moeilijke onderwerp.
Voor jongere kinderen schrijft Mieke van Hooft over gewone kinderbelevenissen: grappige verhaaltjes met herkenbare, alledaagse gebeurtenissen. Zo zijn er de boeken over de kleuter Roza, die met haar ouders op een woonboot woont. Roza speelt samen met haar vriendinnetje voor vogelverschrikker, bekijkt de wereld door een verrekijker of gaat een dagje met haar ouders naar het strand. Steeds probeert Van Hooft zich voor te stellen hoe een
| |
| |
Illustratie van Ruud Bruijn uit De tasjesdief
klein kind de gebeurtenissen bekijkt. Een vergelijkbare reeks boeken schreef ze vanaf 1985 over het vijfjarige jongetje Sebastiaan. In deze verhaaltjes is de tijdgeest van de jaren tachtig herkenbaar aan een breiende vader en een klussende moeder. Maar de kinderlogica is van alle tijden. Als Sebastiaan bijvoorbeeld een taart in een gescheurde doos vindt, gaat hij thuis een emmertje halen om de lekkere taart in over te scheppen en mee te nemen.
| |
De tasjesdief
Als de elfjarige Alex op een vrijdagmiddag naar zijn oma Roos gaat, ziet hij twee jongens uit haar huis komen. Oma vindt hij binnen vastgebonden. Alex mag thuis niets vertellen en oma Roos wil geen aangifte doen; ze is bang haar zelfstandigheid kwijt te raken. Eén van de overvallers heeft bij Alex op school gezeten en denkt dat Alex hem heeft herkend. Hij belt op om hem te bedreigen en een afspraak te maken.
De broers Evert en Lucas krijgen Alex in hun macht door te dreigen dat ze oma iets aan zullen doen. Ze eisen geld van hem, en als hij geen geld meer heeft, dwingen ze hem de tas van een oud vrouwtje te stelen. Als Alex dat eenmaal gedaan heeft, is hij medeplichtig en daardoor nog meer klemgezet. De broers laten hem nog meer tasjes stelen en Alex wordt steeds angstiger en ongelukki- | |
| |
ger. Hij durft niemand te vertellen wat er aan de hand is.
Op een dag voelt Alex zich zo ellendig dat hij zijn fiets pakt en blindelings zo ver mogelijk weg wil fietsen. Dan wordt hij aangereden. Een blinde vrouw, Hester, neemt hem mee naar huis om bij te komen. Ze mogen elkaar meteen en Hester nodigt Alex uit terug te komen. Dat doet hij een paar dagen later, na een nieuwe confrontatie met Evert en Lucas. Hester merkt dat er iets aan de hand is en haalt hem over zijn verhaal te vertellen. Dan bellen ze oma Roos en samen gaan ze naar de politie.
De tasjesdief is een realistisch, spannend verhaal waar kinderen zich goed in kunnen inleven. De wereld van Alex is herkenbaar en als lezer begrijp je waarom hij niets durft te vertellen en zich steeds verder in de nesten werkt. Dat het boek in de ik-vorm geschreven is, brengt Alex nog dichter bij de lezer.
| |
Waardering
Vanaf haar eerste boek schrijft Mieke van Hooft over reële, maatschappelijke problemen. Een gevaar daarbij is, dat het verhaal ondergeschikt raakt aan het onderwerp. In besprekingen van haar boeken voor oudere kinderen wordt vaak opgemerkt dat de boodschap er wel erg dik bovenop ligt. Ook wordt de schrijfster regelmatig een gebrek aan diepgang verweten. Zo stelt Jan Loovers: ‘Het overigens sympathieke relaas over de beide broers [in Geen geweld] mist de diepgang, sfeer en toon die bij een thematiek als van zinloos geweld passen.’ In een bespreking van Raadsels (2006) zegt Jet Marchau: ‘het gesprek dat alle intriges en misverstanden moet plaatsen, valt uiteindelijk erg licht uit’. De karakters in Treiterkoppen (1995) zijn volgens Lieke van Duin nogal stereotiep: ‘Olaf is een vreselijk braaf jongetje (-)Derk daarentegen is de geharde pestkop, die achteraf gezien een angstig jongetje blijkt...’
Waardering is er wel voor de bruikbaarheid van de boeken bij het aan de orde stellen van een bepaald thema. ‘Dit boek is (-) een zinvolle poging om geweld te keren’, merkt Trees Wissenburg bijvoorbeeld op naar aanleiding van Geen geweld (2000).
Meer bijval is er voor de verhalen die Van Hooft voor jongere kinderen schrijft. De eenvoudige belevenissen van kleuters kan ze onderhoudend en enthousiast vertellen. Over Roza je hoed waait weg (1999) schrijft Peter de Boer: ‘Hoewel [de] avonturen van bescheiden orde zijn, weet Van Hooft er met veel vertellersplezier telkens iets aardigs van te maken.’ Herkenbaarheid is daarbij een sleutelwoord. Ook haar versjes voor peuters en kleuters worden herkenbaar genoemd, en speels. Jan van Coillie vraagt zich in een bespreking echter af of je de versjes moet beoordelen ‘op de bruikbaarheid of op de poëtische kwaliteit’. Zijn conclusie over Stamp, stamp olifant (2002) is: ‘Ongetwijfeld vindt de
| |
| |
kleuterleider of -leidster zijn of haar gading in dit boek, maar je leest je er niet echt in zoek.’
Volwassen jury's hebben geen van de vijftig boeken van Mieke van Hooft bekroond. Kinderen weten het werk van de schrijfster meer te waarderen. Negen keer werd een boek van haar getipt door de Nederlandse Kinderjury.
| |
Bibliografie
Gedichten voor volwassenen
|
Een kus op je neusje (2003), En dan troosten wij elkaar (2005), Ik lees de liefde in je ogen (2006), Ik hou zo van het leven (2007). |
Kinderboeken
|
Kijk naar je eigen. Haarlem, Holland, 1979. |
Kan ik er wat aan doen? Haarlem, Holland, 1981. |
In het bos verborgen. Met illustraties van Anjo Musaars. Haarlem, Holland, 1983. |
Wat zeg je me daarvan? 34 kinderen vertellen aan Mieke van Hooft en Lidy Peters over zichzelf en de wereld om hen heen. Haarlem, Holland, 1984. |
Sebastiaan. Met illustraties van Monica Maas. Haarlem, Holland, 1985. |
Weg met de meester. Met illustraties van Alex de Wolf. Haarlem, Holland, 1985. |
Sebastiaan rare banaan. Met illustraties van Monica Maas. Haarlem, Holland, 1987. |
Dag baby. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1988. |
Allemaal naar de speelzaal. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1989. |
De tasjesdief. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1989. |
Koekjes in de kerstboom. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1990. |
Nachtlopers. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1991. |
Sebastiaan blauwe billen. Met illustraties van Monica Maas. Haarlem, Holland, 1992. |
Zwarte Piet... Kiekeboe. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1992. |
Kinderen ontvoerd. Haarlem, Holland, 1993. |
Piratenfeest. Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 1993. |
Het doorgezaagde meisje. Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 1994. |
Treiterkoppen. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1995. |
Straatkatten. Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 1996. |
Roza je rok zakt af. Met illustraties van Julius Ros. Haarlem, Holland, 1997. |
Oppasdag. Met illustraties van Saskia Halfmouw. Haarlem, Holland, 1997. |
De truc met de doos. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Holland, 1998. |
Hier waakt de goudvis. Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 1998. |
Roza je hoed waait weg. Met illustraties van Julius Ros. Haarlem, Holland, 1999. |
Het grote boek van Sebastiaan. Met illustraties van Saskia Halfmouw. Haarlem, Holland, 1999. |
Het gillende jongetje. Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 2000. |
Geen geweld. Haarlem, Holland, 2000. |
Het prijzenmonster. Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 2001. |
De suikersmoes. Met illustraties van Irene Goede. Haarlem, Holland, 2002. |
Stamp, stamp olifant. Met illustraties van Tineke Meirink. Haarlem, Holland, 2002. |
Beroemd! Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 2003. |
Het potje van Annabella. Met illustraties van Barbara de Wolf. Amsterdam, Hillen, 2003. |
Zwijgplicht. Met illustraties van Irene Goede. Haarlem, Holland, 2004. |
Annabella gaat verhuizen. Met illustraties van Barbara de Wolf. Amsterdam, Hillen, 2004. |
Een nieuw schooljaar. Met illustraties van An Can- |
| |
| |
daele. Tilburg, Zwijsen, 2004. (Anker Serie) |
De lachende kat. Met illustraties van Annet Schaap. Haarlem, Holland, 2005. |
Annabella krijgt een zusje. Met illustraties van Barbara de Wolf. Amsterdam, Hillen, 2006. |
Brulbaby's. Met illustraties van Elly Hees. Amsterdam, Holland, 2006. |
Raadsels. Met illustraties van Irene Goede. Haarlem, Holland, 2006. |
Ik ben op jou. Met illustraties van Monique Beijer. Arnhem, Lannoo, 2006. |
Mama is lief. Met illustraties van Babette Harms. Arnhem, Lannoo, 2007. |
Papa is lief. Met illustraties van Babette Harms. Arnhem, Lannoo, 2007. |
Oma is lief. Met illustraties van Babette Harms. Arnhem, Lannoo, 2008. |
Opa is lief. Met illustraties van Babette Harms. Arnhem, Lannoo, 2008. |
Woedend zwart. Haarlem, Holland, 2008. |
Ik weet wel dat ik leuk ben. Met illustraties van Monique Beijer. Arnhem, Terra-Lannoo, 2008. |
Luisterboek
|
De tasjesdief. Voorgelezen door Katrui ten Barge. Luisterlezen, 2006. |
Over Mieke van Hooft
|
Casper Markesteijn, Het beste komt nog. In: Haarlems Dagblad, 14-10-1993. |
Lieke van Duin, Wraak. In: Trouw, 21-6-1995. |
Joke Linders et al. Mieke van Hooft. In: Het ABC van de jeugdliteratuur: in 250 schrijversportretten van Abkoude naar Zonderland. Groningen, Martinus Nijhoff, 1995, blz. 228-229. |
Sandra van Ginkel, Leven op straat is niet romantisch: ‘Straatkatten’ van Mieke van Hooft realistisch verhaal. In: De Gelderlander, 15-7-1996. |
Peter de Boer, Over Roza je hoed waait weg. In: Trouw, 23-10-1999. |
Jan Loovers, Zinloos geweld. In: Zwolse Courant, 21-9-2000. |
Trees Wissenburg, ‘Geen geweld’ zinvol in geweld-discussie. In: Amersfoortse Courant, 17-6-2000. |
Jan van Coillie, Stamp, stamp olifant; versjes voor peuters en kleuters. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-3-2003. |
Jan van Coillie et al (red.), Mieke van Hooft. In: Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, Fontein; Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004, blz. 154. |
Jet Marchau, Raadsels. In: Leesideeën Off Line, 31-12-2006. |
Websites
|
www.miekevanhooft.nl |
www.uitgeverijholland.nl |
www.leesplein.nl |
79 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2009
|
|