| |
| |
| |
Klaas van der Geest
door Richard van Schoonderwoerd
Klaas van der Geest werd op 27 november 1903 op Schiermonnikoog geboren. Toen hij twee jaar was, werd zijn vader ernstig ziek en moest zijn moeder de kost verdienen. Al op jonge leeftijd verlangde Klaas naar de zee. Na eerst de hbs en zeevaartscholen op Schiermonnikoog en in Amsterdam te hebben doorlopen, werd hij stuurman op de grote vaart. Met de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd en de Koninklijke Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij bevoer hij alle wereldzeeën. Tijdens de crisis in de jaren dertig werd hij ontslagen en kwam hij in de steun terecht.
Vanaf 1937 probeerde hij in zijn levensonderhoud te voorzien met schrijven. In datzelfde jaar debuteerde hij met Eiland in de branding, een roman voor volwassenen. Zijn eerste kinderboek, De reis rond Kaap Hoorn, verscheen in 1940. Omdat hij zich niet bij de Kultuurkamer wilde aansluiten, kon hij tijdens de oorlog niet publiceren. Hij raakte betrokken bij het verzet en moest onderduiken. Van der Geest profileerde zich als links, met communistische sympathieën. Hij voelde zich midden in de arbeidersklasse staan, deed mee aan werklozenacties en zat in strijdcomités. Zijn bewondering voor de Sovjet-Unie verdween op slag nadat hij het land in 1951 had bezocht. Daarna werd hij verketterd door zijn communistische vrienden.
Van der Geest had een rusteloos karakter. Een collega-auteur omschreef hem als een zoeker, een zwerver door onrust geleid. Voor zijn in Drenthe gesitueerde sociale roman Gezegend is het land ontving hij in 1950 de D.A. Thieme-prijs. Klaas
| |
| |
van der Geest trouwde twee keer en overleed na een kort ziekbed op 10 oktober 1964 in Zwolle, 60 jaar oud.
| |
Werk
Al in zijn zeemanstijd schreef Klaas van der Geest verhalen, onder meer voor het vrijzinnig-godsdienstig blad Het Noorderlicht, dat in de noordelijke provincies verscheen. Enkele van zijn verhalen verschenen in het Russisch in het zeemanstijdschrift Round the World, dat werd uitgegeven in de Sovjet-Unie. Het werk voor de jeugd heeft een grote variëteit aan onderwerpen. Zijn eerste kinderverhalen legde hij voor aan de schrijfster Mien Labberton, die zorgde dat er eentje werd opgenomen in het jeugdblad Zonneschijn. Ook schreef hij kinderverhalen voor onder meer de Haagse Post en ‘De Merel’, een bijlage voor de jeugd bij Het Kind, een veertiendaags tijdschrift voor ouders en opvoeders. Hij publiceerde in totaal 44 kinderboeken en twintig boeken voor volwassenen. Ook verschenen verhalen en reportages in allerhande kranten en tijdschriften, waaronder het Algemeen Handelsblad en Toeristenkampioen van de anwb. Hij trad op als vertaler uit het Frans, Duits, Engels, Fins, Noors, Zweeds en Deens. Zijn eigen werk werd vertaald in het Duits, Afrikaans, Tsjechisch en Pools.
De reis rond Kaap Hoorn (1940) beschrijft de jeugdjaren van de latere ontdekkingsreiziger Stanley; zijn vlucht uit het weeshuis en zijn tocht als scheepsjongen op een zeilschip naar New Orleans. Jeugdproblemen, sociale wantoestanden en vriendschap komen zowel in dit werk als in een aantal andere jeugdboeken van Van der Geest voor.
Brand op de bloeiende heide (1950) speelt in de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal concentreert zich rond een groep jongens uit een Fries dorp. Vriendschap en doorzettingsvermogen staan in dit boek centraal. De jongens beleven allerlei avonturen, zo zorgen ze onder meer voor Joodse onderduikers.
Avontuur is een belangrijk element in het werk van Klaas van der Geest. Maar hij kon ook op gevoelige wijze voor jonge kinderen schrijven: eenvoudige belevenissen, soms met sprookjesachtige inslag. Zoals in De beer van Jannie, de lotgevallen van een teddy-beer (1948), waarin de belevenissen van het jongetje Jannie en diens beer worden verteld. Als Jannie te groot is voor zijn knuffel, zorgt vader dat de beer terechtkomt bij een arm, ziek jongetje. Het houten mannetje (1952) gaat over een jongen die een mannetje van hout maakt, een kereltje met vetleren laarzen, een lakense broek, een duffelse jekker en een platte pet. Het is een eenvoudig, vrijzinnig kerstverhaal, geschreven in een poëtische stijl, waarin het houten mannetje het dagelijks leven van enkele kinderen en een oude grootmoeder gadeslaat, maar ook meebeleeft. Tot hij jammerlijk aan zijn
| |
| |
einde komt door toedoen van een onvoorzichtige kat.
De wonderbron (1954) bevat cultuursprookjes en korte verhalen voor kinderen rond de tien jaar, waarin de schrijver zich bezighoudt met God, de almachtige, de liefdevolle, soms de vertoornde, tegenover de mens met al zijn goede en slechte eigenschappen.
In Achter stampende hoeven; Tom Hoekstra als veedrijver in Australië (1954) wil Tom op zijn zeventiende veel geld verdienen, om samen met zijn broers hun invalide vader en moeder, die heimwee naar Groningen hebben, in staat te stellen naar Nederland te gaan. Hij zoekt en vindt werk als veedrijver en beleeft spannende avonturen in de woeste binnenlanden van Australië.
Jan Bernard en zijn vrienden (1956) vertelt over de belevenissen van Jan Bernard en zijn klasgenoten bij het helpen van dieren. Het begint met een hond, die ze redden uit handen van zijn baasje Hans Jan, omdat de jongen zijn dier slecht behandelt. Ze passen eerst allerlei straffe maatregelen toe op de boosdoener, waardoor ze het kwaad echter nog erger maken. Door de eerlijke pogingen van Jan Bernard om ook een vriend voor Hans Jan te zijn, komt het later allemaal goed. Het verhaal eindigt met de oprichting van een jeugdafdeling van de dierenbescherming, waarvan Hans Jan voorzitter wordt.
Jos overwint zichzelf (1956) vertelt over de innerlijke strijd van Jos Heimans als na de dood van zijn lieve moeder zijn vader een andere vrouw ontmoet. Een gevoelige geschiedenis, die voor een deel op Schiermonnikoog speelt. Daar overwint Jos zichzelf en aanvaardt hij zijn tweede moeder.
In Overval op Juan Fernandez (1961) staan de spanning en het avontuur centraal. In een romantische entourage ontsnappen gedeporteerden van een gevangeniseiland. Eerlijke zeelui worden door hen bewusteloos geslagen en aan boord gebracht van een zeilschip. Daarna wordt er een overval gepleegd op het gevangeniseiland. Uiteindelijk zegeviert het goede.
Onrust op het eiland (1963), het laatste jeugdboek van Klaas van der Geest, speelt weer op Schiermonnikoog. Een jongen die afdrijft met zijn vlot, brengt de hele bevolking van het eiland in beroering. Bovendien stuurt hij de plannen van een groep smokkelaars en van de recherche in de war. Ten slotte worden de smokkelaars gegrepen.
| |
De ATO-reeks
De ato-reeks schreef Van der Geest tussen 1958 en 1963 op verzoek van uitgeverij Callenbach te Nijkerk. Aanvankelijk had hij negatief geantwoord op het verzoek om een reeks spannende verhalen te schrijven. Revolvers, moord en doodslag, daar moest hij niets van hebben. Maar ook Callenbach stond
| |
| |
Illustratie van A.A. Tadema uit Tanker Arcturus
dat in het geheel niet voor ogen. De afkorting ato staat voor Avontuur, Techniek en Ontspanning. Acht van de in totaal zeventien delen schreef Van der Geest binnen een jaar. De verhalen spelen in verschillende omgevingen, zoals bij de oliewinning in de Arabische woestijn, in Agadir tijdens een aardbeving, bij het Noorse en Poolse verzet in de Tweede Wereldoorlog, in Kongo, in Nieuw-Guinea, enz.
In Tanker Arcturus, het zevende deel van de serie, moet een Super Constellation die op weg is van Hamburg naar Tampico, boven de Atlantische Oceaan een noodlanding maken. De tanker Arcturus wordt ingeschakeld bij het reddingswerk. Na een moeizame strijd tegen storm en regen slaagt de piloot van het vliegtuig er in samenwerking met de gezagvoerder van de Arcturus in het grootste deel van de passagiers in veiligheid te brengen. Zowel de piloot als de rest van de bemanning komen om het leven.
Klaas van der Geest zei over deze serie: ‘Je moet niet denken dat die jeugdboeken bij Callenbach, die eigenlijk een uitgever van christelijke literatuur is, dus christelijke boeken zijn. Niet dat ik enig bezwaar heb tegen christelijke boeken - ook zo'n rare uitdrukking, net alsof de hele rest on-christelijk zou wezen - maar die schrijf ik nu eenmaal niet. Ik zeg dit alleen omdat ik er niets voor voel in een hoek te worden gezet waar ik niet hoor.’
Hoewel in korte tijd vele delen verschenen, bracht de ato-reeks niet het succes dat de uitgever ervan had verwacht. De reeks kon niet de concurrentie aan met andere succesvolle series uit die tijd, zoals de series over Bob Evers, Arendsoog en Pim Pandoer. Een aantal delen beleefde over een langere periode wel enkele herdrukken.
| |
| |
| |
Waardering
De boeken van Klaas van der Geest kregen over het algemeen een gunstig onthaal. Recensenten van Biblionet, de centrale organisatie van Drentse bibliotheken, beoordelden veel van zijn boeken voor aanschaf door de bibliotheek. Achter stampende hoeven; Tom Hoekstra als veedrijver in Australië (1954) wordt omschreven als een sterk, avontuurlijk jongensboek, met veel bijzonderheden over het leven van kolonisten en veedrijvers in Zuid- en West-Australië. ‘Zeer goed weet de schrijver spanning te brengen in scènes als bij de achtervolging door stieren bij het vee drijven, de val van een der drijvers in een kloof. Vlotte verteltrant en een goede stijl. Een boeiend boek, dat graag gelezen zal worden’.
Over De wonderbron (1954) merkt de recensent op: ‘korte sprookjes in boeiende stijl, met grote fantasie geschreven’. Onrust op het eiland (1963) wordt aangeprezen als een spannend verhaal zonder sensatie en met een goede sfeertekening. ‘De eendracht onder de eilandbevolking en onder de bemanning van de schepen wordt goed uitgebeeld. Een sfeervol, positief jeugdverhaal, een fijn boek en aanbevolen om aan te schaffen.’
Soms zijn de oordelen verdeeld, zoals bij de herdruk van Brand op de bloeiende heide in 1964. Zo vindt Biblionet: ‘Vervelende verteltrant, stijl is kort en stotend, een prul van een boek’, maar de recensent van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag oordeelt: ‘Een opvoedend boek, waarin geleerd wordt dat men in alle omstandigheden verplicht is elkaar te helpen.’
De recensies over de ato-reeks waren overwegend redelijk positief. Wel wordt Van der Geest geregeld verweten dat hij het verhaal te plotseling laat aflopen. Een criticus merkt hierover op in 1963 in de Leeuwarder Courant: ‘Klaas van der Geest zal er z'n (ongetwijfeld vele) jonge lezers een deugd mee doen als hij het slot van z'n boeken wat bevredigender maakt, wat minder abrupt.’ Clara Eggink heeft veel waardering voor de reeks. ‘Klaas van der Geest heeft met de ato-reeks een eigen genre van jeugdboeken geschapen, boeken waarin een ieder die er mee in aanraking komt, er ergens iets van zichzelf in vindt’ (De Telegraaf).
| |
Bibliografie
Voor volwassenen (keuze)
|
Eiland in de branding (1937), Thuisreis (1938), Wrakhout (1939), Margreet (1940), Deining (1948), Gezegend is het land (1949), O 16 (1962), Gezegend is het leven (1963), Vaart naar het einde (1964). |
Keuze uit de jeugdboeken
|
De reis rond Kaap Hoorn. Zeist, Ploegsma, 1940; 4de herziene druk met illustraties van Friso Henstra: 1960. |
Pieter Pieterszoon: lichtmatroos op een kaperschip. Met illustraties van Piet Marée. Den Haag, Leopold, 1940. |
| |
| |
Op 't Zuydlandt gestrand. Met illustraties van M.C.A. Meischke. Meppel, Roelofs van Goor, 1947. |
De beer van Jannie: de lotgevallen van een teddy-beer. Met illustraties van Lies Veenhoven. Assen, Van Gorcum, 1948. |
Brand op de bloeiende heide. Met illustraties van Jan Lutz. Nijkerk, Callenbach, 1950. |
Giethoornse vrijbuiters. Met illustraties van Jan Lutz. Meppel, Ten Brink, 1950. |
Het houten mannetje. Met illustraties van Johannes Mulders. Assen, Van Gorcum, 1952. |
De schrik der Wadden. Met illustraties van Hans Borrebach. Nijkerk, Callenbach, 1953. |
De wonderbron; sprookjes en verhalen. Met illustraties van Irmgard Wille. Den Haag, Van Goor, 1954. |
Achter stampende hoeven; Tom Hoekstra als veedrijver in Australië. Met illustraties van M. Rietdijk. Meppel, Roelofs van Goor, 1954. |
Jan Bernard en zijn vrienden. Met illustraties van Jaap Veenendaal. Den Haag, Van Goor, 1956. |
Jos overwint zichzelf. Met illustraties van Randi Doorman. Amsterdam, Ploegsma, 1956. |
Storm over de wildernis. Met illustraties van P.A.H. van der Harst. Hilversum, De Boer, 1958. |
Overval op Juan Fernandez. Met illustraties van Hans Borrebach. Nijkerk, Callenbach, 1961. |
Onrust op het eiland. Met illustraties van J.J. Hartogh. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1963. |
ATO-reeks
|
Met illustraties van Auke Anne Tadema: 1. Blokpost 16 (1958), 2. Expeditie 0-75 (1958), 3. Tussen 70 en 80° zuid (1959), 4. Brand in boortoren 2 (1959), 5. De ondergang van de Pemex IV (1959), 6. SP.2 meldt zich (1959), 7. Tanker Arcturus (1958), 8. Sabotage op Old Mike (1960); met illustraties van Gert Gremmen: 9. De zoutmijnen van Bal Harith (1960), 10. Operatie Agadir (1960), 11. Vlucht uit Kongo (1961), 12. Opdracht uitgevoerd (1961), 13. Transport verhinderd! (1961), 14. Orkaan Old Joe (1961), 15. Helikopter Bell 47-D vermist (1962), 16. Vernietig de raketten! (1962), 17. Contrabande (1963). Nijkerk, Callenbach, 1958-1963. |
Over Klaas van der Geest
|
[Anoniem], Van Matroos via ‘den Steun’ tot Schrijver. In: Haagsche Post, 5-6-1937. |
Theun de Vries, Schrijvers hebben de vrede nodig om te werken. In: De Waarheid, 17-6-1950. |
Clara Eggink, Klaas van der Geest veelzijdig en vruchtbaar auteur. In: De Telegraaf, 14-6-1961. |
[Anoniem], 5 × Klaas van der Geest, In: Leeuwarder Courant, 21-11-1963. |
Mr. I.E. Prins-Willekes Macdonald, Klaas van der Geest. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1967-1968. |
93 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2013
|
|