| |
| |
| |
Leon Garfield
door Toke Hofman
Leon Garfield is geboren op 14 juli 1924 in Brighton, Sussex, Engeland. Na de middelbare school begint hij aan een kunststudie, maar als de tweede wereldoorlog uitbreekt moet hij in militaire dienst. Hij komt dan ook in West-Europa terecht, waar hij in België zijn vrouw, de artieste Vivien Dolores Alcock leert kennen.
Na de oorlog is hij als biochemist werkzaam, terwijl hij in zijn vrije tijd verhalen schrijft. Na 1966 wordt het schrijven echter hoofdzaak. Garfield woont nu samen met zijn vrouw en hun geadopteerde dochter Jane in Londen. Zijn verhalen zijn in verschillende talen vertaald en bewerkt. Sommige zijn ook verfilmd. Hij heeft verschillende onderscheidingen gekregen voor zijn werk, zoals in 1973 een Zilveren Griffel voor De Avonturen van Jack Holborn en in 1974 eveneens een Zilveren Griffel voor Tussen Galg en Gekkenhuis.
| |
Werk
Leon Garfield wordt vaak getypeerd als de Dickens van de jeugdliteratuur. Niet alleen omdat hij zijn verhalen vaak in dezelfde milieus en in dezelfde tijd situeert, maar ook omdat zijn stijl en humor sterk aan Dickens doen denken. Garfield schrijft historische avonturenverhalen die zich voornamelijk afspelen in het achttiende-eeuwse Zuid-Engeland. Het is Garfield echter niet speciaal om die historische periode te doen. Hij gebruikt wel dankbaar de entourage die de achttiende eeuw hem biedt om aan essentiële thema's vorm te geven. Het zoeken naar de eigen identiteit, het verschil tussen goed en kwaad, een plaats voor jezelf weten te vinden in de wereld, zijn de eigenlijke onderwerpen. Door de achttiende-eeuwse lokatie, achterbuurten, piratenschepen, gevangenissen, worden het tegelijkertijd spannende avonturenverha- | |
| |
len. De hoofdfiguren, meestal jonge mensen van 12 à 15 jaar, moeten door heel wat gruwelijke gebeurtenissen heen, voordat ze tenslotte enige kennis omtrent zichzelf en de wereld om hen heen hebben verworven. Daarbij weet Garfield de spanning op een uitstekende wijze naar een climax te doseren.
Zijn verhalen kenmerken zich door de ingewikkelde plots. Verschillende verhaallijnen lopen naast en door elkaar. Niet altijd slaagt Garfield er echter in deze in een hechte compositie te verwerken. Ook zijn vertelstijl is bepaald niet eenvoudig. Hij maakt veel gebruik van adjectieven en uitvoerige vergelijkingen, terwijl wisselende vertelperspectieven en flashbacks geen uitzonderingen zijn in zijn werk. Hieruit volgt dat de boeken van Garfield niet voor elke lezer even aantrekkelijk zijn.
De kracht van Garfield ligt echter in zijn thematiek: mensen kunnen zich in moeilijke omstandigheden niet de luxe veroorloven om oprecht en smetteloos te leven. Garfield romantiseert het verleden niet. Hoewel hij de grenzen van het genre van de schelmenroman verkent en dus ook de melodramatische aspecten ervan ten volle benut, weet hij toch door zijn levendige stijl, zijn menslievend realisme en zijn humor zijn werk te behoeden voor trivialiteiten.
Zijn werk wordt over het algemeen erg positief gewaardeerd. Dat er toch ook nog negatieve reacties zijn, vloeit gedeeltelijk voort uit de barokke fantasie van deze schrijver, maar ook uit het feit dat Garfield bij het schrijven van zijn historische jeugdromans niet gehinderd wordt door pedagogische en didactische maatstaven.
| |
Kinderboeken
Het eerste boek van Leon Garfield, De Avonturen van Jack Holborn (1964) is al direct typerend voor het karakter van zijn werk. Het is een zeeverhaal met de traditionele motieven: vreemde, verafgelegen gebieden, schipbreuk, muiterij, piraterij, het vinden van een schat. De hoofdfiguur, Jack, is op zoek naar zijn ouders, maar wordt door de gebeurtenissen ook gedwongen een keuze te doen tussen goed en kwaad. Hij krijgt te maken met ziekte, krankzinnigheid, ontvoering, slavenhandel, maar het verhaal loopt goed af en Jack blijkt aan het slot degene te zijn die hij al vanaf het begin was. Het verhaal is vaak omslachtig geschreven, melodramatisch, niet steeds overtuigend, maar wel opwindend.
Tussen Galg en Gekkenhuis (1969) bevat twee verhaallijnen. Enerzijds de relatie tussen de hoofdfiguur Tolly en de misdadiger Black Jack, anderzijds zijn verhouding met het aanvankelijk krankzinnige meisje Belle. Voor het eerst in Garfields verhalen is het nu de liefde die de hoofdfiguur helpt zijn moeilijkheden te overwinnen en volwassen te worden. Dit alles speelt zich echter wel af tegen een macabere achtergrond van geweld, moord en doodslag.
| |
| |
Illustratie van Dick de Wilde uit Tussen Galg en Gekkenhuis
| |
| |
De Bedrieger (1979) speelt zich, zeer verrassend, voor een deel in Duitsland af, maar wel in de achttiende eeuw. Een groep Duitse protestanten wil naar Amerika emigreren onder leiding van een huzarenkapitein. De tocht verloopt niet zonder moeilijkheden. Met enig sarcasme beschrijft Garfield de zogenaamde liefdadigheid van de Engelsen als de groep op een gegeven moment, verstoken van geld, in Engeland blijft steken.
| |
Bibliografie
Jack Holborn (1964): De Avonturen van Jack Holborn. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1972. |
Devil-in-the-Fog (1966): Duivel in de mist. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1977. |
Smith (1967): Smith. Vertaald door Hella Haasse. Met illustraties van Anthony Maitland. Groningen, Wolters-Noordhoff/Arbeiderspers, 1969. Smith, de dief. Opnieuw vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1979. |
Mr. Corbett's Ghost and other Stories. London, Longman, 1969. New York, Pantheon, 1968. |
Black Jack (1969): Tussen Galg en Gekkenhuis. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1973. |
The Boy and the Monkey. London, Heinemann, 1969. |
The Drummer Boy (1970): De Trommelslager. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1974. |
The Ghost Downstairs (1972): De Geest met de Hoepel. Vertaald door R. Wolf. Met illustraties van Anthony Maitland. Den Haag, Leopold, 1974. |
The strange Affair of Adelaide Harris (1971): De wonderlijke Geschiedenis van Adelaïde Harris. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1976. |
The Captain's Watch. London, Heinemann, 1972. |
Lucifer Wilkins. London, Heinemann, 1973. |
The Sound of Coaches. London/New York, Kestrel/Viking, 1974. |
The Prisoners of September. London/New York, Kestrel/Viking, 1975. |
The Pleasure Garden (1976): De Tuin der Vreugden. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1978. |
John Diamond: John Diamond wordt gezocht. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Dick de Wilde. De Haag, Leopold, 1981. |
The Confidence Man: De Bedrieger. Vertaald door Jo Waterreus. Met illustraties van Dick de Wilde. Den Haag, Leopold, 1981. |
Fair is Fair: Eerlijk is Eerlijk. Vertaald door Tine Leiker. Met illustraties van Margareth Chamberlain. Den Haag, Leopold, 1981. |
Over Leon Garfield en zijn werk
|
E. Blishen, The Thorny Paradise. London, 1975, blz. 81-86. |
J. Townsend Rowe, Written for Children. Harmondsworth, 1976, blz. 179, 226-229, 259-260, 296, 323, 327. |
H. Kars-Ten Cate, Leon Garfield. NBLC-Monografieën, serie h, nr. 4, Den Haag, 1976. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 2 (1978), nr. 21. |
Lexicon jeugdliteratuur
september 1982
|
|