| |
| |
| |
Miek Dorrestein
door Anton Hofman
Miek Dorrestein werd op 17 augustus 1931 in Den Haag geboren. Toen ze drie jaar oud was verhuisde het gezin naar Gennep in Limburg. Ze behaalde haar diploma voor onderwijzeres in 1950 en stond vier jaar voor de klas. In 1954 vertrok ze naar Nederlands Nieuw-Guinea en onderwees tien jaar lang Papoease kinderen. Vervolgens ging ze naar Brazilië, waar ze twee jaar in het Amazonegebied en drie jaar in Minas Gerais huishoudcursussen gaf. Eind 1969 kwam ze terug in Nederland; in 1972 vestigde ze zich in Made (Noord-Brabant). In 1975 begon ze voor het jeugdblad Taptoe te schrijven.
In 1979 verscheen haar eerste jeugdboek Geesten houden niet van regen, waarvoor ze in het kader van de Europese Jeugdboekenprijs van de universiteit van Padua (de Premio Europeo di Letterature giovanile) een eervolle vermelding kreeg in de categorie ‘actuele literatuur’.
Miek Dorrestein heeft verschillende jeugd- en kinderboeken vertaald, met name uit het Duits en het Zweeds.
| |
Werk
Miek Dorrestein begon te schrijven omdat ze zich ergerde aan het - volgens haar - eenzijdige en negatieve beeld dat in de media wordt gegeven van ontwikkelingslanden: ellende, moord en corruptie. Haar persoonlijke ervaringen in West-Irian en Brazilië waren heel anders. Kinderen in Nederland brengen veel tijd door voor de televisie. Door eenzijdige informatie worden snel allerlei vooroordelen gevormd. Om daar enig tegenwicht aan te geven begon Miek Dorrestein korte verhalen te schrijven, gevolgd door vijf boeken die spelen in de Derde Wereld. Deze
| |
| |
boeken gaan over mensen tussen twee culturen, hetgeen het zoeken naar hun identiteit en hun plaats in de samenleving in belangrijke mate bepaalt. De kracht van deze boeken ligt, naast de thematiek, in de schildering van zeden, gebruiken en tradities van mensen in West-Irian en Brazilië.
Mede op aanraden van haar uitgever ging Miek Dorrestein over op het schrijven van kinderboeken die zich afspelen in Nederland. Centraal bleven jongeren die hun plaats zoeken in gezin en samenleving.
De spinazie club en De vlucht zijn boeken bestemd voor kinderen met leesmoeilijkheden. Deze boeken hebben een beperkt aantal bladzijden, de letters zijn vrij fors, het taalgebruik is helder en eenduidig en moeilijke woorden en zinsconstructies zijn vermeden.
Voor Veertien dagen op een ijsschots en Wie keert het getij, beide gebaseerd op historische gegevens, heeft de schrijfster zich uitgebreid gedocumenteerd, hetgeen tot uiting komt in het informatief-educatieve karakter van deze boeken.
| |
Vogelvrij verklaard
Vogelvrij verklaard gaat over de onderdrukking door Indonesische militairen van Irian-Jaya, het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Alle beloftes van de Nederlandse regering ten spijt, zijn de Papoea's niet onafhankelijk geworden maar ingelijfd bij Indonesië. Hoofdpersoon is de zestienjarige Bertos, zoon van een Papoease moeder en een Nederlandse militair. De vader is voor de geboorte van zijn zoon naar Nederland teruggekeerd. Naarmate Bertos ouder wordt groeit bij hem het verlangen zijn vader te kennen. Hij wil hem een brief schrijven en vragen om een foto en om geld waarmee wapens voor de verzetsbeweging opm gekocht kunnen worden. De verzetstrijders wantrouwen Bertos, want zijn vader is een Nederlander. Bertos denkt dat hij geaccepteerd zal worden als hij voor wapens zorgt. Eerder dan hij verwacht komt hij in aanraking met het verzet en met de vijand. Hij merkt dan hoe machteloos het verzet is. Niemand helpt hen, de Papoea's zijn ‘vogelvrij verklaard’.
Vogelvrij verklaard, een boek bestemd voor oudere kinderen, geeft een beeld van de machteloosheid van de Papoea's en het onrecht dat hen is aangedaan. Het educatieve karakter wordt benadrukt door het nawoord over de geschiedenis van West-Irian.
De hoofdpersoon is op zoek naar zijn identiteit. Dit zoeken wordt vooral beïnvloed door zijn ‘gemengde’ afkomst en het ontbreken van de natuurlijke vader bij het opgroeien van Bertos. Uiteindelijk richt hij zich het meest naar zijn stiefvader en daarmee in politiek opzicht ook naar het standpunt dat gewelddadig verzet niet de juiste weg is.
| |
| |
| |
Wie keert het getij
Dit verhaal geeft een beeld van wat zich afspeelde rond de bouw van de stormvloedkering in de Oosterschelde. Het gaat over Michiel die tien jaar oud was toen hij voor het eerst meedeed aan acties tegen de voorgenomen afsluiting van de Oosterschelde. Hij wordt daarbij aangespoord door een iets oudere zus. Thuis ontstaan wrijvingen, want vader, als ingenieur betrokken bij de uitvoering van het Deltaplan, en grootvader, die nare herinneringen heeft aan de watersnoodramp van
Illustratie van Ruud Bruijn uit Wie keert het getij
1953, zijn voorstanders van totale afsluiting van de Oosterschelde. Steeds meer mensen sluiten zich echter bij de actie tegen totale afsluiting aan; de regering kiest voor een compromis: een stormvloedkering.
Wie keert het getij is een informatief boek voor wat oudere kinderen. Centraal staat het thema dat invloeden van ‘buitenaf’, zoals lessen op school, politieke ontwikkelingen en protestacties, danig in kunnen werken op het gezinsleven en de ontwikkeling van zowel jonge als oudere mensen. De belangrijkste les die uit het boek getrokken kan worden is dat het sluiten van compromissen - zowel in de sfeer van het gezin als wat betreft het afsluiten van de Oosterschelde - bevredigender is dan het halsstarrig vasthouden aan het eigen gelijk.
| |
Waardering
Het werk van Miek Dorrestein wordt over het algemeen positief gewaardeerd. Vooral vanwege de gekozen thematiek, de informatieve hoedanigheid en de verhaaltechnische opbouw van haar boeken. Zo merkt Robert Baccarne over de eerste vijf boeken van Miek Dorrestein op: ‘Haar verdienste ligt dan ook in de schildering van zeden en gebruiken, van de gedachtenwereld, de tradities en de eigenheid van de verschillende volken die ze heeft gekend, met de bekommernis om deze recht te laten wedervaren (...). Deze verhalen (Ik wil hier weg in mindere mate) zijn
| |
| |
vlot en gaaf geconstrueerd, bieden degelijke informatie, schakelen spanning en humor in en scheppen voor elk kind herkenbare levenssituaties.’ En Anne Rube over Vogelvrij verklaard: ‘Ze heeft iets te vertellen en doet dat goed.’
Ook de Gelders-Overijsselse Courant oordeelt positief over Vogelvrij verklaard, maar kritiseert andere boeken van Miek Dorrestein: ‘Dit is een pittig, bepaald niet oppervlakkig boek met een duidelijke politieke lading, bestemd voor kinderen vanaf 14 jaar. Een heel wat minder vrijblijvend werkje dus dan de eerdere boeken van Miek Dorrestein.’ Naast opmerkingen over oppervlakkigheid bij het beschrijven van relaties en (maatschappelijke) problemen, zijn er ook kritische kanttekeningen over het ‘onderwijzeres-achtige’, het geforceerd educatief - informatieve karakter van Dorresteins boeken. Robert Baccarne: ‘Ze had dus allereerst een informatieve en educatieve bedoeling, anders gezegd: eenmaal onderwijzeres, altijd onderwijzeres.’
Voor zover critici ingaan op stijl en techniek is de beoordeling vrij positief. Baccarne: ‘Ze weet haar gegevens in een boeiend verhaal te vatten, en kan dat verhaal in een vlotte, fotografische en humoristische stijl neerpennen.’ Kritiek op de techniek kwam er met betrekking tot Veertien dagen op een ijsschots, waarin de schrijfster het bestaan van de scholiere Jacobien Bording verweeft met het waar gebeurde verhaal van drie vissers die op de Zuiderzee twee weken op een ijsschots ronddreven. nrc-handelsblad: ‘Deze truc uit de schrijversdoos is nauwelijks acceptabel en de beoogde integratie tussen 1985 en 1849 komt niet tot stand. Een sterk verhaal zo nadrukkelijk ombouwen tot een kinderboek lijkt des te overbodiger, omdat de auteur het al meer tekening gaf door de karakters van de drie mannen uit te diepen en tegenover elkaar te plaatsen. De lezer - ook al is hij pas een jaar of elf - wacht vol ongeduld op wat er verder op dat ijs gebeurt. De rest is kindergedoe.’
| |
Bibliografie
Kinderboeken
|
Geesten houden niet van regen. Met illustraties van Jan Wesseling. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1979. |
De belofte van de lange haren. Met illustraties van Jennie Dalenoord. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1980. |
Die man daar is mijn vader. Bewerking door Miek Dorrestein van het gelijknamige hoorspel van An Rutgers van der Loeff. Met illustraties van Reintje Venema. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1981. |
Ik wil hier weg. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1981. |
Paalwormen of pindakaas. Met illustraties van Hanna Benthem. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1982. |
Met Kurusa, De straat is voor iedereen. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma/NOVIB, 1982. |
De spinazie club. Met illustraties van Bab Siljée. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1983. |
| |
| |
Vogelvrij verklaard. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1984. |
Veertien dagen op een ijsschots. Met illustraties van Henk Tol. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1986. |
De vlucht. Met illustraties van Eke van Mansvelt. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1987. |
Wie keert het getij. Met illustraties van Ruud Bruijn. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma, 1987. |
Over Miek Dorrestein
|
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 8 (1984), nr. 14. Den Haag, NBLC, 1984. |
L.H., Spannend boek over vrijheidsstrijd Papoea's. In: Gelders-Overijsselse Courant, 13-09-1984. |
Anne Rube, ‘Vogelvrij verklaard’ aangrijpende jeugdroman over Papoea's. In: Utrechts Nieuwsblad, 25-09-1984. |
IJsschotsen en Inca's. In: NRC-Handelsblad, 15-06-1986. |
Marie-José Balm, Mooi boek uit de vrieskist. In: Het Parool, 21-06-1986. |
Rinus Antonisse, Jeugd in actie voor open Oosterschelde. In: De Provinciaal Zeeuwse Courant, 3-10-1987. |
18 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1988
|
|