| |
| |
| |
Lauren Child
door Ria De Schepper
Lauren Child is geboren op 29 november 1965 en groeide op in het Engelse Wiltshire. Ze bezocht twee kunstacademies, Manchester Polytecnic en The London College of Arts, om er illustratie en decoratieve kunsten te volgen. Ze gaf haar studies voortijdig op, ontgoocheld omdat ze er te weinig leerde en de opleidingen te saai vond. Daarna ging ze een half jaar op reis en nam allerlei baantjes aan, waaronder meubels maken, schilderen en porselein decoreren. Vervolgens richtte ze haar eigen firma op, Chandeliers For The People, die zich specialiseerde in het maken van exotische kroonluchters. Commercieel was het geen succes en daarom nam ze haar oorspronkelijke voornemen om kinderboeken te schrijven en te illustreren weer op. In 1999 debuteerde ze met Clarence Bean, That's Me, haar eerste verhaal over Klaartje Boon. Door de gevatte vertelstijl en de aparte illustraties was het boek onmiddellijk populair.
Lauren Child kreeg verscheidene prijzen. In 2001 won ze met I Will Not Ever, Never Eat a Tomato (Dat lust ik niet!) de Kate Greenaway Medal en in 2002 de Smarties Gold Award met That Pesky Rat (Wie wil mij?). Ze woont in Londen en is fulltime bezig met het maken van kinderboeken. Haar werk wordt in een twintigtal talen uitgegeven.
| |
Werk
In Engeland kon Clarence Bean, That's Me, het eerste boek van Lauren Child over Klaartje Boon, al vlug rekenen op een grote belangstelling. Child schreef inmiddels vijf boeken over dit personage: drie prentenboeken en twee leesboeken. Het eerste deel is niet in het Nederlands ver- | |
| |
taald, de overige boeken wel. Child startte met schrijven vanuit een karaktertypering en niet vanuit een verhaalopbouw. Bij de creatie van Klaartje Boon liet zij zich inspireren door een stripfiguur als Snoopy, een typetje met een krachtige uitstraling en een eenvoudige belijning dat verschillende leeftijdsgroepen kan aanspreken. Tegelijk wilde ze een figuurtje scheppen dat ook bruikbaar is voor animatie, merchandising of productontwerp.
Haar prentenboeken over Klaartje Boon vallen op door hun aparte vormgeving en stijl. Door een combinatie van foto's, collages en tekst in verschillende lettertypes krijgt elke bladzijde een aparte, grillige lay-out. De achtergrond bestaat uit opvallende gekleurde vlakken. De figuren zijn karikaturaal getekend, in een cartoonachtige stijl. Ze worden eerst geschilderd, daarna uitgeknipt en in de compositie geplaatst. De tekst is vrij in die compositie aangebracht. Soms zijn er opvallende visuele effecten: woorden die net als Klaartje om de keukentafel rennen of als een auto naar het ziekenhuis racen. Het totaalbeeld van de illustraties is druk, soms zelfs hectisch, zodat de lezer moet zappen van beeld naar tekst en terug om de boodschap te vatten.
Child koos voor een modern gezin waarin de ouders vaak ‘belangrijke dingen’ te doen hebben. Klaartje vertelt de gebeurtenissen en de huisgenoten lopen het verhaal in en uit. In Klaartje Boon heeft een kanjer van een oom komt oom Ted oppassen in het gezin van Klaartje, haar broertje Kareltje Kriel, oudere zus Marja, puber Koen en opa. Aanvankelijk loopt alles goed maar als de cavia ontsnapt, leidt dat tot een chaotische toestand. In Klaartje Boon en de boomredders schiet het hele gezin in actie om een oude boom in de straat te redden.
In de twee leesboeken over Klaartje Boon beschrijft Child de gevoelswereld en de belevenissen van het meisje recht voor z'n raap, zoals een gewone, vrijpostige tiener dat zou doen. De dagelijkse gebeurtenissen thuis en op school vormen de rode draad in Helemaal gewoon Klaartje Boon en Klaartje Boon spelt p.r.o.b.l.e.m.e.n. Klaartje heeft een hartsvriendin, Beppie, met wie ze boeken uit de reeks Kat Kattenburg verslindt. Ze spiegelt zich aan het knappe burgermeisje Kat, dat als detective problemen oplost via allerlei trucjes. Haar juf vindt de boeken maar niks. Toch kan Klaartje ze in Helemaal gewoon Klaartje Boon gebruiken voor haar boekenproject en het oplossen van het raadsel van de verdwenen prijsbeker. Ook in Klaartje Boon spelt p.r.o.b.l.e.m.e.n gaat het om een combinatie van twee verhaalgegevens. Er is een spelwedstrijd op school, wat bij Klaartje problemen geeft omdat ze slecht in spellen is. Daarnaast zorgt het toneelstuk op het einde van het schooljaar voor spanning. Klaartje gebruikt een ei-
| |
| |
Uit Helemaal gewoon Klaartje Boon
gentijds, soms wat stoer aandoend taaltje en haar belevenissen en reacties zijn heel herkenbaar. Ook in deze boeken speelt Child met vormgeving: de Kattenburg-fragmenten krijgen een apart lettertype, woorden springen in het oog door hun vormgeving. Kleine tekeningen, collages of foto's in zwartwit verlevendigen de bladspiegel. Het effect is speels maar minder opvallend dan in de prentenboeken.
Lauren Child maakte ook prentenboeken over Karel en zijn vierjarig zusje Lola. Daarin concentreert zij zich op de relatie tussen de kinderen en blijven de volwassenen buiten beeld. Karel vertelt over zijn ‘lastige’ zusje Lola en de gesprekken tussen de twee vormen de tekst. De onderwerpen liggen dicht bij de leefwereld van kleuters. In Dat lust ik niet! heeft Lola een afkeer van een heleboel groenten. Kareltje paait haar met zijn fantasie, want oranje zuurstokjes van Jupiter (worteltjes) en groene toverballetjes van Groenland (erwtjes) lust Lola wel. In Ik ga nog niet naar bed moet Karel al zijn vindingrijkheid aanwenden om Lola in bed te krijgen. Ze is nog helemaal niet moe en verzint tal van originele smoezen om op te kunnen blijven. In Ik ga niet naar school! probeert Karel zijn zusje ervan te overtuigen dat het best handig en leuk is om naar school te gaan. Dankzij haar fantasievriendje trekt hij haar over de streep. In Maar dat is mijn boek! wil Lola haar lievelingsboek uit de bibliotheek halen. Als het uitgeleend blijkt te zijn, weet Karel haar met een list over te halen een ander boek mee te nemen. In Wat een snoepie is die hond! willen Lola en haar vriendinnetje maar wat graag op de hond van Karels vriendje passen terwijl de jongens voetballen. Ze beweren het heel goed te kunnen maar toch duiken er problemen op. In al deze prentenboeken houdt de eigenzinnige Lola haar broer aan het lijntje of is ze hem te slim af. Dat zorgt telkens voor humoristische situaties. Intussen is over Karel en Lola ook een animatieserie gemaakt. Twee boeken over het duo zijn op afleveringen uit die serie gebaseerd. Het script van deze boeken is geschreven door scenaristen.
| |
| |
Voor het ontwerp, het scenario of de fotografie in bepaalde boeken werkt Lauren Child nauw samen met anderen. Het pop-up boek Mijn droombed vroeg om een aparte vormgeving en techniek. Het werd een geslaagd en - naar de normen van Child - sober boek. Dit boek met pop-ups en flapjes is fantasierijk, origineel en grappig door de details. Het verhaal heeft een eenvoudige stapelstructuur die voor een deel ook in Wie wil mij? zit. Een bruine rat droomt ervan huisdier te zijn. Vrienden wijzen hem op de nadelen maar de rat is vastbesloten een baasje te zoeken. Dat lukt als een slechtziende man valt voor de charmes van die ‘bruine kat’ met het puntige neusje. De beginprent van de rat in zijn vuilnisbak en de slotprent waarin hij samen met de man gezellig door het raam naar buiten kijkt, geven mooi de overgang van het zwervend bestaan naar het huiselijk leven weer.
Voor een aantal boeken liet Lauren Child zich inspireren door sprookjes. In Bang voor de boekenwolf krijgt Eric, nadat zijn moeder hem heeft voorgelezen, 's nachts bezoek van de Grote en de Kleine Wolf. Hij verzint een list om te verhinderen dat ze hem opeten. Als ook andere figuren uit het sprookjesboek zich ermee bemoeien, blijft de redding een poosje uit. In Wie is bang voor het grote boze boek? gebeurt het omgekeerde. Eric valt in slaap boven zijn sprookjesboek en belandt als personage in het boek. Dat hij het sprookjesboek bij het lezen al flink heeft toegetakeld, wordt hem nu door een aantal sprookjesfiguren kwalijk genomen. Het boek bevat leuke vondsten, zoals Eric die door de bladzijden van het sprookjesboek vlucht na er eerst een gat in te hebben geknipt of een deur in te hebben getekend. Door de barokke decors, de vele tekstblokken en de diverse personages is het boek drukker en complexer dan Bang voor de boekenwolf. Beide boeken zijn grappig door de leuke plot. De sprookjesfiguren zijn charmant, zwierig en met veel expressie uitgebeeld.
| |
Stijl en werkwijze
Lauren Child heeft het tekenen niet helemaal onder de knie en gebruikt daarom hoofdzakelijk de computer om haar prenten te maken. Ze schetst de tekeningen met potlood, scant ze en bewerkt met de computer de zwarte belijning en de kleuren. Vervolgens print ze de tekening uit en bewerkt die met foto's, collages van papier, stukjes textiel en andere materialen tot ze een caleidoscopische achtergrond krijgt. Daarna plakt ze er als laatste de figuren op. Tot slot wordt alles opnieuw gescand en met de computer bijgewerkt.
Childs personages vertonen weinig variatie: hoekige gezichten, vaak loensende ogen en spichtige ledematen. Kinderen krijgen een proportioneel te groot hoofd, zoals dat ook regelmatig voorkomt in kindertekeningen. Bij Lauren Child zijn geen
| |
| |
Uit Wie wil mij? van Lauren Child
| |
| |
‘mooie’ kinderen en volwassenen te zien. Grootouders, een moeder of een prinses, allemaal krijgen ze een stereotiepe, soms karikaturale typering. De mimiek is beperkt. Opvallend is de soms ronduit norse, grimmige gelaatsuitdrukking van sprookjesfiguren door de opgetrokken ogen en wenkbrauwen. Child werkt graag met felle, contrasterende kleuren en soms schreeuwerige patronen van behang of vloerbekleding. Door de combinatie van allerlei figuurtjes en een overdaad van verschillende motiefjes en patronen ontstaat soms een bombastisch effect. Vaak is er weinig of geen perspectief maar worden verschillende elementen in een vlakke opbouw bij elkaar geschikt. In de tekst werkt Child graag met beweeglijke vormen en met woorden in verschillende lettertypes. Door de compositie van achtergronden, figuren en tekst creëert ze haar typische stijl. Het grillige, dynamische effect en de humor in zowel tekst als illustraties spreken veel lezers aan.
| |
De prinses op de erwt
In dit prentenboek zet Lauren Child het bekende sprookje van Andersen naar haar hand. De knappe prins wil trouwen met een betoverende en stralende prinses. Zijn ouders vinden het vooral belangrijk dat ze blauw bloed heeft. ‘Je weet hoe ouders zijn en de ouders van een prins zijn precies zo’, commentarieert de auteur. Door het verhaal heen maakt Child regelmatig
Illustratie van Polly Borland uit De prinses op de erwt
opmerkingen, onder meer over de prins: ‘Hij was niet alleen romantisch, maar kon ook flink overdrijven.’ Zo voegt ze een licht ironische toets toe aan het verhaal. De prins zoekt in heel het koninkrijk, zelfs in Blondardije, Beeldschonië en Haarlandia maar vindt niets van zijn gading. Tijdens een stormnacht klopt een betoverend mooi meisje aan. Als ze gepast reageert op de proef van het erwtje en de twaalf matrassen, is ze een echte prinses en kan ze trouwen met de prins.
Voor de illustraties knutselde Child uit beschilderde cornflakesdozen driedimensionale miniatuurwereldjes, met meubeltjes uit poppenhuizen en zelf geknutselde decorstukken in
| |
| |
allerlei materialen. In dit geheel plaatste ze de personages, waardoor die soms een starre, wat houterige houding hebben. De ‘kamertjes’ werden gefotografeerd door Polly Borland. De interieurs kregen een knusse, besloten sfeer met veel hout in vloeren, lambriseringen en meubels. Door vensters of deuren is een glimp van de buitenwereld of een belendende kamer zichtbaar. Via uitgekozen details, clair-obscur en lichteffecten brengt Child perspectief en klemtonen in de opstellingen. De wereld van het paleis is geordend en netjes, de buitenwereld waarin de prinses verdwaalt is donker, rommelig en dreigend.
| |
Waardering
Meestal waarderen critici de prentenboeken van Lauren Child. Ze worden grappig, absurd, fantasierijk, prettig gestoord, lekker maf of chaotisch genoemd. Veel aandacht gaat doorgaans uit naar de opvallende vormgeving. Pjotr van Lenteren noemt Child ‘de allerleukste prentenboekenmaakster van dit moment’ (de Volkskrant). Hij apprecieert vooral de ironie en het kinderlijke gevoel van overdrijving, eigenschappen die hem doen denken aan Roald Dahl (Algemeen Dagblad). Af en toe is er kritiek op tekst of illustraties. Annemie Leysen noemt Ik ga nog niet naar bed een ‘niet onaardig, soms grappig en absurd verhaal’, maar vindt de vormgeving ‘al te druk en van het gezochte te veel’ (De Morgen). Herman Kakebeeke schrijft over hetzelfde boek: ‘De humor van de situaties krijgt een extra accent door de collage-achtige illustraties. Ook de lay-out van de tekst met verschillende lettertypen ontregelen de lezer net zoals Lola haar broer ontregelt’ (Leesidee Jeugdliteratuur).
Jan van Coillie oordeelt dat in Wie wil mij? vooral de ‘grillige, karikaturale gezichten’ opvallen en spreekt van een ‘grappig en ontroerend boek’ (Leesidee Jeugdliteratuur). Karin van Camp waardeert in haar bespreking van Mijn droombed dat Child ‘zich met veel humor in de denkwereld van jonge kinderen kan verplaatsen’ (Leesidee Jeugdliteratuur). Helemaal gewoon Klaartje Boon beschrijft ze als een ‘flitsend, grappig én boeiend boek’, maar de opvolger Klaartje Boon spelt p.r.o.b.l.e.m.e.n. vindt ze om een aantal verhaaltechnische redenen minder sterk (De Leeswelp).
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaalde boeken (selectie)
|
Clarence Bean, That's Me (1999), Hubert Horatio Bartle Bobton-Trench (2004) |
Geschreven en geïllustreerd door Lauren Child
|
I Will Not Ever never Eat a Tomato (2000): Dat lust ik niet! Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2000. |
My uncle is a Hunkle Says Clarice Bean (2000): Klaartje Boon heeft een kanjer van een oom. Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2000. |
| |
| |
Beware the Story Book Wolves (2001): Bang voor de boekenwolf. Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2001. |
What planet are you from, Clarice bean? (2001): Klaartje Boon en de boomredders. Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2001. |
I Am Not Sleepy and Will Not Go To Bed (2001): Ik ga nog niet naar bed. Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2001. |
My Dreambed (2001): Mijn droombed. Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2001. |
That Pesky Rat (2002): Wie wil mij? Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2002. |
Who's Afraid of the Big Bad Book? (2002): Wie is er bang voor het grote boze boek? Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2003. |
I Am Too Absolutely Small for School (2003): Ik ga niet naar school! Vertaald door Rindert Kromhout. Amsterdam, Van Goor, 2003. |
Utterly Me, Clarice Bean (2001): Helemaal gewoon Klaartje Boon. Vertaald door Bies van Ede. Amsterdam, Van Goor, 2004. |
What Planet Are You From Clarice Bean? (2001): Klaartje Boon spelt p.r.o.b.l.e.m.e.n. Vertaald door Bies van Ede. Houten, Van Goor, 2005 |
The princess and the Pea (2005): De prinses op de erwt. Vertaald door Rindert Kromhout. Houten, Van Goor, 2005. |
We honestly can look after your dog, (2005): Wat een snoepie is die hond! Vertaald door Rindert Kromhout. Houten, Van Goor, 2006. |
But excuse me that is my book (2005): Maar dat is mijn boek! Vertaald door Rindert Kromhout. Houten, Van Goor, 2006. |
Over Lauren Child
|
Pjotr van Lenteren, Vermaak je met een opvoedkundige hindernisbaan. In: Algemeen Dagblad, 1-6-2001. |
Annemie Leysen, Van wollig naar grillig. Prentenboeken vol nieuwe technieken en grafische experimenten. In: De Morgen, 27-6-2001. |
Julia van Bohemen, Rat zoekt baas. In: Leeuwarder Courant, 20-9-2002. |
Pjotr van Lenteren, Prentenboeken zonder truttige tips. In: de Volkskrant, 6-6-2003. |
Joanna Carey, Fish fingers and chandeliers. In: The Guardian, 26-3-2005. |
71 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2006
|
|