| |
| |
| |
Jantien Buisman
door Roel Siegers
Jantien Buisman is op 9 december 1942 geboren in Amsterdam, waar ze nog steeds woont. Na de middelbare school was ze werkzaam op diverse terreinen: enige tijd als au pair, vervolgens had ze een winkeltje voor kinderkleding; later werd ze secretaresse bij een instelling voor gehandicapte kinderen. Ze debuteerde in 1974 met Meneer Lakoen. In 1976 kreeg ze een Zilveren Griffel voor Kees en Keetje. Wegens drukke werkzaamheden en de verzorging van haar dochter publiceerde ze niets tussen 1979 en 1998. Samuel Rat en zijn vriendjes (1998) werd het begin van een nieuwe reeks boekjes.
| |
Werk
Meneer Lakoen (1974) is een verhaal over een bijzonder saai mannetje dat naar kantoor gaat en thuis een haas heeft die de huishouding doet. De haas komt op de gedachte op zwerftocht te gaan en beleeft met een muis en een speelgoedbeer allerlei avonturen. Jantien Buisman schreef het toen ze een winkel had, op momenten als er geen klanten waren. Ze schreef allerlei kleine verhaaltjes en illustreerde ze. In 1975 verscheen Juffrouw Slenter, het verhaal van een muis die niet kan huppelen. Buisman werd tot het schrijven geïnspireerd door haar dochtertje dat grote moeite met huppelen had. Het verhaal werkte als troost. Kees en Keetje (1975) gaat over twee nieuwsgierige egels die in de keukenkastjes van een poppenhuis slapen. De grappige, eenvoudige pen- en inkttekeningen zijn een mooie aanvulling op de tekst.
Korte tijd later verscheen Wilhelmus de Rat (1975), over een verschrikkelijke kletskous die dol is op muziek. Hij draait plaatjes van het rattenvangers-knapenkoor: ‘De mens noemt ons onkruid der dieren/ wij leven alleen om ons zelf te plezieren.’ Deze rat wordt later grondlegger van de Ruige Berm: een stukje Nederland waar de dieren van Jantien Buisman hun avonturen
| |
| |
beleven, een aangename en veilige plek voor de vrienden. De bever woont in een echte beverburcht, terwijl de egels in een poppenhuis leven. Toch is dit voor de lezertjes geen probleem.
In 1979 werden acht boekjes over dieren gebundeld in Alle dieren van de Ruige Berm, een groot formaat prentenboek met zwart-wittekeningen.
Jantien Buisman wil niet moraliserend overkomen. Haar verhalen gaan over vriendschap, eenzaamheid, over dieren die prettig met elkaar omgaan, iets voor een ander over hebben en samen dingen oplossen. Ze beschouwt de dieren als mensen: ‘Grote-mensen-diéren, want dat zijn het eigenlijk, kun je iets dichter naar de kinderen laten toekomen dan grote-mensen-ménsen. Je kunt je nu eenmaal iets meer permitteren met dieren dan met mensen, ze laten denken en handelen als kinderen zonder dat dat raar aanvoelt.’
De schrijfster gebruikt soms moeilijke woorden. Zelf vindt zij dat niet storend, omdat zij ook de voorlezer wil plezieren en meent dat kinderen niet alles hoeven te begrijpen. Bovendien kan de voorlezer een woord uitleggen.
| |
Samuel Rat en zijn vriendjes
Na jaren van stilte verscheen Samuel Rat en zijn vriendjes (1998). Samuel woont alleen en verlangt naar bezoek. Als er
Uit Samuel Rat en zijn vriendjes
| |
| |
niemand komt opdagen, vindt hij dat niet leuk. Aan de andere kant is dat ook wel gemakkelijk, want veel belangrijks heeft het bezoek vaak niet te melden en wat zou hij dan moeten zeggen? Hij warmt een kliekje op, gaat wat lezen en dan naar bed.
Buurvrouw Julia Muis is pijnlijk netjes. Johannes Mol is juist heel slordig. Hij vindt een schatkaart die Julia geërgerd naar buiten wierp, omdat ze zichzelf zo saai vindt. Ze verlangt er naar ‘mateloos en tomeloos’ te leven. Johannes kan goed kaartlezen. Hij herkent de plaats van de schat, ironisch genoeg onder zijn huis, maar dat is volgestapeld met allerlei gevonden rommel. Hij raakt beklemd en wordt gered door Julia, die hem en zijn huis heel spannend vindt en blijft slapen.
Julia verzint dat Samuel het koud moet hebben en gaat met Johannes en zijn goede, lekkere warme pak op bezoek bij Samuel. Samuel ontvangt ze knorrig, maar even later begint hij te zingen. Uiteindelijk wordt hij opgenomen in de dierengemeenschap; er groeit vriendschap. Met de andere dieren gaat hij schaatsen, soep eten en pannenkoeken bakken.
De gedetailleerde tekeningen op elke pagina helpen het kind om snel in de sfeer van het verhaal te komen.
| |
Waardering
In het algemeen prijzen de critici de originele humor in het werk van Jantien Buisman. De dieren zien er aantrekkeijk uit voor kinderen, als lieve speelgoedbeesten. De verhaaltjes zijn met vertedering geschreven en spiegelen hoe mensen met elkaar omgaan. Selma Niewold constateert dat de dierenverhalen het onbeholpen gedrag van mensen in de omgang met elkaar blootleggen. Ze moest denken aan De wind in de wilgen van Kenneth Grahame. ‘Buismans schitterende pentekeningen versterken deze overeenkomst.’
Volgens de critici winnen de verhalen aan kracht als ze langzaam worden voorgelezen.
Maarten 't Hart schrijft in zijn kritiek dat hij niet houdt van sprekende dieren. Hij vindt het absurd dat de twee egels huwelijksmoeilijkheden hebben, omdat de egel een solitair levend dier is. Hij zou zich als kind ‘belazerd’ voelen door het vreemde gedrag van de dieren. ‘Ik vind die boekjes gevaarlijk; ze staan een beter begrip van dieren in de weg.’ Tegelijkertijd vindt hij ze leuk en fraai getekend en begrijpt dat kinderen er plezier aan beleven.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Meneer Lakoen. Amsterdam, Kosmos, 1974. |
Juffrouw Slenter. Amsterdam, De Harmonie, 1975. |
Kees en Keetje. Amsterdam, De Harmonie, 1975. |
Wilhelmus de Rat. Amsterdam, De Harmonie, 1975. |
Snik de Beer. Amsterdam, De Harmonie, 1975. |
Jannetje Muis. Amsterdam, De Harmonie, 1976. |
Ben de Bever. Amsterdam, De Harmonie, 1976. |
Keetje's kinderen. Amsterdam, De Harmonie, 1977. |
Mijnheer van der Spek. Amsterdam, De Harmonie, 1978. |
| |
| |
Alle dieren van de Ruige Berm. Amsterdam, De Harmonie, 1979. (Bundeling van de acht dierenboekjes) |
Samuel Rat en zijn vriendjes. Amsterdam, De Harmonie, 1998. |
Nicolaas Kikker en zijn boot. Amsterdam, De Harmonie, 1999. |
Warme taart met pindakaas. Amsterdam, De Harmonie, 2000. |
Door Jantien Buisman geïllustreerd
|
Willem Wilmink. Het reisgezelschap van de Amstel. Amsterdam, C.J. Aarts, 1976. |
Ton van Reen e.a. Varkentjes: verhalen, versjes en tekeningen. Amsterdam, Piramide, 1999. |
Over Jantien Buisman
|
[Anoniem], Meneer Lakoen, de haas en de honingbeer. In: NRC Handelsblad, 7-2-1975. |
[Anoniem], Meneer Lakoen. In: Utrechts Nieuwsblad, 21-2-1975. |
Maarten 't Hart, Sprekende dieren bestaan niet. In: Vrij Nederland, 27-9-1975. |
[Anoniem], Over Jantien Buisman. In: Elseviers Magazine, 18-10-1975. |
Olle Petterson, De wellevend- en welsprekendheid der dieren. In: Vrij Nederland, 25-10-1975. |
[Anoniem], Meneer Lakoen. In: Leeuwarder Courant, 3-11-1975. |
Hanneke van Rossum, De grote-mensen-dieren van Jantien Buisman. In: De Gelderlander, 11-6-1998. |
Aukje Holtrop, Over Jantien Buisman. In: Vrij Nederland, 20-6-1998. |
Judith Eiselin, Over Jantien Buisman. In: NRC Handelsblad, 3-7-1998. |
Selma Niewold, Stim! Stam! Stom! In: de Volkskrant, 24-7-1998. |
55 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2001
|
|