school-musical, die onderwijssituaties beschrijven, maar ook het gedicht ‘Recht op vrije meningsuiting’, dat voor Amnesty International geschreven werd. Voor de ‘Kinderen voor Kinderen’-liedjes worden thema's gekozen naar aanleiding van door kinderen ingezonden brieven. In de bundel staat ‘Rikkie’, over verliefdheid, en ‘Tweede dagboek’: ‘Mijn ouwe dagboek daar mag iedereen in lezen, / mijn moeder en mijn vader en desnoods mijn zus. / En ook al zeggen ze van niet, dat dóen ze dus, (...).’ Latere liedjes zijn bijvoorbeeld ‘De Lek’, waarin een vader aan longkanker is gestorven, en ‘Hij’, over gescheiden ouders. Het zijn niet de vrolijkste thema's, waar Boerstoel over schrijft. Zelf zegt hij: ‘Men zegt soms over mij dat ik alleen maar treurnis schrijf. Dat is niet waar. Maar ik ben inderdaad niet gauw geneigd hele vette grappen te maken.’ Het liefst wil hij een ingewikkelde gedachtengang helder in een liedje zetten. Zijn liedteksten zijn dan ook duidelijk en makkelijk te volgen.
De teksten van Boerstoel zijn vormvast. Regellengte, maat, coupletbouw en taalgebruik kloppen overal. Heinz Polzer (Drs. P.) schreef in een sonnet over hem: ‘Een minzaam introverte jongeman / Die dingen op een rijtje weet te zetten, / Een kenner/minnaar van zijn moedertaal / Wiens toon volwassen is en muzikaal, / (...).’ Ook Wim Ibo liet zich lovend uit over Boerstoel: ‘(Hij) viel op
Illustratie van Alfons van Heusden uit Last van goeie raad
door een eigen toon en een persoonlijke stijl, waarin de elementen ernst en humor op een aparte manier met elkaar zijn verweven.’ Deze uitspraken hebben weliswaar betrekking op cabaretliedjes voor volwassenen, maar in de kinderliedjes van Boerstoel is dezelfde stijl te herkennen: een sterke maatvastheid en een laconiek soort humor: ‘Want dat hééft je lieve tante / als het over snoepen gaat, / na een borreltje of drie dan / krijgt ze last van goeie raad.’
Reinier van Mourik vergeleek de bundel Last van goeie raad met Haringen in de sneeuw van Remco Ek-