| |
| |
| |
Trix Bakker
door Janneke van der Veer
Trix Bakker is op 3 november 1920 als Trijntje Hermina Wolterdina Bakker geboren in Meppel. Ze groeide op in een Nederlands-Hervormd gezin; haar vader was accountant. Na de Tweede Wereldoorlog leerde ze J.H. van Brussel kennen, met wie ze in 1946 trouwde.
Op haar achttiende begon ze verhalen en gedichten voor kinderen te schrijven. Haar eerste gedicht verscheen in 1941 in het Algemeen Handelsblad. Ze leverde veelvuldig bijdragen aan kranten en tijdschriften van uitgeverij Boom Pers, Meppel. Ook publiceerde ze in vrouwenbladen als Margriet en Libelle en schreef ze teksten voor het radioprogramma Kleutertje Luister. Liedteksten schreef ze voor radiokinderkoren als De Damrakkertjes en De Leidse Sleuteltjes.
In 1964 verscheen haar eerste boek, Petra en Peet bij uitgeverij De Eekhoorn in Apeldoorn. Het was het eerste deel in een tiendelige serie voor kleuters. Als schrijversnaam koos ze Trix Bakker. Bij uitgeverij Kluitman publiceerde ze later onder de naam Trix van Brussel. Ook is werk van haar verschenen onder de pseudoniemen Tom van Brussel en Renee van Gent.
| |
Werk
Trix Bakker schreef voor kinderen van 4 tot 14 jaar, met name meisjes. Een groot deel van haar boeken verscheen in serieverband, waaronder series over Petra en Peet, Pleuntje Pukkel, Trix en De drieling. Het zijn eenvoudige, vlot geschreven verhalen, vaak over herkenbare onderwerpen als vakantiereizen, vriendschap, logeerpartijen en dagelijkse belevenissen in het gezin. Ze bevatten veel dialoog en zijn vooral bedoeld als ontspanningslectuur; een diepere boodschap is meestal niet aanwezig.
| |
| |
De meisjesboeken gaan doorgaans over gezellige gezinnen waarin veel aandacht en zorg voor elkaar is. De waarde van een dergelijke gezinssituatie wordt door de hoofdpersoon bewust ervaren zodra ze met andere leefomstandigheden wordt geconfronteerd. Dat geldt bijvoorbeeld voor Trix in Trix werkt voor een goed doel (1974), wanneer zij in een kindertehuis werkt en in aanraking komt met allerlei vormen van ellende in het kinderleven. Haar eigen gezellige thuis gaat ze dan meer waarderen.
Soms is sprake van langdurige afwezigheid van ouders door verblijf in het buitenland. In de Trix-serie is de vader van Trix voor zijn werk dikwijls op reis. Trix, de oudste, hulpvaardige dochter staat haar moeder in alles bij. In Trix zorgt voor zes (1970) zorgt ze zelfs in haar eentje voor het gezin, als haar moeder om gezondheidsredenen een poos bij haar man in Kenia verblijft. In Lotty in ‘het roefje’ (1973) gaan de ouders van Lotty een tijd naar Brazilië. Lotty logeert in die periode bij mevrouw Van der Does, die met haar dochter Mia op een woonboot woont. De vader van Mia is overleden. Eenoudergezinnen komen in meer verhalen voor, bijvoorbeeld in Welkom op de Oldehof (ca. 1970) dat over de vaderloze Noortje gaat. Om aan te sterken logeert ze op een boerderij in Drenthe. In dit verhaal treedt ook een meisje op van wie beide ouders zijn gestorven. Dat laatste is ook het geval in Herrie in de cockpit (19xx) over de zusjes Thelma, Chantal, Stan en Inge. Chantal is de jongste en woont bij Thelma, die getrouwd is. Als Thelma en haar man een tijdje in Zuid-Amerika verblijven, gaat Chantal met Inge en Stan, beiden kunstenares, in een klein huisje in een steeg wonen. Dit tot ergernis van tante Elena, die het geen passende omgeving vindt voor een meisje om op te groeien. Meer verhalen spelen in een artistiek milieu, met op de achtergrond een ‘deftig’ familielid dat de gang van zaken in het vaak niet erg ordelijk levende, maar wel gezellige gezin kritisch gadeslaat. In De kinderen uit ‘De rommelpot’ (1969), waarin vader beeldend kunstenaar is en moeder schrijfster, is dat bijvoorbeeld een oma.
In diverse verhalen hebben de hoofdpersonen een vakantiebaan, soms met het doel geld te verdienen om een wens te vervullen. Zo verkeert Trix in Trix spaart voor een brommer (1970) een poos in een rijke familie als betaald ‘gezelschap’ voor een meisje van wie de ouders vaak weg zijn. En in Een vakantiebaan voor Lonneke en Let (1976) gaan de twee titelfiguren tijdens de vakantie in een pension werken. Het vakantiewerk gaat dikwijls gepaard met onhandig gedrag, maar uiteindelijk maken de meisjes zich stuk voor stuk geliefd. Dat is ook het geval met Klaartje, Jozefien, Mieke, Coramie en Betteke, die in Pleuntje Pukkel krijgt hulp (1971) in de herfstvakantie de eigenares van
| |
| |
een snoepwinkeltje helpen als zij haar enkel heeft verstuikt.
De verhalen waarin oudere meisjes optreden, zijn vaak gekruid met wat romantiek, zoals in de Trix-serie waarin Trix verliefd is op de vriend van haar broer Frans. Of in Herrie in de cockpit, waarin Chantal en haar zusjes te maken krijgen met romantische verwikkelingen. Overigens is romantiek in geen enkel verhaal het centrale thema.
Onder het pseudoniem Tom van Brussel verschenen twee jongensboeken: Professor Knap en zijn super-auto (1974) en Rolf en de witte wentelwiek (1974). Beide verhalen draaien om een fantasievoertuig.
| |
De drieling-serie
De grootste serie in het werk van Trix Bakker is de reeks rondom de drieling Janneke, Ineke en Marieke; drie meisjes die op zeer jonge leeftijd hun ouders hebben verloren, waarna ze zijn geadopteerd door drie gezinnen in uiteenlopende milieus. Aanvankelijk zijn de zusjes van elkaars bestaan niet op de hoogte. Als dat later wel het geval is, ontmoeten ze elkaar tijdens elke vakantie en beleven dan van alles. Ze gaan zeilen, op tienertoer, logeren op een woonboot, doen vakantiewerk, gaan naar Mallorca en op wintersport, of knappen een landgoed op. In de loop van de serie worden de meisjes ouder. In de laatste delen speelt romantiek een bescheiden rol.
In de meeste verhalen zijn beschrijvingen
Illustratie van G. van Straaten uit De kinderen uit ‘De Rommelpot
opgenomen van de streek of de plaats waar de zusjes zich op dat moment bevinden. Soms is sprake van een spannende situatie met een inbreker of andere misdadiger.
In totaal verschenen negentien verhalen over de drieling. Het eerste deel, De drieling Janneke, Ineke en Marieke, kwam uit in 1978; het laatste deel, De drieling mee op kamp, in 1991. De serie is bedoeld voor meisjes van 9 tot 13 jaar en verscheen onder de naam Trix van Brussel bij uitgeverij Kluitman.
| |
Waardering
In de vakliteratuur is het werk van Trix Bakker niet of nauwelijks besproken. Alleen in het
| |
| |
Lectuur-Repertorium komt een vermelding voor. In de editie uit 1968 wordt gesproken van ‘bekoorlijke boekjes voor kleine lezertjes’, in de editie uit 1980 is het oordeel minder positief: ‘vaak een en al cliché’.
Ook in kranten en tijdschriften hebben de boeken weinig aandacht gekregen. Bert Jansen noemt in een interview met de schrijfster (Meppeler Courant, 1991) de boeken ‘probleemloos’ en schrijft verder: ‘Trix van Brussel's boeken heten vlot leesbaar en zijn geschreven om kinderen gewoon een paar prettige uurtjes te bezorgen.’ Heidi Vyncke (2001) schrijft naar aanleiding van een omnibus met drie verhalen uit De drieling-serie: ‘De schrijfstijl van Trix van Brussel is eenvoudig. De verhalen verlopen chronologisch en de actie is makkelijk te volgen. Soms zijn de gebeurtenissen wel erg banaal.’ (Leesideeën Off Line)
Bij lezers vallen de verhalen van Trix Bakker erg in de smaak, zoals blijkt uit de vele herdrukken. Zo verscheen in 1983 de tiende druk van Pleuntje Pukkel en de club van vijf en 1991 de achtste druk van De drieling Janneke, Ineke en Marieke.
| |
Bibliografie
Keuze uit de jeugdboeken
|
Onder de naam Trix Bakker:
Petra en Peet. Apeldoorn, De Eekhoorn, 1964. |
Petra en Peet en Job het bokje. Apeldoorn, De Eekhoorn, 1964. |
Petra en Peet logeren bij oma. Apeldoorn, De Eekhoorn, 1964. |
Petra en Peet leren schaatsen. Met illustraties van Carol Voges. Apeldoorn, De Eekhoorn, 1965. |
Petra en Peet op de kleuterschool. Met illustraties van Carol Voges. Apeldoorn, De Eekhoorn, 1965. |
Petra en Peet gaan kamperen. Met illustraties van Carol Voges. Harderwijk, De Eekhoorn, 1966. |
Petra en Peet bij de ponyclub. Met illustraties van Carol Voges. Harderwijk, De Eekhoorn, 1966. |
Lotty's reis met ‘De Vagebond’. Harderwijk, De Eekhoorn, 1968. |
Pleuntje Pukkel en De Club van Vijf. Met illustraties van Henri Loumar. Harderwijk, De Eekhoorn, 1969. |
Pleuntje Pukkel gaat fietsen. Met illustraties van Henri Loumar. Harderwijk, De Eekhoorn, 1969. |
Pleuntje Pukkel gaat uit roeien. Met illustraties van Henri Loumar. Harderwijk, De Eekhoorn, 1969. |
Lotty in Brazilië. Harderwijk, De Eekhoorn, 1970. |
Pleuntje Pukkel ziet een muis. Met illustraties van Henri Loumar. Harderwijk, De Eekhoorn, 1971. |
Pleuntje Pukkel krijgt hulp. Met illustraties van Henri Loumar. Harderwijk, De Eekhoorn, 1971. |
Pleuntje Pukkel op de bazar. Met illustraties van Henri Loumar. Harderwijk, De Eekhoorn, 1971. |
Marjan zet door. Harderwijk, De Eekhoorn, 1971. |
Lotty zorgt voor een verrassing. Met illustraties van Hans Borrebach. Harderwijk, De Eekhoorn, 1972. |
Lotty in ‘het roefje’. Met illustraties van Hans Borrebach. Harderwijk, De Eekhoorn, 1973. |
|
| |
| |
Rineke en de ‘sterretjes’ drieling. Harderwijk, De Eekhoorn, 1975. |
Pleuntje Pukkel gaat behangen. Met illustraties van Casper Koolsbergen. Harderwijk, De Eekhoorn, 1976. |
Pleuntje Pukkel en Tiromini, de goochelaar. Met illustraties van Casper Koolsbergen. Harderwijk, De Eekhoorn, 1976. |
|
Onder de naam Trix van Brussel:
Herrie in de cockpit. Met illustraties van Will Berg. Alkmaar, Kluitman, z.j. |
De kinderen uit ‘De rommelpot’. Met illustraties van G. van Straaten. Alkmaar, Kluitman, [1969]. |
Peggy droomt van Kanostad. Met illustraties van G. van Straaten. Alkmaar, Kluitman, [1969]. |
Annemieke van de Zonnehof. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1970]. Ook verschenen met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1980]. |
Trix zorgt voor zes. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1970]. |
Pien en Puck onder de palmen. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1971]. |
Welkom op de Oldehof. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1970]. |
Trix spaart voor een brommer. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1970]. |
Juup zet het kamp op stelten. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1972]. |
Trix werkt voor een goed doel. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1974]. |
Maaike van de molen. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1975]. |
Een vakantiebaan voor Lonneke en Let. Met illustraties van Rudy van Giffen. Alkmaar, Kluitman, [1976]. |
Dolle weken voor Trix. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1976]. |
Trix weet raad Trix. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1976]. |
Het valt wel mee, Trix. Met illustraties van Marijke Behrens. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1977]. |
De drieling Janneke, Ineke en Marieke. Met illustraties van Charlotte Leene. Alkmaar, Kluitman, [1978]. |
Het geheim van de oude herberg. Amsterdam, Van Goor, 1978. |
De drieling bij Janneke thuis. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1980]. |
Trix vraagt om hulp. Met illustraties van Herry Behrens. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1980]. |
De drieling naar de kermis. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1980]. |
Bij Loes en Noortje thuis. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1981]. |
De drieling met vakantie. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1981]. |
De drieling in Huize de Wilg. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1981]. |
De drieling in een oude tuf. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1982]. |
Wie gaat er mee naar Loes en Noortje? Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1982]. |
De drieling knapt het op. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1983]. |
Echt iets voor Loes en Noortje. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1983]. |
De drieling naar de wintersport. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1984]. |
Lonneke en Let in een wereld vol pret. Met illustraties van Charlotte Leene. Heerhugowaard, Kluitman Alkmaar, 1984. |
De drieling en het geheim van de autobus. Met il- |
|
| |
| |
lustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1985]. |
De drieling op tienertoer. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1986]. |
De drieling in de ‘Rinkelbel’. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1986]. |
De drieling gaat zeilen. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1987]. |
De drieling te paard. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1987]. |
De drieling op de Franse toer. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1988]. |
De drieling op Mallorca. Met ilustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1989]. |
De drieling mee op kamp. Met illustraties van Charlotte Leene. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1991]. |
Op zoek naar zeven poppen. Met illustraties van Rudy van Giffen. Alkmaar, Kluitman, z.j. |
Herrie in de cockpit. Met illustraties van Will Berg. Alkmaar, Kluitman, z.j. |
De kinderen uit ‘De rommelpot’. Met illustraties van G. van Straaten. Alkmaar, Kluitman, z.j. |
|
Onder de naam Tom van Brussel:
Professor Knap en zijn super-auto. Met illustraties van Will Berg. Alkmaar, Kluitman, [1974]. |
Rolf en de witte wentelwiek. Met illustraties van Will Berg. Alkmaar, Kluitman, [1974]. |
|
Onder de naam Renee van Gent:
Avontuur op de klip. Met illustraties van Herson. Hoorn, Westfriesland, [1974]. |
|
Over Trix Bakker
|
Paul Hardy en Xaveer de Win, pr. (red.) Lectuur-Repertorium 1952-1966. Deel I, Antwerpen/Tilburg, Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen/Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis 1968, blz. 79. |
[Anoniem], Mevrouw Trix van Brussel-Bakker: Kinderboeken schrijven is voor mij een levensbehoefte. In: Nieuws- en advertentieblad voor Zwartsluis, 28-11-1969. |
[Anoniem], Lectuur-Repertorium 1967-1978. Deel 1, Den Haag/Antwerpen, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum/Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en Bibliotheekvoorziening, 1980, pag. 88-89. |
Bert Jansen, Kinderboeken Trix van Brussel zijn probleemloos en populair. In: Meppeler Courant, 11-12-1991. |
Heidi Vyncke, De drieling omnibus. In: Leesideeën Off Line 2000-2003. |
89 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2012
|
|