| |
| |
| |
Arthurroman
door Bea Ros
Arthurroman is een verzamelnaam voor ridderromans ontstaan in de tweede helft van de twaalfde eeuw aan Noord-Franse adellijke hoven. Centraal, zij het op de achtergrond, staat koning Arthur. De mode begon met vijf Arthurromans in de volkstaal (ca. 1160-1190) van Chrétien de Troyes. Deze vonden veel navolging, ook in het Middelnederlands. Nog steeds laten kunstenaars zich inspireren door de legendarische koning en zijn ridders van de Ronde Tafel. Naast moderne vertalingen en bewerkingen van middeleeuwse Arthurromans spelen elementen uit de Arthurverhalen een rol in (jeugd)boeken, strips en films.
| |
De historische Arthur
Eigenlijk is het beter om, in navolging van de mediëviste Maartje Draak, te spreken over de historisch-legendarische Arthur, ter onderscheid van de romantisch-legendarische Arthur. Aangezien er weinig feiten over de historische Arthur bestaan, vult ook de geschiedenis zich met verdichtsels. In enkele bronnen uit 600 en 800 is sprake van een beroemd legeraanvoerder Arthur, die samen met Britse koningen vocht tegen de Saksen, Picten en Scotten. In feite is dit het enige historische gegeven dat over Arthur te melden valt.
Van deze held uit de volksoverlevering maakte de Welshe priester Galfredus van Monmouth een beroemde Britse koning. In Historia regum Brittanniae (ca. 1135) beschrijft hij diens leven. Arthur zou de zoon van koning Uther Pendragon zijn, die met hulp van de tovenaar Merlijn Ygerna kon verleiden. Hij zou koning en veroveraar worden, heerser van Europa, gaan trouwen met Guinevere, gaan wonen in Carleon (of Camelot) en een reeks trouwe vazallen hebben. Hoewel sommige tijdgenoten al wezen op de vele leugens en verzinsels in dit werk, namen velen Monmouths woorden op gezag aan. Jacob van Maerlant (ca. 1230-ca. 1300) bijvoorbeeld leunt in zijn Spiegel Historiael (z.j.) zwaar op Monmouth, zozeer zelfs dat hij zichzelf verbetert. Sommige elementen uit zijn eerdere Boek van Merlijn (z.j.) verwijst hij in Spiegel Historiael naar het rijk der fabelen, omdat Monmouths Historia ze niet vermeldt.
De Normandische dichter Wace vertaalde Monmouths werk in het Oudfrans, Brut (1155), waarbij hij
| |
| |
zelf nieuwe elementen toevoegde. Eén zo'n toevoeging is de Ronde Tafel, die Arthur zou hebben laten maken om elk van zijn ridders de beste plaats aan tafel te kunnen bieden.
| |
De literaire Arthur
Historisch of niet, de figuur van koning Arthur blijkt sterk tot de verbeelding te spreken. Vanaf de tweede helft van de twaalfde eeuw kwam een gestage stroom romans en verzen over Arthur op gang. Auteurs leenden verhaalmotieven van elkaar en voegden zelf nieuwe elementen toe. Zo ontstond het verhaal over Arthur zoals we dat nu kennen.
De literaire mode van de Arthurromans begon met vijf romans van de Franse dichter Chrétien de Troyes. In deze verhalen blijft koning Arthur zelf op de achtergrond, zijn ridders spelen de hoofdrol. De auteur voegde veel nieuwe, vaak sprookjesachtige elementen toe, zoals sprekende dieren, monsters, betoverde kastelen en de zoektocht naar de Graal. Ook ridder Lancelot en diens onvoorwaardelijke liefde voor Guinevere, de vrouw van de koning, komt uit zijn koker. Lancelot belichaamt het twaalfde-eeuwse ideaal van de hoofse ridder.
Een ander beroemd motief uit de Arthurliteratuur, het zwaard in de steen, is afkomstig van Robert de Boron. Deze Fransman schreef omstreeks 1200 de versromans Joseph d'Arimathie en Merlin. In zijn werk is het Merlijn die ervoor zorgt dat Arthur opgroeit in het gezin van Hector en diens zoon Keye. Merlijn bepaalde ook dat wie erin slaagde het zwaard uit het aambeeld te trekken, de rechtmatige koning van Brittannië zou worden. Sir Thomas Malory bedacht in Morte d'Arthur (1485) het verhaal dat Mordred niet Arthurs neef, maar de bij zijn halfzuster Morgaine le Fay verwekte zoon is. Ook het motief dat Arthur van Merlijn het zwaard Excalibur plus een onkwetsbaar makende schede ontvangt, stamt uit Malory's boek.
In de Middeleeuwen bestempelde men Arthur als een van de Negen Beste Helden: naast drie bijbelse en drie klassieke helden behoorde hij net als Godfried van Bouillon en Karel de Grote tot de christelijke helden.
Het Middelnederlands kent diverse vertalingen van Oudfranse Arthurromans, zoals de Ferguut en de trilogie Roman van Lanceloet, Queeste van den Grale en Arthurs doet. Daarnaast zijn er verhalen van eigen bodem, zoals de Moriaen, Torec en Ridder metter mouwen. Afgezien van de Ferguut (ca. 1250) zijn al deze teksten te vinden in de Lancelot-compilatie van circa 1320.
Het verhaalprocédé in middeleeuwse Arthurromans is vaak hetzelfde: een vreemde ridder bezoekt Arthurs hof, hij wordt snerend ontvangen door hofmaarschalk Keie en vervolgens maakt hij zijn naam waar door een jonkvrouw te redden,
| |
| |
reuzen of dwergen te verslaan of een andere heldendaad te verrichten. Aan het slot keert hij naar Arthurs hof terug alwaar hij met lof overladen wordt.
Door de jaren heen verplaatste het accent zich van dappere strijders (Keie, Walewein) via hoofse en galante ridders (Lancelot) naar kuise, zuivere ridders in dienst van God (Perceval, Galahad).
Ook na de Middeleeuwen bleef de figuur van Arthur en zijn ridders schrijvers en kunstenaars inspireren, met name in Groot-Brittannië. Net als eerder drukten auteurs hun eigen stempel op de Arthurstof. Zo vertelt Terence H. White in Koning voor eens en altijd (1967) vanuit het perspectief van de ietwat warrige tovenaar en tijdreiziger Merlijn over Arthurs jeugd en opvoeding. Whites boek stond model voor de Disney-film Merlijn de tovenaar (1963). Marion Bradley koos in Nevelen van Avalon (1985) voor een vrouwelijk perspectief vanuit Morgain le Fay. Omkering en humor zijn te vinden in de vele strips, evenals in de Monty Python-film The Holy Grail (1975). Elementen uit de Arthurverhalen spelen eveneens een belangrijke rol in sciencefiction en fantasy, met Tolkiens In de ban van de ring (1956) als meest prominente voorbeeld. De recente Arthurfilm King Arthur (2004) beweert het ‘gedemystificeerde’ verhaal achter de legende te vertellen en gaat inderdaad over de zesde-eeuwse strijder Arthur.
Illustratie van Hans G. Kresse uit De geschiedenis van koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel
Dat feit en fictie ook hier door elkaar lopen blijkt uit de aanwezigheid van personages als Lancelot, Galahad en Guinevere.
| |
Arthur in de jeugdliteratuur
Ook in de jeugdliteratuur is de Arthurstof een geliefd thema. Globaal kan men twee soorten onderscheiden: (1) de navertellingen en (2) ontleningen ofwel jeugdromans met personages uit de oorspronkelijke Arthurverhalen. Daarnaast zijn er nog de vele fantasyboeken waarin Arthuriaanse elementen als een queeste, een Merlijn-achtige tovenaar of de Graal voorkomen of historische boeken waarin
| |
| |
de hoofse ridderwereld het decor vormt.
Navertellingen van Arthurverhalen voor de jeugd werden in Nederland vooral populair in de tweede helft van de twintigste eeuw. Bekend zijn de twee boeken van Jaap ter Haar: De geschiedenis van Koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel (1962) en Parcival (1967). Ter Haar beschrijft de verheven, christelijk geïnspireerde idealen van Arthurs ridders tegen de achtergrond van de donkere Middeleeuwen.
In Engeland schreef Rosemary Sutcliff een trilogie, waarvoor ze de middeleeuwse Arthurromans van Thomas Malory als leidraad nam. Het eerste deel, Zwaard en kroon (1983), beschrijft hoe Arthur koning wordt (door het zwaard uit de steen te trekken) en verhaalt over zijn riddergenootschap van de Ronde Tafel en hun heldendaden. In Schild en kruis (1981) staat de christelijke ridder Galahad centraal. Door zijn komst naar het hof van koning Arthur ontstaat een nieuwe queeste, die naar de Heilige Graal, de schaal waarin Jozef van Arimathea het bloed van de gekruisigde Jezus opving en die hij tijdens zijn kersteningreis naar Engeland meenam. In het laatste deel, Afscheid van een koning (1984), valt Arthurs hofhouding uiteen door ruzie en intriges en sterft Arthur zelf door toedoen van zijn zoon Mordred.
Ook Agave Kruijssen, die in haar serie ‘Sprookverhalen’ Nederlandse volksverhalen navertelt voor de jeugd, blijft in haar bewerkingen van enkele Middelnederlandse Arthurromans trouw aan de originele teksten. Wel kiest ze telkens voor een centrale hoofdpersoon. Tot nu toe verschenen Lancelot (2001) en Walewein (2003).
Naast deze hervertellingen zijn er jeugdboeken waarin elementen of personages uit de Arthurboeken optreden in het hier en nu. Vooral Merlijn en Arthurs beroemde zwaard Excalibur zijn regelmatig terugkerende elementen. Ze hebben door de eeuwen heen hun beschermende kracht behouden en staan hedendaagse kinderen bij.
De Duistere Vloed-cyclus van Susan Cooper draait om de strijd tussen goed en kwaad. In elk deel winnen vijf kinderen meer licht op de duisternis. Ze worden bijgestaan en beschermd door professor Merriman (Merry) Lyon, in wie Merlijn te herkennen valt. Er zijn nog meer verwijzingen naar Arthur. Zo vinden in het eerste deel, Boven zee, onder steen (2001) Simon, Jane en Barnabas een eeuwenoude kaart. Deze geeft de plaats aan waar de Graal begraven ligt, de beker die ‘het ware relaas van Arthur’ bevat en een belofte en bewijs is voor Arthurs terugkeer. De kinderen vinden de Graal, maar raken, in hun strijd met de vijand, het manuscript met uitleg kwijt. Ze vinden die in het derde deel, Groenheks
| |
| |
(2003), terug. In de laatste twee delen, De grijze vorst (2003) en Zilverboom (2004), blijkt een van de kinderen, Bran Davies, een zoon van Arthur en Guinevere.
Merlijn figureert, vermomd als meeuw en oude bibliothecaris, ook in Westervenster (2002) van Wilma Verweij. Hij is op zoek naar nieuwe hoeders van het magische boek Westervenster. Samen met de Graal en het zwaard Excalibur vormt dit boek de ‘magische nalatenschap van koning Arthur’, een soort heilige drie-eenheid ter bescherming van de mensheid. Merlijn heeft de tweeling Dylan en Lucy als nieuwe hoeders op het oog. Zij verhuizen met hun ouders naar een onbewoond eiland voor de Engelse zuidkust, toevallig de plek waar Merlijn eeuwenlang in een grot gevangen heeft gezeten. Er ontspint zich een strijd tussen de kinderen en Merlijn tegen makelaar Guy Maskelyne, die het boek ook wil hebben.
In Het magische zwaard (2003) van Michael Morpugo biedt Arthur op een andere manier bescherming. Hoofdpersoon Mark is na een duik in te ondiep water blind en heeft het daar erg moeilijk mee. Gelukkig heeft hij de verhalen over koning Arthur nog. Op een gegeven moment bedenkt Mark een eigen Arthurverhaal waarin hij zelf een eeuwenoud zwaard vindt. Mark voelt dat het zwaard hem kracht geeft. Hij droomt dat het Excalibur is en dat hij het zwaard terugbrengt naar zijn rechtmatige eigenaar, koning Arthur. Als hij de volgende dag wakker wordt, kan hij weer zien. Tenminste, in zijn eigen verhaal. Of dit ook werkelijk zo is, laat de auteur over aan de lezer.
De Arthurtrilogie (2001-2004) van de Engelse historicus Kevin Crossley-Holland is tegelijkertijd een hervertelling en een ontlening. Het verhaal speelt in de twaalfde eeuw. Hoofdpersoon is de dertienjarige Arthur. Hij woont in kasteel Caldicot (een naam die niet toevallig klinkt als Camelot), op de grens tussen Engeland en Wales. Van zijn oude vriend Merlijn (!) krijgt hij een zwarte steen cadeau. Hij ontdekt al snel dat het een bijzondere steen is: in deze zienersteen kan hij de geschiedenis van zijn beroemde naamgenoot koning Arthur zien, van diens verwekking bij Ygraine tot zijn dood door toedoen van Mordred. Crossley-Holland baseerde zich hierbij voornamelijk op Mallory. De steen helpt Arthur zichzelf en de gebeurtenissen om hem heen te begrijpen. Bovendien leert hij dat er achter de dingen meer schuil kan gaan dan je op het eerste gezicht denkt. En dat er achter de alledaagse werkelijkheid nog een andere wereld, namelijk die van de verbeelding en verhalen, verborgen ligt. Een wereld die over de grenzen van de tijd heen stand kan houden. Niet voor niets staat koning Arthur bekend als de ‘once and future king’, ‘de koning die was en zal zijn’.
| |
| |
| |
Bibliografie
Keuze uit de jeugdboeken
|
Nelly Montijn-de Fouw, Sagen van Koning Arthur en de ridders van de Tafelronde. Zutphen, Thieme, 1920. |
D.L. Daalder, De ridders van de Tafelronde. Utrecht, Cantecleer, 1952. |
Jaap ter Haar, De geschiedenis van Koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel. Bussum, Van Dishoeck, 1962. |
Jaap ter Haar, Parcival. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1967. |
Tonke Dragt, Sir Gawain en de Groene Ridder. Den Haag, Leopold, 1974. (Nieuwjaarwens). Later verschenen in: Netty Heimeriks (samenst.), Leesgoed; bloemlezing uit Nederlandse kinderboeken; verhalen en versjes uit de periode 1945-1980. Amsterdam, CPNB, 1980. |
Rosemary Sutcliff, Schild en kruis. Den Haag, Leopold, 1981. |
Frank Herzen, Ridders van de Tafelronde; naverteld uit oude bronnen voor jeugdige lezers. Amsterdam, Van Goor, 1982. (Oud Goud) |
Rosemary Sutcliff, Zwaard en kroon. Den Haag, Leopold, 1983. |
Rosemary Sutcliff, Afscheid van een koning. Den Haag, Leopold, 1984. |
Ed Franck, Tristan en Isolde. Averbode, Altiora, 1995. |
Ed Franck, Parcival: een verhaal van de graal. Averbode, Averbode, 1996. |
Michael Morpugo, Een zwaard voor de koning: Koning Arthur. Antwerpen, Facet, 1998. |
Susan Cooper, De Duistere Vloed-cyclus. Amsterdam, Piramide, 2001-2004, bestaande uit: Boven zee, onder steen (2001); De duistere vloed (2002, in 1987 eerder verschenen bij uitgeverij Holland als Het opkomende duister); Groenheks (2003); De grijze vorst (2003) en Zilverboom (2004). |
Kevin Crossley-Holland, Arthur - De zienersteen. Rotterdam, Lemniscaat, 2001. |
Agave Kruijssen, Lancelot. Baarn, Fontein, 2001. (Ridder van de Ronde Tafel, dl. 1) |
Kevin Crossley-Holland, Arthur - In het tussenland. Rotterdam, Lemniscaat, 2002. |
Wilma Verweij, Westervenster. Amsterdam, Querido, 2002. |
Michael Morpugo, Het magische zwaard. Amsterdam, Ploegsma, 2003. |
Agave Kruijssen, Walewein. Baarn, De Fontein, 2003 (Reeks: Ridder van de Ronde Tafel, dl. 2). |
Kevin Crossley-Holland, Arthur - Koning van de Middenmark. Rotterdam, Lemniscaat, 2004. |
Kevin Crossley-Holland, De magische wereld van koning Arthur. Rotterdam, Lemniscaat, 2005. |
Over Arthur en Arthurromans
|
Maartje Draak, Arthur en zijn tafelronde. Den Haag, Martinus Nijhoff, 1979. |
Koning Arthur in de Middeleeuwen. In: Bzzlletin, jaargang 1985, nr. 124. |
W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen, SUN, 1993. |
Ludo Jongen en Karel Maartense, Koning Arthur weer. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 16 (2002), nr. 57, blz. 50-58. |
Websites
|
www.literatuurgeschiedenis.nl |
www.koningartur.nl (met bibliografie van onder meer films) |
http://dit.is/king-arthur/ |
68 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2005
|
|