| |
| |
| |
Jo van Ammers-Küller
door Janneke van der Veer
Jo(hanna) van Ammers-Küller werd op 13 augustus 1884 geboren in het Zuid-Hollandse plaatsje Noordeloos. Haar vader, van Duitse afkomst, was daar burgemeester. Een jaar na haar geboorte verhuisde het gezin Küller naar Delft waar haar vader gemeenteontvanger werd. Tot haar trouwen in 1906 bleef Jo Küller in Delft wonen. Het - gegoede - milieu waarin ze opgroeide, stond haar weinig vrijheid toe. Haar opvoeding was in feite gericht op het sluiten van een goed huwelijk. Ze volgde de meisjes-hbs en studeerde vervolgens aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Na haar huwelijk met Ir. Rudolf van Ammers en de geboorte van twee zoons zette ze haar zangstudie nog voort tot 1911. Ze stopte ermee omdat ze inzag dat ze nooit boven de middelmaat uit zou komen.
Op jonge leeftijd begon ze al verhalen te schrijven die gepubliceerd werden in tijdschriften als Eigen Haard. In 1914 debuteerde ze met De roman van een student, een verhaal dat net als veel van haar andere boeken in Delft is gesitueerd.
Ze reisde veel, onder meer naar Amerika en Indië, had een grote historische belangstelling, hield lezingen en stond open voor vrouwenemancipatie en socialisme. Ze was vijf jaar secretaresse van de p.e.n.-club en werkte mee aan Leven en werken, Maandblad voor meisjes en jonge vrouwen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog koos ze de kant van de Duitsers. Na de bevrijding kreeg ze een publicatieverbod opgelegd van vijf jaar. Daarna begon ze weer te schrijven. In 1959 verscheen haar laatste werk, de historische roman Diana. Verscheidene van haar boeken zijn vertaald, onder meer in het Deens, Duits, Frans en Engels.
Ze overleed op 23 januari 1966 na een langdurige ziekte in een sanatorium te Bakel.
| |
| |
| |
Werk
Jo van Ammers-Küller heeft vooral voor volwassenen geschreven. Ze publiceerde 27 - voor een deel historische - romans met als hoogtepunt de trilogie De opstandigen (1925). Enkele van haar romans, zoals het familieverhaal Een jonge leeuw van Vlaanderen (1915), werden ook geschikt geacht voor de oudere jeugd. Daarnaast schreef ze een aantal specifieke jeugdboeken gericht op oudere meisjes. Ook werkte ze mee aan twee verzamelbundels voor kinderen: Het kerstboek (1923) en Het vertelselboek (1924).
Haar boeken voor oudere meisjes behelzen onderwerpen die raken aan de emancipatie van de vrouw. Veelal gaat het hierbij om de keuze tussen een carrière en een huwelijk of relatie. Uiteindelijk kiest het meisje voor het geluk in de liefde. ‘Zij was wat betreft emancipatie (en politieke vraagstukken) niet principieel’, schreef Harriët Freezer in Het Parool. Zo gaat Tegen den stroom op (1917) over Aafje die in een Amsterdamse zaak opklimt van ‘loopmeisje’ (boodschappenmeisje) tot filiaalhoudster. Zij geeft haar carrière op voor het geluk met Joost, de vriend uit haar jeugd.
Ook in Het doornige pad (1924) staat het dilemma carrière-liefde centraal. Dit verhaal gaat over Louk Kooistra, die concertzangeres wil worden. Op advies van een beroemd zangeres gaat ze in Berlijn studeren. Daar maakt ze kennis met andere muziekstudenten. Ze wordt verliefd op de jonge, uit Rusland gevluchte Iwan die zeer getalenteerd is maar zich door geldgebrek veel moet ontzeggen. Louks zangstudie leidt niet tot het gewenste resultaat. Ze ontdekt dat kunst voor haar niet alles is, dit in tegenstelling tot Iwan. Na lang twijfelen geeft ze haar droom van een carrière op het concertpodium op. Iwan krijgt van haar de ruimte om zich op zijn eigen manier, dat wil zeggen zonder ‘kruiwagens’, te ontwikkelen.
Frans van Altena's vuurproef (1920) beschrijft de ontwikkeling van een wat luchthartig meisje tot jonge, gewetensvolle vrouw. Frans heeft geen vader meer; desondanks is haar leven vol pretjes. Als ze zakt voor het gymnasium-examen, ontdekt ze dat haar moeder zich voor haar studie veel heeft moeten ontzeggen. Ze besluit haar oppervlakkige leventje achter zich te laten en gaat als au pair naar een Engelse kostschool. Daar geeft ze les en doet ze huishoudelijk werk. Ze wordt slecht behandeld, maar wil haar tijd volmaken om te laten zien wat ze waard is. Na veel verwikkelingen wordt ze ontslagen. Dankzij haar relatie met een in Engeland wonende Nederlandse jongeman is er toch een happy-end.
Het boek bevat een voorwoord van de schrijfster waarin ze duidelijk maakt dat ze de Engelse onderwijswet en de gang van zaken op slechte Engelse scholen aan de kaak wil stellen. Het boek is geen meisjesboek, want zulke boeken willen ‘groote meisjes’ niet lezen, die zijn ze ontgroeid, aldus Van Ammers-Küller.
| |
| |
In familieromans als De opstandigen (1925) schildert Jo van Ammers-Küller het familieleven in burgerlijke milieus. Belangrijke thema's zijn familieconflicten, buitenechtelijke verhoudingen en emancipatievraagstukken.
| |
Een jonge leeuw van Vlaanderen
Dit verhaal speelt in België, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. De welgestelde familie Casimir wordt op verschillende manieren met die oorlog geconfronteerd. Eén van de zoons krijgt een oproep voor het leger, terwijl twee nog jonge kleinzoons zich vrijwillig melden. Louis Casimir, arts, is betrokken bij de hulpverlening. Ilse, zijn stiefdochter, gaat in de verpleging. Denise, de zus van Louis, is getrouwd met Gustav, een Duitser die zich in zijn vaderland bij het leger moet melden. Zo dringt de oorlog tussen Duitsland en België door in de eens zo hechte familie.
De verschrikkingen van de oorlog maken veel indruk op de betrokkenen, met name op Leon en Jean, de kleinzoons. Soms valt de scheiding tussen de nationaliteiten even weg, bijvoorbeeld als Ilse, de verpleegster, een vijandelijk soldaat verzorgt. Aan het eind van het boek blijkt de scheiding tussen de landen sterker dan de familiebanden. Gustav is even terug en merkt dat zijn vrouw vóór alles voor België kiest. De innerlijke verscheurdheid van Denise, die het gevoel heeft dat ze moet kiezen tussen haar land en haar man, verwijst mogelijk naar een autobiografisch
Illustratie van Louis Raemaekers uit
Een jonge leeuw van Vlaanderen
aspect. Van Ammers-Küller beschouwde Duitsland, waar haar vader geboren was, als haar tweede vaderland.
| |
Waardering
Als schrijfster van jeugdboeken is Jo van Ammers-Küller niet erg bekend geworden. Als auteur van boeken voor volwassenen kreeg ze vooral waardering voor haar verteltrant en de wijze waarop ze het burgermilieu en het familieleven schilderde. Haar historische romans werden geprezen omdat ze goed gedocumenteerd zijn. Kritiek was er op het ontbreken van diepte in haar romans. Zo vermeldt het Lectuur-Repertorium: ‘De waarde van haar vlot geschreven, bijwijlen storend vrijmoedige boeken werd aanvankelijk overschat; het is vrij oppervlakkig werk, hoewel het als
| |
| |
tijdsuitbeelding niet zonder verdienste moet worden geacht.’ Ze heeft nooit tot de grote literaire schrijvers behoord, wel tot de zogenaamde ‘damesroman-schrijfsters’, door een dame voor dames.
In Wormcruyt met suycker (1950) staat Van Ammers-Küller vermeld als ‘een van de meest gelezen schrijfsters in ons land; haar romans en novellen, blijven, vooral in latere jaren, vrijwel aan de oppervlakte, maar bekoren door vlugge gang, lenige stijl en interessante, actuele thema's. Voor oudere meisjes zijn geschikt: Tegen den stroom op (1917), Frans van Altena's Vuurproef (1920), Het doornige pad (1924); ook Een jonge Leeuw van Vlaanderen (1915) is door de jeugd aanvaard.’
Van haar jeugdboeken is slechts een enkele bespreking te vinden. M.H. van Campen spreekt haar waardering uit over de tekening van de typisch Hollandse sfeer in Tegen den stroom op; zij ziet verwantschap met Ina Boudier-Bakker. Minder positief is ze over het romantisch karakter van dit verhaal.
In De Kleine Vuurtoren, Jeugdboekengids 1927 zijn korte inhoudsbeschrijvingen opgenomen van Tegen den stroom op (1917) en Frans van Altena's vuurproef. Een oordeel ontbreekt.
| |
Bibliografie
Keuze uit haar werk voor volwassenen
|
De roman van een student (1914), De verzwegen strijd (1916), Kruispunten (1918), Maskerade (1919), De zaligmaker (1921), Het huis der vreugden (1922), Jenny Heysten (1923), Het inzicht (1923), De opstandigen (1925), Mijn Amerikaansche reis (1926), Prins Incognito (1935), Ma (1942), De kolibrie op het gouden nest (1951), Tantalus (1953), Diana (1959). |
Jeugdboeken
|
Een jonge leeuw van Vlaanderen: een verhaal uit den oorlog van 1914. Met illustraties van Louis Raemaekers. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink, 1915. |
Tegen den stroom op: een vertelling van een meisjesleven. Bandontwerp Jan Wiegman. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink, 1917. |
Frans van Altena's vuurproef. Rotterdam, Nijgh Van Ditmar's Uitgevers-Maatschappij, 1920. |
Het doornige pad: een vertelling van en voor de jonge menschen. Rotterdam, Nijgh Van Ditmar's Uitgevers-Maatschappij, [1924]. |
Over Jo van Ammers-Küller
|
M.H. van Campen, Literatuur-Kroniek [over Tegen den Stroom op]. In: [onbekend], 1918. |
Henriette J. Kluit en Saskia Lobo, De Kleine Vuurtoren. Jeugdboekengids 1927. Den Haag Boekhandel M. Dijkhoffz. Voorheen A. van Hoogstraten & Zoon, 1927. |
Onze Mei. Baarn, Hollandia-Drukkerij, 1927. |
[R.], Bij Jo van Ammers-Küller. In: Nederlandsche Bibliographie, jaargang 85 (1940), nr. 7. |
D.L. Daalder, Wormcruyt met suycker. Historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur met illustraties en portretten. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1950. |
[Anoniem], Wie schreef de roman ‘Dorstig paradijs’? Mevr. Van Ammers-Küller verdacht. In: Trouw, 6-2-1951. |
Joris Baers en Paul Hardy (red.), Lectuur-Repertorium. Deel III, Antwerpen/Tilburg, Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen/Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, 1954, blz. 2538. |
[Anoniem], Schrijfster Jo van Ammers-Küller overleden. In: Algemeen Dagblad, 25-1-1966. |
[Anoniem], Jo van Ammers-Küller: kleurrijk én schematiserend. In: Trouw, 25-1-1966. |
Harriet Freezer, Jo van Ammers-Küller maakte 40 jaar geleden opgang. In: Het Parool, 17-2-1966. |
Paul Hardy en Xaveer de Win, pr. (red.), Lectuur-Repertorium 1952-1966. Deel III, Antwerpen/Tilburg, Algemeen Secretariaat voor Katholie- |
| |
| |
ke Boekerijen/Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, 1970, blz. 1854. |
E.B.M. Salden-Campfens (eindred.), Jo van Ammers-Küller (1884-1966). In: Delftse vrouwen van vroeger en nu. Delft, Delftse Vrouwen Raad, 1975. |
Annie Romein-Verschoor, Vrouwenspiegel. De Nederlandse romanschrijfster na 1880. Nijmegen, Sun, 1977. (Oorspronkelijke uitgave: Utrecht, Drukkerij Hoeijenbos & Co. N.V., 1935.) |
Ludy Giebels, De opgewekte secretaresse van de geschiedenis. Jo van Ammers-Küller en haar roman ‘De opstandigen’. In: Bzzlletin, jaargang 14 (1986), nr. 134, blz. 63-67. |
Drs. Christine Brackmann en drs. Marijke Friesendorp (red.), Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse Literatuur. Utrecht/Antwerpen, Kosmos-Z&K Uitgevers B.V., 1996. |
60 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2002
|
|