Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan W. van RavesteynToulon, 16 juni a.d. 1947
Beste kerel!
Een berghut ‘ergens aan de flanken van den Himalaya’, of waar anders ook?, God, man!, ik heb daar lange jaren geléden al naar gesnakt. Wég uit den ‘vuilen chaos’! Mag ik my-zèlf even aanhalen (blz. 280, ‘Uitingen van een Reactionnair’, slot-alinea): ‘Alles is hopeloos want de grondslag van alles is lafheid en wreedheid ... De wysheid bestaat in luisteren en contempleeren. In het luisteren, te midden van de stilte, naar een kraaienden haan, een blatend geitje, een | |
[pagina 482]
| |
loeiende koe, een zingend meesje, een kirrenden tortel, een kwakende kikvorsch, een fluitende pad, een sjierpende krekel, een gonzende by, een ruischenden boom. In het zwygend aanschouwen van zon, maan, sterren, wolken en nevelen, de rivier, het dal, de heuvelen, de wuivende graanvelden. Al het overige is uit den booze.’ (1921) En op blz. 289 van den zelfden bundel, bovenaan: ‘Maar ik voel my hoe langer hoe meer aangetrokken tot het gedierte des velds, van den tyger tot het lam, en hoe langer hoe heviger afgestoot- en door het hatelykste - en het zotste! - product der Schepping: de boksende, tegen-een-bal-schoppende, aanen-büiten-de-Beurs-gokkende, redevoering-houdende, het-schoone-vernielende, de-aarde-onder-zyn-voeten-wèggravende, de-wereld-inkrimpende haast-maniak die mensch heet.’ (1922) Het waren, in die dagen (myn Telegraaf-ty dl), trouwens de éérste uitingen van myn misanthropie niet! In het 2de no van de Paradox, gedagteekend 20 november 1897, getuigde ik al: ‘X-musch in een boom, x-paard in de wei, x-kat, x-kikker of hagedis boezemen me méér belangstelling in dan x-mensch’. Dat is nu aanstonds een halve eeuw geleden, en ik was 33 jaar oud! Waarom ik my dan zestig jaar lang heb ‘druk gemaakt’ - ik ben begonnen te schryven toen ik 23 was - en dat nóg doe op den dag van heden? Mon Dieu! omdat ik - de Pareen hebben het zoo beschikt - essentieel, van nature, een polemist ben, een strydvoerder! Ik ben als een vechter ter-wereld gekomen, en de hartstocht die my verteerd heeft myn geest frisch gehouden in weerwil van zoovéél dat my ter-neer had kunnen slaan. Myn millioenen-koppige doodvyand is de stompzinnigheid, ‘la bêtise au front de taureau’ (Baudelaire), die het samenstellende element is van de met den dag redeloozer wordende, dommekrachtelyke massa, waaruit het semi-aziatische communisme zyn stelselmatig gebestialiseerde, internationale, aanstonds universeele, alle ware Beschaving vertredende Horde recruteert. ‘Communisme = kannibaalsche gelykheids-bestialiteit’. Indien ik óóit trotsch ben geweest op een door my geformuleerde definitie, dan is het op déze! Ik zinspeelde daar, schamper, op het semz-aziatisme van de Moscovieten. Tegen de 1/1-Aziaten: Indiërs, Chineezen, Japaneezen - voor deze laatsten zou ik, als ik daartoe in de gelegenheid kon worden gesteld, wel een lans willen breken - heb ik nièts! Stérker! Myn sympathie is onbegrensd voor de veertig-en-zooveel millioen arme Javanen, en voor de rèst der nu gerepoeblikaniseerde inboorlingen van ‘Indone- | |
[pagina 483]
| |
sia’, die het aanstonds, onder hun met een dun laagje europeesch vernis bestreken en daardoor verwaande en arrogante rasgenootschappelyke nieuwe meesters, veel harder zullen hebben dan onder de hollandsche overheerschers, waarvoor ik, qua ‘kapitalisten’ geen party trek, maar waarvan, sedert plus minus 350 jaar, de scherpe kantjes al héél wat afgeslepen waren, en onder wier gezag zy, na en ten-gevölge van het optreden van den ‘man van Lebak’, ontegenzeggelyk fatsoenlyker zyn behandeld dan de ‘niggers’ in onverschillig wélke Overzeesche Bezitting van onverschillig wélke niet-hollandsche koloniale mogendheid! Geëxploiteerd zyn zy ongetwyfeld! Maar erger dan zy het onder hun eigen, eventueel den vryen teugel voerende Hoofden zouden zyn geweest? Neen! En even smadelyk bejegend (of ook maar by benadering) als de ‘free and independent’... maar ‘coloured’ burgers-en-kiezers in ‘God's own country’? Neen! En dan: is er één niet congenitaal-stompzinnig, of door communisto-demokratzige litteratuur idioot geworden mensch ter-wereld die denkt dat Indonesië, de Hollanders eenmaal ‘er uit’, onafhankelyk zal blyven? Geen sprake van! Economisch tenminste niet, en daar zou het voor den armen, kinderlykenGa naar eindnoot1 ‘orang tanih’ op aan komen. Het amerikaansche kapitalisme, over oneindig meer hulpbronnen beschikkend dan het hollandsche, zal in de plaats daarvan komen, het land industrialiseerend op oneindig uitgebreider schaal dan nù het geval is, en millioenen landbouwers tot fabrieksvolk maken. De stoomfluit, over heel Java, van Serang tot Banjoewanghi, gillend, zal Kariowidjojo en Prawirodiredjo, Sarina en m'boq Sidien - repoebliekeinen en kiezers, soevereine kiezers voortaan! - naar hun fabriek dryven, en met hun gelukzalige indolentie en hun kinderlykheid zal het binnen weinige jaren gedaan zyn. Zy zullen zeker wat méér verdienen, in plaats van een handjevol ryst met een stukjeGa naar eindnoot2 dengdeng of een gezouten vischje, amerikaansch blikjesvoer consumeeren, hun hoofddoeken vervangen door petten - het universeel-demokratzige, leninistische hoofddeksel by uitnemendheid -, hun gamalang door jazz-instrumenten, hun sirih-pruimen door chewinggum, hun wajang door moord-en-doodslag-films, en binnen den tyd van één geslacht zullen zy even zielloos, even ‘abrutis’ zyn geworden als hun blanke broeders over heel de wereld, de tweehonderd-millioen 1/2-aziatische Moscoven en hun oost-europeesche nolens volens-vazallen bovenaan op de lyst. Au fond kan het my weinig of niets schelen dat ‘maarschalk’ Tito, zetbaas van ‘maarschalk’ Staline, in Joego-Slavië, en kameraad Dimi- | |
[pagina 484]
| |
trov, de nog-nièt-gemaréchaliseerde, andre dépóthouder van het Kremlin, in Bulgarye, den proletarisch-dictatorialen knuppel zwaaien. Maar met het rampzalige Polen, met de overweldigde Hongaren, en met het uitgemergelde en met inzwelging bedreigde Oostenryk heb ik te doen. Wat Frankryk betreft, dat ik lief heb om zyn verleden Daar waren, op 12 mei van dit jaar, negen-en-vyftig jaar voorbygegaan sedert ik, Hollands yzige atmosfeer ontloopen, in Parys aankwam. Eindelyk, eindelyk by en ònder het volk waartoe ik my, van myn prilste jeugd af, intuïtief aangetrokken had gevoeld, en dat my het best-geéquilibreerde, helderst-denkende, schranderste en begaafdste van alle volken leek, en dit inderdaad was! Nù, na ruim zes decennia van door niets meer gestuite noch vertraagde, demokratzige ontbinding, die het, in den tyd van 25 jaar, twee verdelgingsoorlogen op den hals heeft gehaald, is Frankryk - dat, mèt zyn duizendjarige monarchie, zich zélf heeft onthoofd! - op den rand van den ondergang geraakt... gedreven! De radicalen hebben het bed opgemaakt voor de s.f.i.o.-socialisten, en dézen voor de communisten, door den ‘naufrageur’ Blum onveranderlyk ‘nos camarades communistes’ genoemd! Van de hollandsche communisten - ik bedoel hier den troep, de ‘rank and file’, aangevoerd, in den ‘stryd voor de vrymaking van het menschdom’, door den maarschalk-in spe Koejemans?Ga naar eindnoot3 (ik zou niet graag willen dat de man anders heette) - weet ik hoegenaamd nièts, maar ik onderstèl dat zy door den zélfden kuddegeest zyn bezeten als de broeders-heloten hier... here, there and everywhere! Wat hun intellectueele herders en ‘directeurs de conscience’ aangaat, die wringen zich, allen critischen geest, voor zoover zy die ooit bezaten, verloochenend, in de kromste bochten om alles ‘goed te praten’ wat van het moscovitische Vaticaan uitgaat. De facto is het Kremlin een hyper-Vaticaan! Want waar de pauselyke Onfeilbaarheid, door het Concilie van 1870 geproclameerd, uitsluitend het Dogma en de interpretatie van de Leer door den Heiligen Vader geldt en zyn politieke activiteit niet dèkt,Ga naar eindnoot* laat de bolsjevistische orthodoxie niet de geringste critiek toe op wélke daad ook van Jossif Djoegaschvili, alias Staline, den Alvader der Volkeren. Het vriendschapsverbond met Duitschland, in '39, dat, Hitler geruststellend wat de oostelyke grenzen van het Dritte Reich betrof, den oorlog mogelyk maakte; het daarop volgende, contractueel afgesproken in den rug ‘abmurksen’ van het by de keel gegrepen Polen; de | |
[pagina 485]
| |
ignobele overweldiging van het kleine Finland; de hèrannexatie van de baltische randstaatjes; de stelselmatige uitroeiing en het even systematische tot slavenarbeid doemen van millioenen ‘fascisten’ - wat de generaliseerende en vereenvoudigende qualificatie is van ketters en non-conformisten - alles wordt goed-gepraat, voire verheerlykt! De Polen die zich niet onder het juk van Rusland willen krommen? Fascisten! De soldaten van Anders,Ga naar eindnoot4 die van het eerste tot het laatste uur van den oorlog tegen den vermaledyden Duitscher hebben gevochten? Fascisten en ‘Hitlerianen’! (Ik heb het gelézen, zwart op wit!) De Grieken, die, ten getale van plus minus 5 millioen, voor het herstel van de monarchie hebben gestemd?Ga naar eindnoot5 Van den éérsten tot den laatsten door Engeland betaald! (De anderen nièt door Rusland, noch ook door Stalins alvaderlyke zorgen van wapenen voorzien. Es ist nicht wahr!) De anti-communistisch anti-bolsjevistisch stemmende Hongaren?Ga naar eindnoot6 Stuk voor stuk aan Amerika verkochte fascisten en verrajers! (Maar wacht even op de a.s. ‘vrye’ algemeene verkiezingen in het land van Lajos Kossuth,Ga naar eindnoot7 die zonder éénigen twyfel een doortrapt demokratzig, van alle vreemde smetten en invloeden finaal gespeende ploeg Volkscommissarissen aan het bewind zullen brengen.) Het is alles om van te spuwen, wat ik, in figuurlyken zin, dan ook doe. Maar ik zou een krant, een tydschrift tot myn beschikking willen hebben om de drogredenaars te-lyf te kunnen gaan en te zeggen wat ik - met aanstekelyken gloed nog, in weerwil van myn leeftyd! - te zeggen héb. Of had ik ook maar een minuscuul éigen blaadje, gehectografeerd desnoods! Is er nu in héél Holland geen énkele publicatie, onbevangen genoeg, of onbevréésd genoeg voor de communistische volks-vergiftigers en volks-abrutisseurs, om copy van my te durven opnemen? Aan Elseviers Weekblad stuurde ik, naar aanleiding van hun my via u gedane, indirecte vraag om bydragen, ‘liefst een beetje scherp’, ongeveer drie maanden geleden, het hier bygaand artikel, dat ik u nièt toezend met de | |
[pagina 486]
| |
bedoeling het door uw bemiddeling èlders geplaatst te krygen - het heeft, sedert ik het schreef, alle actualiteit verloren - maar alleen a titre d'information! Zy retourneerden my het stuk, na myn vraag om bescheid, en na het weken lang ‘in beraad’ te hebben gehouden, begeleid door een kattebelletje van den volgenden mislyken inhoud: ‘Weledelgeboren Heer. Met buitengewoon veel belangstelling hebben wy kennis genomen van het door U ingezonden artikel “De Groote Franschman”. Toch spyt het ons zeer U te moeten mededelen, dat wy de inhoud van Uw bydrage minder geschikt achten, zoodat wy ons helaas genood-zaakt zien ook dit artikel aan u te retourneeren. Onder dankzegging voor de inzage verblyven wy, etc.’ ‘Le style c'est tout l'homme’ (Buffon)... et tout Elseviers Weekblad! dat zeker bang was een paar communistische lezers, of, God weet!, abonnés te verliezen, als het myn stuk opnam.Ga naar eindnoot8 Quels pleutres! Ik zal nu maar afzien van wélke pogingen ook copy onderdak te brengen in een hollandsche krant, ofschoon ik de opbrengst daarvan dringend noodig zou hebben. Ik ben nu juist klaar - op het ‘tikken’ van een zestig in klad gereed liggende bladzyden na - met de my verleden jaar augustus door Wiessing bezorgde vertaling van een akelig sentimenteelen, slecht geschreven engelschen roman, een karwei dat my veel hoofdbreken heeft gekost door het groote aantal nautische termen die er in voorkomen - de gebeurtenissen ontwikkelen zich voornamelyk in een schotsche zeehaven, op scheepstimmerwerven en aan boord van zeilschepen - technisch terrein waarop ik een volslagen leek ben. Ik heb my er zoo consciencieus mogelyk doorgeslagen - wat ik onderneem - óók, helaas!, pecuniae causa - volbreng ik consciencieus, al hangt het my de keel uit - maar het heeft my, in letterlyken zin, ‘een stuk van myn gezondheid’ gekost. En die tien maanden van ingespannen, uiterst vermoeiend werk hebben my 450 (zegge vier-honderd-vyftig gulden, het equivalent van plus minus 20.000 francs) opgebracht. En het materieele bestaan wordt hier met den dag, met het ùùr byna, bezwaarlyker, door toedoen, voornamelyk, van het communistische canaille, dat nièts ongedaan laat wat het door den oorlog verarmde land den oorlog tot het uitbreken waarvan zy, willens en wetens, zooveel hebben bygedragen! - economisch en financieel te-gronde kan, en, vermoedelyk, zal richten. Alles aan deze ‘unmitigated scoundrels’, in het hollandsch: ‘onversneden schurken’ is, à l'instar en in opdracht van hun moscovitische meesters, trouweloosheid en verraad. By deze verzuchtingen zal ik het voor vandaag nu maar laten. | |
[pagina 487]
| |
Vindt u my, inderdaad, ‘zoo weinig veranderd’ sedert de dagen van de Paradox, die op 6 november 1897, aanstonds een halve eeuw geleden, het licht zag? Weinig veranderd, zeker!, wat myn temperament betreft. Nog altyd de zelfde ‘Orlando Furioso’, zooals u my, heel by het begin van onze correspondentie, na het verschynen van In Opstand, uw onbevangen, sympathieke recensie daarvan in Het Volk en myn bedankbrief voor deze verrassende beoordeeling in dat blad, qualificeert. A propos van de Paradox! Zoudt u, naar aanleiding van den op-han-den-zynden ‘gedenkdag’ (6 november 1947), hier of daar (bestaat het Critisch Bulletin nog, of wéér?) de geboorte van myn brander kunnen en willen memoreeren Ik zou dat heel prettig vinden en het hoogelyk waardeeren. En misschien - wie weet? - komt dan een of ander litterair tydschrift, of periodiekye, of krant, op den inval my, nu en dan, een kolom in te ruimen. Veel fiducie stel ik nièt in deze gebeurlykheid, but one never can teil! Voor het tegenwoordige heb ik de dringendste behoefte aan remunereerend werk, vertaalwerk als het niet anders kan, en ik zou heel graag een in myn bezit zynden, uitstekend geschreven, boeienden ‘roman vécu’ van anti-communistische strekking uit het fransch in het nederlandsch willen overzetten, als ik daar een uitgever voor kan vinden. Zoudt u my kunnen zeggen of Arthur Koestlers ‘Darkness at Night’ in het hollandsch is vertaald, en, zoo ja, by welken uitgever en waar ter stede?Ga naar eindnoot9 Ik wil dit niet aan Wiessing vragen, Wiessing met wien ik sedert ruim 40 jaar intiem bevriend ben, dien ik een warm hart toedraag - hy my ook nog, geloof ik - maar van wien, ideologisch gesproken, een onoverbrugbare afgrond my scheidt. Op politiek, philosophisch, ethisch gebied staan wy onverzoenlyk, ik kan wel zeggen vyandig tegenover elkaar. Ik wil hem dus liever niets meer vragen, en zéker niet pogen hem te belasten met de opsporing van een uitgever voor het door my bedoelde boek. Autre chose: wat is Het Parool voor een krant? Zoudt u my een paar nummers (2 of 3 is genoeg) willen toezenden? By voorbaat myn dank! Laat my u, by wyze van slot-alinea, en ‘pour la bonne bouche’, onthalen op een beknopte omschryving van de Democratie door Pierre Hervé (een Universitaire met permissie!), medelid der hoofd-redactie van de Humanité, en, als zoodanig, een der voornaamste ‘pourrisseurs’ van het rampzalige fransche volk. De bedoelde definitie is te vinden in een ddo 14 februari j.l. in de communistische Action gepubliceerd, vier kolommen beslaand artikel: | |
[pagina 488]
| |
Ga naar eindnoota ‘Que sera la démocratie française?’, en luidt als volgt:Ga naar eindnootb ‘Il n'est pas nécessaire que vous transformiez un individu en écumoire (vry vertaald: hem met kogels doorzeeft), pour quily ait, de votre part, violence: il suf fit que vous le contraigniez par tous les moyens en votre pouvoir à agir contrairement à ses désirs ou à sa volonté... La démocratie est un état. Et l'Etat c'est la violance organisée et codifiée. Il s'agit de savoir contre quels systèmes politiques et quels milieux sociaux doit s'exercer la violence démocratique.’ Met myn (onze) hartelyke groeten ook aan uw vrouw, waarvan het ons oprecht verheugt te vernemen dat zy het ‘dit voorjaar gelukkig beter maakt dan de laatste lentes’, t.à.v.
Alexandre Cohen |
|