Brieven 1888-1961

Aan Julius Pée

Parys 9.10.93 59

rue Lepic.

Waarde Heer,

Hartelyk dank voor de my toegezonden brochure over ‘Het gebed v/d Onwetende’.¹ - Tot myn spyt ontbrak aan dat exempl. een opdracht. Gy zyt zeker boos en terecht, dat ik niet antwoordde op uw zoo vleiend schryven betr. myn vertaling: ‘Japansche Gesprekken’. Tot myn excuse diene dat ik tot over de ooren in 't werk zit, voornamelyk in de vertaling van een drama van Gerhart Hauptmann - de 5^e acte verscheen in den

1 Julius Pée, Het gebed van den onwetende met een onuitgegeven brief van Multatuli en zijn huldevoorstel, Gent 1893 (overdruk uit Nederlandsch museum, 37 (1893), oktober).

[p. 57]

‘Mercure’² - dat dezen winter, in november, te Parys wordt opgevoerd.

- Nogmaals hartelyk dank en toutes mes excuses. Cordialement votre

C.

2 Hauptmanns stuk beleefde op 13 december 1893 zijn generale repetitie door de toneelgroep L'oeuvre onder regie van Aurélien-Marie Lugné-Poe (1869-1940) in het Théâtre des Bouffes-du-Nord in Parijs. In zijn herinneringen La parade, Parijs 1931, dl 2, p. 64-65 schrijft hij over de moeilijkheden bij de eerste opvoering.