29 juli 1933: Ritter aan Coenen
Hooggeachte Heer Coenen,
Eenigen tijd geleden heb ik aan Greshoff een stukje gezonden waarin ik literaire kwaliteiten meende te bespeuren. Het is van den heer J. de Roock uit Bilthoven, Hasebroeklaan 39.
Greshoff berichtte mij het naar U doorgezonden te hebben, daar U het proza beoordeelt. Zoudt U mij misschien kunnen mededeelen of het voor ‘Groot Nederland’ geschikt is. De schrijver is een levendig gepensioneerde Oud-Indischman, die met de grootste spanning op de beoordeeling van zijn werk zit te wachten.
Voor Uw antwoord betuig ik U bij voorbaat mijn dank.
Met hoogachting en beleefde groeten,
P.H. Ritter Jr.