Opa en oma

[p. 44]

Gefeliciteerd, zegt de gouverneur

Pater is al klaar.

De gasten zitten in de tent.

Oma gaat met iedereen een beetje praten.

Ze gaat van de één naar de ander.

Oom Willy roept oma.

‘Ma kom nu binnen zitten, straks komt de gouverneur.’

Oma gaat naast opa in de voorzaal zitten.

‘Is de gouverneur er al?’: vraagt opa.

Dan komt de gouverneur.

Hij komt met de auto.

Hij heeft cadeautjes voor opa en oma.

Een man maakt een foto.

Morgen komt deze foto in de krant.

[p. 45]

[p. 46]

De gouverneur praat over opa.

Hij zegt: ‘Opa was heel lang postbode. Hij heeft hard gewerkt voor Suriname.’

De gouverneur zegt van oma: ‘Oma heeft veel kinderen grootgebracht en oma is een goede echtgenote voor opa.’

Oma is blij.

Ze veegt haar ogen.

Oom Willy schrijft voor opa in opa's hand.

Hij schrijft wat de gouverneur zegt.

Opa huilt.

De Gouverneur zegt: ‘Jullie moeten niet huilen.

Niet elke dag is een paar zo lang samen.’

De Gouverneur geeft opa een enveloppe.

In de enveloppe zit geld.

Oma pakt de enveloppe en zet het in haar tas.

[p. 47]

De man maakt nog meer foto's.

Foto's van oma en opa en iedereen.

De gouverneur zit een beetje met opa en oma.

Tant' Sylvie brengt soft en taart voor de gouverneur.

De gouverneur praat en lacht met opa en oma.

Dan gaat hij weg.

Oom Willy brengt hem naar zijn auto.

Opa gaat liggen op zijn bed.

Oom Willy zegt: ‘De gouverneur heeft mooi gesproken.’

‘Niet elke dag komt zo iemand op bezoek.’

Oma zegt: ‘Al 50 jaar getrouwd, dat is geen 50 dagen.’

‘Nee ma, wij moeten dat ook zien te halen.’

Pa luistert, hij lacht.

Ma lacht ook.

‘We zullen zien.’

[p. 48]

‘Sylvie, die mensen kunnen nu wel eten.’

Hmmm... feest eten.

Ik heb honger.