Opa en oma

[p. 39]

50 jaar getrouwd

Het is nog vroeg wanneer we naar oma gaan.

Vandaag is het feest.

Bij oma is iedereen al wakker.

Oma heeft een paarse jurk aan.

Op haar hoofd heeft zij een feest angisa.

De angisa heeft paarse kant aan de rand.

Oma zit naast opa.

Ze zitten helemaal vooraan in de tent.

Ze zitten vlak voor pater.

Opa heeft zijn witte pak aan.

Opa beeft.

Pater bidt.

Iedereen bidt.

[p. 40]

[p. 41]

Opa alleen bidt niet.

Hij kan pater niet horen en niet zien.

Oma bidt met haar rozenkrans.

Pater zet z'n hand op opa en oma's hoofd.

Hij gooit water met een toiletborstel op opa.

Opa schrikt.

Pater maakt oma ook nat met die toiletborstel.

Pater maakt iedereen nat ermee.

‘Hmm, wat doet pater met die toiletborstel oma?’

‘Het is geen toiletborstel, het is een gezegende borstel.’

‘Sttt.. pater bidt.’

Pater zingt een lied over Maria.

Oma houdt van Maria.

‘Is pater klaar vrouw?’: vraagt opa met een luide stem.

Opa is een beetje moe.

[p. 42]

Oma tikt op zijn hand.

Op de tafel van pater staan bloemen.

Het zijn bloemen voor opa en oma.

Omdat ze al 50 jaar getrouwd zijn.

Er zijn veel mensen bij opa en oma vandaag.

De gasten geven hun een hand.

De gasten geven ook bloemen.

De gasten geven hun cadeautjes.

Oma lacht.

Zij is blij.

Vandaag is zij al 50 jaar samen met opa.

Oom Jean brengt opa naar binnen.

Tante Magda en Rosy delen thee en cacao uit.

Sandra en ik geven die mensen koekjes.

Ze zijn erg lekker geworden.

[p. 43]

‘Wonny, die kinderen eten al die koek in plaats van dat ze uitdelen.’

‘Lettie en Sandra jullie moeten die koekjes aan die mensen geven, hoor.’

‘Straks als iedereen heeft gehad, gaan jullie zelf ook krijgen.’

Die mensen vinden de koekjes ook lekker.

Sandra en ik krijgen elk nog 4 koekjes.

Maar we hebben zeker al 50 gegeten.

Lekkere omakoekjes.