Opa en oma
(2004)–Arlette Codfried– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
[pagina 28]
| |
Opa kan niet horen en niet zien. ‘Vrouw, ik weet dat je boos op me bent maar bij wie blijf ik nu? Bij jou toch? Wat wil deze vrouw van me?’ Opa praat door. Oma is weer in haar keuken. Ma praat over gewone dingen met oma. Maar toch blijft oma boos op opa. ‘Zoveel jaren ben ik al met deze man.... nooit wil hij horen. Kijk hoeveel kinderen we hebben, heh, dan toch....’ ‘Laat Lettie gaan liggen in de voorzaal.’ De wand is lichtgroen. Ik zie een foto van moeder Maria. Opa heeft een mooi diploma. Het hangt naast de foto. Pa houdt ervan om ernaar te kijken. | |
[pagina 29]
| |
Pa is aan het werk. 's Morgens slaap ik nog als hij van huis gaat. Als hij thuiskomt heb ik allang gegeten. Misschien komt hij ons vandaag weer ophalen. Opa praat nog steeds. Ma en oma ook. Maar oma rent niet meer naar opa's kamer om in zijn oor te schreeuwen. ‘Vrouw, ik wil naar het toilet.’ ‘Oh, tan Wonny, je bent hier. Is oma nog steeds kwaad op me?’ Opa voelt met zijn stok. Hij kan blind zijn weg vinden in huis. Toch houdt ma hem vast. Hij kan botsen tegen iets. Oma schuift op. Ze maakt een tyuri. | |
[pagina 30]
| |
Ik ga weer liggen. Straks komt pa dan gaan we naar huis. Dan gaat ma koken. Ze heeft nog niet gezegd wat ze vandaag gaat maken. Ik droom over een grote pot met bami. |
|