De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] Morgenlied Ik weet dat in den zuivren morgen mijn hart ter schoonheid openzwelt, en slaat eendrachtig, vrij van zorgen, met al de stemmen van het veld. Mij gaat een nieuwe wereld open, zoo zuiver-schoon en nooit vermoed, waarin mijn ziel haar vleuglen doopen en stijgen zal vol overmoed. Mij klinken nooit vernomen stemmen, die klaar en rustig zijn, en 'k zie hoe ik aan 's werelds droef beklemmen ontgroei en stijg tot harmonie met al wat leeft, met al wat ademt, met alles wat den dag begroet, terwijl mijn ziel heel de aarde omvademt, mijn geest de heemlen zwichten doet. O groeiend licht, o zuivre morgen, die al wat is, in schoonheid wijdt, ik zing, arm mensch met pijn en zorgen, ik zing, ik zing uw heerlijkheid... Vorige Volgende