De stille bloei(1925)–Richard de Cneudt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Aan Vlaanderen O Vlaandren, Vlaandren, heilig land van mijn gedachten, land van mijn droomen en mijn liefden en mijn haat, schoon in de glorie van uw dagen en uw nachten, droef om uw volk, dat blind zijn slavenwegen gaat, - o Vlaandren, Vlaandren, land der ongeboren krachten, waar elke kruin des wouds vol gouden vlammen staat, maar dichters, arm en naakt, vergeefs een morgen wachten, en gansch een volk verzinkt, en jubelt in zijn smaad; - o Vlaandren, Vlaandren, waar de vrije wolken zeilen, zingende torens staan in blijden zonneschijn, en steden vredig in den droom der eeuwen zijn, - gelukkig hij, die in uw beemden mag verwijlen, en, wordt ge groot, met u naar 't rijzend licht mag gaan, en, zoo ge sterven moet, met u mag ondergaan... Vorige Volgende