Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijHet Cxc. Liedeken.Op de wijse van den 103. Psalm: Mijn ziele wilt den Heer met Lofsanck prijsen, Al wat, etc.Naer dat ghy nu te samen zijt ghesetenGa naar margenoot+
So en wilt doch des Heeren niet vergetenGa naar margenoot+
Maer Ga naar margenoot† danckt, loeft en prijsthem van herten grondt:
Wilt u in sijn Goddelijck woort vermaken,Ga naar margenoot+
En daer naer stelt ghehoorsaem al u saken,Ga naar margenoot+
In hem is trouwe, hy houdt Ga naar margenoot† sijn v’bondt.
Ga naar margenoot‡Elck een behoeft dit neerstich te beproeven
Ga naar margenoot*Oft hy oock nieu gheboren is van hopen,
Want anders mach hy int Rijcke Gods niet gaen:Ga naar margenoot+
Wie vleeschlijc leeft, sal eeuwich moeten sterven,Ga naar margenoot+
Dat helsche vure sal ziel en lijf bederven:Ga naar margenoot+
Wee haer, die aen de slincker zijde staenGa naar margenoot+
En de stem niet en sullen mogen hooren,
Die seggen sal: Comt ghy mijn uytvercooren,Ga naar margenoot+
Besit dat Rijck, dat u langh is bereyt,
| |
[pagina 430]
| |
Ga naar margenoot+T’is t’Rijck mijns Vaders het wort u ghegheven,
Ga naar margenoot+Ghy sult nu comen in het eeuwich leven,
Die haer bereyden, crijghen dat bescheyt.
Laet daer nae zijn doch alle u verlanghen,
Ga naar margenoot+Dat ghy de Croon des levens meucht ontfanghen,
Die Christus dan den sijnen gheven sal,
Ga naar margenoot+Die hem nae volgen met het Cruys geladen
Ga naar margenoot+En wellust der booser Weerelt versmaden,
Die sullen dan zijn van sijnen ghetal.
Ga naar margenoot+Tot dat hy comt, wilt altijdt neerstich waken,
Weest doch niet Ga naar margenoot† traegh in goe bequame saken,
Ga naar margenoot+Want elock werck sal daer hebben sijnen loon,
Ga naar margenoot+Men mach ter weerelt niet dienen twee heeren
Hebt Godt lief, Ga naar margenoot* wilt u van der Mammon keeren,
Bedroch is in hem, al schijnt hy seer schoon.
Ga naar margenoot* Houdt dat ghy hebt, laet u dat niet berooven,
Ga naar margenoot+Al quam een Engel, laet u niet verschooven,
Ga naar margenoot+Die anders leert, van dat ghy hebt ontfaen
Van Iesu Christo, wilt daer niet van wijcken
Al bruyct de vyandt velerhand’ prachtijcken,
Hy comt altijdt met loofheyt op de baen.
Ga naar margenoot+Is Godt met ons, wie sal ons moghen deeren?
Ofte ons doen van sijner liefden keeren,
Ga naar margenoot+Die hy aen ons nu heeft bewesen bloot,
Ga naar margenoot+En voor sijn kinders ons heeft aengenomen,
Hy wil ons ghenadich te hulpe comen,
Ga naar margenoot+En helpen ons volherden tot der doot.
Ga naar margenoot*Nacht en dach hebt doch al u useren
In de groote Ga naar margenoot‡ volcomen Wet des Heeres
Weest doch een dader, gheen hoorder alleyn,
Men soud’ u anders den Mensche gelijcken
Die hem in eenen spieghel gaet bekijcken.
| |
[pagina 431]
| |
Die dat [...] schoon oft onreyn,
Salich zijn die, gaet Christus openbaren,Ga naar margenoot+
Die Gods woort hooren, en getrou bewaren,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot†Die sullen van sijnen gheslachte zijn,
Ga naar margenoot‡Sijn Moeder en sijn broeder sal hy wesen,
Hy sal haer schincken sijn Rijck ghepresen,Ga naar margenoot+
Den lieffelijcken soeten nieuwen wijnGa naar margenoot+
Ga naar margenoot”Iae broot des levens sullen sy daer eten
Ga naar margenoot†En aen sijn tafel met hem zijn gheseten,
Het hout des levens is voor haer bereyt:Ga naar margenoot+
Die overwinnen en ghetrou volherden,Ga naar margenoot+
En Christum altijdt naer volgen op eerden,Ga naar margenoot+
Soo hy ons dat heeft te vooren gheseytGa naar margenoot+
Brandt doch in liefden, laetse niet vercouden,
Sy is den bant, wilt u daer vast aen houden
Waer by dat men Christus jongeren kent,Ga naar margenoot+
T’is t’rechte teecken, wilt dat niet verlaten,
Wilt doch bewijsen rechte charitaten,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot†V aenghesicht niet van den Armen went.
Zijt nu den Heere bevolen in sijn hoedeGa naar margenoot+
Neemt doch van my dit cleyn ghedicht int goede,
Want uyt vyerigher liefden ist ghedaen,Ga naar margenoot+
Ick groete u seer hertelijck hier mede,
Met eenen kus der liefden ende vrede,Ga naar margenoot+
Bidt voor my, als ghy Godt sult roepen aen.
|
|