Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijHet Clxxv. Liedeken.Nae de wijse: Ick clam op eenen Boom, etc.Mijn lieve kindt wilt hoorenGa naar margenoot+
Wat u toecomt van my,
Een Liedt heb ick vercoorenGa naar margenoot+
Om te vermanen dy,
Dat ghy in uwes Gods vrees soudt blijvenGa naar margenoot+
En laet in u beclijvenGa naar margenoot+
Dat is in u gheplant
Door des Gheestes verstijven,Ga naar margenoot+
Den rechten onderpantGa naar margenoot+
Dien Godt in u herte nu heeft gheghevenGa naar margenoot+
Reyn en heylich te levenGa naar margenoot+
Als uwen roep betaemt,Ga naar margenoot+
Dat Godes naem verhevenGa naar margenoot+
Door u niet word’ gheblaemt,Ga naar margenoot+
Maer in u doen en laten word’ ghepresen.
In u jeuchde gheresen
Set altijdt voor den Heer,
Wilt niet lichtveerdich wesen,Ga naar margenoot+
Dat is al mijn begheer,
En wilt de lusten der jonckheyt vermijdenGa naar margenoot+
Gaet altijdt bezijden
| |
[pagina 396]
| |
Ga naar margenoot+Daer men hanteert ondeucht,
Wilt daer in niet verblijden,
Wijckt daer van wat ghy meucht,
Ga naar margenoot+Want in heylicheyt heeft u Godt beroopen.
En wilt niet haer loopen,
Ga naar margenoot+Maer op des Heeren baen,
Int coopen en vercoopen
Acht op u woorden slaen,
Dat ghy handelt met waerheyt en met trouwen,
Nimmermeer salt u rouwen,
Ga naar margenoot+In Gods u hope stelt
Ga naar margenoot+In allen u benouwen
Daer ghy med’ wordt ghequelt,
Houdt aen hem, hy en sal u niet verlaten.
Ga naar margenoot+Rijckelijck willet vaten,
Gheeft hy u dan ghewis,
Ga naar margenoot+Wat u in goeder maten
Alhier van nooden is
Ga naar margenoot+Aen ziel en lijf, hy sorgt voor ons te samen.
O liefste, nae’t betamen
Ga naar margenoot+Weest zedich ende kuys,
Want Godt heeft u met namen
Ga naar margenoot+Gheroepen in sijn huys
Ga naar margenoot+Tot eener Bruyt, voor sijn lief kint vercoren
Ga naar margenoot+Leeft nu niet als te voren,
Ga naar margenoot+Ghelijck de weerelt doet
Die niet en zijn gheboren
Ga naar margenoot+Dan van vleesch en van bloet,
Maer weest verandert door u nieuwe sinnen.
Ga naar margenoot+Op dat ghy meucht beminnen
Ga naar margenoot+Hem, die u heeft bemint,
Ga naar margenoot+De Weerelt overwinnen
Ga naar margenoot+Als sijn lieve kindt,
Soo hy de Weerelt oock heeft overwonnen.
Fijn hebt ghy nu begonnen
Ga naar margenoot+Tot den eynde volheert,
Ga naar margenoot+Soo wordt ghy niet verslonnen
Als het nu al verteert,
| |
[pagina 397]
| |
Den Hemel boven de Aerd’ beneden.
Zijt onsen Godt vol vredenGa naar margenoot+
Bevolen op dit pas,
Denckt aen de tijdt voorleden
Doe ick laetst by u was,
Hoe dat wy ons in Gods lofsangh v’blijden.
|
|