Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijEen Lofsanck onder het Avondtmael te singhen. Het Clxxiij. Liedeken.Nae de wijse van den 23. Psalm: Mijn Godt voedt my als, etc.Met danckbaerheyt laet ons den Heere loven,
V zy bereydt, ghy groote Godt hier boven,
Ga naar margenoot+Lof, eer en danck, zijt ghy weerdt te ontfanghen,
Ons leven lanck, souden wy met verlangen
Bilck loven u, voor al uwe weldaden
Die ghy Heer nu, ons bewijst met genaden.
Om niet hebt ghy, u lief Ga naar margenoot* Kindt ons ghegheven,
Ga naar margenoot+Die heeft ons vry, ghemaeckt en bracht int leven,
Ga naar margenoot†Doe hy seer bloot, ons zonden heeft ghedraghen,
En sterf den doot, en nam op hem ons plagen
Die by mismaeckt, en soo gepijnt is worden
Zijn wy gheraeckt, uyt den Ga naar margenoot‡ doot als versmorden.
Ga naar margenoot*Om ons misdaet, is hy gewont so seere,
Tot onser daet: ghebroken nae u leere,
Dat wy ghefaelt, hebben met onse zonden,
Ga naar margenoot†Heeft hy betaelt, en ons banden ontbonden
Ga naar margenoot‡Van Edom quam, hy en heeft wech ghenomen
Ons zonden gram, dus wy tot vre zijn comen.
Ga naar margenoot”Met sijnen bloe, ginck hy ons weder coopen,
Dat wy seer vroe, den doot souden ontloopen,
| |
[pagina 393]
| |
Ga naar margenoot‡Silver noch gout, en heeft ons niet verschoenet
Christus bloet stout, heeft ons den doot versoenet,
Ga naar margenoot*Daerom gaf hy, den Kelck haer oock te drincken,
Dat wy nu vry, dit al sullen bedinckenGa naar margenoot+
In lijdtsaemheyt, goetwillich alle tijden,
Oock zijn bereyt, om sijnen Naem te lijden,Ga naar margenoot†
Ga naar margenoot‡Ghehoorsaem meest, te wesen allegader,
Soo hy gheweest, is sijnen lieven Vader
Tot in den doot, aent Cruys met vele pijnen,
Soo moeten bloot sijn kinders al verschijnen.
Ons ziel en lijf, loeft u Heer met begeerdenGa naar margenoot+
Ga naar margenoot‡En al’t bedrijf, dat hier is op der eerden,
Des Hemels Throon, die Ga naar margenoot* Son en Maen, en Steeren,
Syon seer schoon, moet u met wercken eeren
En prijsen seer, uwen Naem al te samen,
Lof, prijs en eer, zy onsen Vader, Amen.
|
|