Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijHet lxv Liedeken.Op de wijse van den 5. Psalm: Verhoort O Godt mijn woorden clachtich.
Ga naar margenoot+Falieert u wijsheyt, wilt Godt beden
Om te hebben t’betrouwen goet
| |
[pagina 143]
| |
Nu in den Heere, daer toe moet
Men hier bevinden sonderlinghen
Al dese dinghen.
Een conscientie sterck machtich
Die u selven niet en verdoemt
Als ghy in sijn aenschouwen comt,
Wie boos doet, die is (zijt ghedachtich)
Dan seer vreesachtichGa naar margenoot+
Yeghelijck die soeckt goet betrouwen
In Godt, om den loon te ontfaen,Ga naar margenoot+
Moet met arbeyt te wercken gaen,
Boet te doen, voor Gods aenschouwenGa naar margenoot+
Sijn zond’ berouwen.
Sult ghy tot Godes huys beraden
Hoep te hebben om rusten daer,Ga naar margenoot+
Soo moet ghy hier sijn arme schaer
Opnemen, spijsen en versaden
Int ghemoedt een vriendelijck wesen,
Goets betrout men hier van den vrindt,
Waer men nu Gods liefde bevindt,
Dat is betrouwen vast nae desen
In Godt gheresen.
Even alsoo betrouwen deden
Martha ende oock Maria,Ga naar margenoot+
Segghende (lieve Heer) siet da,
Dien ghy lief hebt leyt hier beneden
Met krancke leden.
Alsoo is boven dit noch noedich
Te bewijsen vreesende eer
Nu teghens onsen Godt en Heer,
Daer in bestaet nu overvloedich
T’betrouwen goedichGa naar margenoot+
Bereyt u hert vast in Gods leere,Ga naar margenoot+
Dat u t’betrouwen maken sal,
Wie Christum belijdt hier int dal,Ga naar margenoot+
Dennen sal hy belijden seere
Naemaels met eere.
| |
[pagina 144]
| |
Ten laetsten moet men sterck volherden,
Ga naar margenoot+Blijft in hem, soo Ioannes seyt,
Dat ghy meucht hebben sekerheyt
In hem, als hy comt te aenveerden
Syn Rijck van weerden.
Seer beminde, sonder verschoonen
Schickt u hier nae van uwer jeucht,
Dat ghy’t betrouwen hebben meucht
Als Godt hem heerlijck sal vertoonen
Ga naar margenoot+De sijn te croonen.
|
|