Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– Auteursrechtvrij
[pagina 63]
| |
[Anna die lieve Weduw’ vrou]Op de wijse van den 9. Psalm: Heer ick wil u uyt s’herten grondt, etc.Anna die lieve Weduw’ vrouGa naar margenoot+
Diende den Heer stadich ghetrou,
Sy staet ons nu t’eenen exempel
Godt te dienen in sijnen Tempel.
Met haren voorbeeldt sy ons leert
Hoe wy Christ’lijck en ghemaniert
In allen staet, voor alle dinghen
Ons tijdt nu hier sullen deurbringhen.
Even seer in GodtsalicheytGa naar margenoot+
Ons te beneerstighen bereyt,
Met aendacht vasten ende beden,Ga naar margenoot+
Eensaem met Christelijcken zeden.
Recht bedincken nacht ende dach
Hoe ons hert’ doch ghestelt zijn mach,
Als een reyn huys niet om verschoonen,
Daer Godt met sijnen Gheest wil woonenGa naar margenoot+
Treden int goede altijdt voort,
Matich in reden soo’t behoort,Ga naar margenoot+
Dat men vertoont met alle sinnen
Godt nu van herten te beminnen.
En loven hem met daet en mont,
Hy die ons heelt en maeckt ghesontGa naar margenoot+
Door den Heylant ons nu ghesonden,
En dat wy sijn deucht uyt vercondenGa naar margenoot+
Niet met blooten woorden alleyn,
Maer oock met wercken groot en cleyn:
Die sijnen dienst nu soo betrachten
Sullen hem dan vrolijck verwachten.
Soo een hert gheeft ons (Godt) te mael,
Dat wy voor al doch principael
Dit moghen doen, en trou volherden
Soo langh’ wy leven hier op erden.
|
|