Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– Auteursrechtvrij
[Folio Yy5v]
| |
Op de wyse: Aenhoort wat Ioseph is gheschiet.
Ga naar margenoot+STaet my Heer met ghenaden by,
Ga naar margenoot+Sterckt my want ick ben cranck,
Op dat ick mach met moede bly,
Ga naar margenoot+V dienen voort aen al mijn leven lanck.
Voor al ick dit wel schuldich bin,
Want ghy mijn schepper zijt,
Die my ghemaeckt hebt dats niet min,
Ga naar margenoot+Tot uwen dienste Heer ghebenedijdt.
Ga naar margenoot+Soud' ick met allen leden mijn
V niet dienen ghemoet?
Ga naar margenoot+Want sy t'samen ghevoeget zijn,
Door uwe handt, daer van comt my dit goet.
Also ben ickt schuldich noch meer,
Ga naar margenoot+Om 'tgeen dat ick besit,
Ga naar margenoot+Tcomt altemael van u o Heer,
Ghy hebt my te samen ghegheven dit.
Nootdruft is my tot dienst beset,
Dat ick u dienen sou,
Ga naar margenoot+Laet mijn ghemoet nu onbelet,
Ga naar margenoot+Daer na ghestelt zijn, om te zijn ghetrouw.
Ga naar margenoot+Nu ick u bin verbonden vast,
Ga naar margenoot+Te dienen 'tis mijn schult,
Al waert u in die handt ghetast,
Soo hoort mijn belofte te zijn vervult.
Ga naar margenoot+Alsoo ick heb open ghedaen,
Voor u (Heer) mynen mont,
Met ghenaden wilt my bestaen
Dat ickt mach volbrenghen tot aller stont.
Ga naar margenoot+Ick bent schuldich soo't is verhaelt,
Want ghy hebt my ghecocht,
Gantsch dier, en mijn rantsoen betaelt,
Dat niemant hier ter werelt doen en mocht.
| |
[Folio Yy6r]
| |
Alleen Christi onschuldich bloetGa naar margenoot+
Is uytghestort voor my,Ga naar margenoot+
'Tonbesmet lam uyt liefde soet,Ga naar margenoot+
Dat heeft betaelt, en my soo ghemaeckt vry.Ga naar margenoot+
Noch ben ick schuldich aldermeest,
V te vergelden dat,
Dat ghy mijn dienaer hebt gheweest,Ga naar margenoot+
Te vooren doen ick in d'ellende sat.Ga naar margenoot+
Als een dienaer wert ghy ghestelt,
En hebt om mynent wil,
Ghearbeyt soo die Schrift vermelt,
Waer mee sal ick u dit vergelden stil.
My maeckt ghy Heer gherecht om niet,Ga naar margenoot+
Van toorn ghy my bevrijt,Ga naar margenoot+
En oft my daghelijcks misriet,Ga naar margenoot+
Soo zijt ghy mijn ontfermer alle tijdt.Ga naar margenoot+
Prijslijck voorcomt ghy mijn ellent,Ga naar margenoot+
Mijn swackheyt en onmacht,
Hierom soud' ick lief Heer bekent,
V billijck willich dienen dach en nacht.
En om dat ghy my hebt beloeftGa naar margenoot+
Die salicheyt hier naer,Ga naar margenoot+
Daerom en dient my niet vertoeft
Wt liefden u te dienen lieve vaer.Ga naar margenoot+
Namaels ghy ons versaden wilt,Ga naar margenoot+
Met hemels broot en dranck,Ga naar margenoot+
My laven deur u goetheyt milt,
Soud ick u daer voor niet dienen met danck.Ga naar margenoot+
Soo ghy wilt dat ick Heere sal
Eeuwich by u zijn daer,
Met uwen lieven kinderen al,
En die schoon heerlijcke Engelsche schaer.
OCH gy my siet my sterckheyt gheeft,Ga naar margenoot+
Wijsheyt en goet verstant,Ga naar margenoot+
Om uwen dienst willich beleeft,
Recht te volbringhen hier int aertsche landt.
| |
[Folio Yy6v]
| |
Ga naar margenoot+TER eeren Heer van uwen naem,
En t'mijnder salicheyt,
Ga naar margenoot+Maeckt my doch nu hier toe bequaem,
Tot uwen dienst gantsch willich en bereyt.
|
|