Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijOp de wyse: van den 50. Psalm, Godt die der Goden Heer is, spreken sal.ICk bid u dat ghy Gods navolgers zijt,Ga naar margenoot+
Gaet Paulus schryven tot onsen profijt,
Als lieve kinder in Godt opghevoet,Ga naar margenoot+
Die daer hebben een Christelijck ghemoet,Ga naar margenoot+
Laet ons toesien mijn vrienden al te vooren,Ga naar margenoot+
Oft wy hem nu recht volghen na 't behooren.
Alsoo dat wy hier met barmherticheyt,Ga naar margenoot+
Teghen den naesten altijt zijn bereytGa naar margenoot+
Die teghen ons hier zonde heeft ghedaen,Ga naar margenoot+
Dat wy hem mildelijck vergheven gaen,Ga naar margenoot+
Want dats Gods natuyre ent zijn sijn zeden
Christus heeft voor syne dooders ghebeden.
Noch meer moeten wy ooc barmherticht zijn
Den dolenden raden met daet en schijn,Ga naar margenoot+
Die nootdrufte vervullen deur den dach,Ga naar margenoot+
Met spysen, drincken, cleyden so men mach,Ga naar margenoot+
Och vrienden laet ons oversien ons saken,
Of wy Gode navolghen, hier in waken.
Men moet oock heylich zijn alsoo hy isGa naar margenoot+
In die voetstappen treden heel ghewis,
Godt maeckt ons heylich 'tis sijn eygen werc,Ga naar margenoot+
Door Christum sijn gherechte hant seer sterckGa naar margenoot+
Wy moeten ons vry wachten voor die zondenGa naar margenoot+
En sijns wils nu ghehoorsaam zijn bevonden.Ga naar margenoot+
| |
[Folio Rr5v]
| |
Ga naar margenoot+Elck een mach toesien hoe sijn saec hier staet
Oft hy in desen, Gode oock nae gaet,
Ga naar margenoot+Oft hy oock nu daghelijcks sonder spot,
Ga naar margenoot+Int herte heylicht den Heer synen Godt,
En sijn vat weet so die Schrift gaet verclaren
In eeren en heylicheyt te bewaren.
Noch moeten wy God volgen metter spoet
In synen lieffelijcken vrede soet
Ga naar margenoot+Daer wy deur Christum nu in zijn gheraeckt,
Die ons soo desen vrede heeft ghemaeckt,
Ga naar margenoot+Dat wy ons vastlijck daer in souden houwen
Ga naar margenoot+En in hem blyven met vasten betrouwen.
Ga naar margenoot+Noyt meerder sake dit dient wel versint,
Ga naar margenoot+Datmen mach worden gheheeten Gods kindt
Ga naar margenoot+Salich zijn de vredemakers seyt hy,
Ga naar margenoot+Sy worden Gods kinders gheheten vry,
Ga naar margenoot+Och vrienden laet ons doch nae vrede jaghen
Ga naar margenoot+Hem soecken, onderhouden onse daghen.
Ga naar margenoot+Elck moet wel toesien wijslijck bedacht
Ga naar margenoot+Dat hy den ghenen quaden niet beslacht,
Ga naar margenoot+Tot welcken Iohannes sprack (onghespaert)
Ghy zijt ghesproten uyt der slanghen aert,
En Christi woorden schricken ons niet minder
Ga naar margenoot+Hy seyde haer: ghy zijt des duyvels kinder.
Ga naar margenoot+Seer neerstich men wel toe te sien behoort
Ga naar margenoot+Want al 'tverborghen sal noch comen voort,
Ga naar margenoot+Daerom laet ons: als Gods lief kinder fijn
Hem nu navolghen in 'sweerelts termijn,
Ga naar margenoot+Soo sullen wy hier sijn gunste verwerven,
En naemaels sijn rijck daer boven beerven.
|
|