Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijOp de wyse: van de 10. Gheboden, ofte: Mynen gheest die heeft altijt verlanghen.
ALs ick benaut ben lieve Heere,Ga naar margenoot+
Soo weest mijn trooster in dees tijdt,Ga naar margenoot+
Want waer ick my wende oft keere,
Daer is enckel droefheyt en strijdt.Ga naar margenoot+
Rasch gheeft my doch tot mijnder batenGa naar margenoot+
Den troost die Abraham ontfinck,
Doen hy sijn landt hadde verlaten,
En als een Pelgrim dolen ginck.Ga naar margenoot+
In mijn reysen nae'sHemelsch stede,Ga naar margenoot+
Troost my met het Hemelsche broot,Ga naar margenoot+
Als manna d'Israelyten dede,Ga naar margenoot+
Want u barmherticheyt is groot.Ga naar margenoot+
Alsoo ghy David deedt ten tydenGa naar margenoot+
Troosten, in sijn droefheyt en leyt,Ga naar margenoot+
Soo wilt mijn hert met troost verblydenGa naar margenoot+
Door u groote barmherticheyt.Ga naar margenoot+
En als Iacob die moeste vluchten,
Den troost ontfinck in synen droom,
| |
[Folio Ll7v]
| |
Ga naar margenoot+Soo hebt, Heere, acht op mijn suchten,
Ga naar margenoot+Op dat my uwen troost toecoom.
Ga naar margenoot+Nu laet mijn droefheyt doch verkeeren,
Door uwen troost in groote vreucht,
Want als mijn droefheyt gaet vermeeren,
Veel meer troosts ghy my gheven meucht.
Ga naar margenoot+Ghelijck ghy deur u goede gave,
Eliam in noot hebt ghespijst,
Ga naar margenoot+En troost toebrocht deur eenen Rave,
Ga naar margenoot+Soo mij uwen troost oock bewijst.
Ga naar margenoot+En soo ghy u Disciplen t'samen,
Trooste in den noot op die zee,
Soo wilt in allen anghst met namen,
Ga naar margenoot+Vwen troost my oock deelen mee.
Ga naar margenoot+Als Iosua 'tLandt wou beerven,
Troost gaeft ghy hem en moet daer by,
Alsoo laet my Heer oock verwerven,
Ga naar margenoot+Vwen troost dat ick stryde vry.
Beleyt ben ick met veel vyanden,
Ga naar margenoot+Door uwen Engel ontset my,
Ga naar margenoot+Nu Senacherib is voor handen
Ga naar margenoot+Die u beschimt die quae party.
Ga naar margenoot+Recht als d'Israelyten waren
Belegert in Betulia,
Ga naar margenoot+Door uwen troost vry van beswaren,
Ga naar margenoot+Soo troost my oock deur u ghenae.
Als Petrus was seer hert ghevanghen,
Ga naar margenoot+De Engel gaf hem troost seer cloeck
Ga naar margenoot+Soo troost my oock naer mijn verlanghen,
Ga naar margenoot+Verhoort mijn beed en mijn versoeck.
Hoe trooste ghy Paulum ghepresen
Doen hy bewaert ghevanghen sat,
Laet my oock soo ghetroostet wesen,
Mijn Godt mijn Heer ick bid u dat.
Ga naar margenoot+Alsoo ghy Tobiam ginckt troosten,
En Sara zijnde seer bedroeft,
| |
[Folio Ll8r]
| |
Soo troost my oock in swaer propoosten
Want mijn ziel uwen troost behoeft.
Met Daniel laet my erlanghenGa naar margenoot+
Troost, onder veel Leeuwen benout,
En als my anghste heeft bevanghen,
Hier met Susanna menichfout.Ga naar margenoot+
Soo ghy lief Heer trooste in desen,
Al u beminde soo ghewis,
Condt ghy oock mynen trooster wesen,Ga naar margenoot+
Met uwen troost die lieflijck is.
|
|