Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– Auteursrechtvrij
[Folio Ii3v]
| |
op de wyse van den 118. Psalm: Dancket den Heer seer hoogh gepresen.
Ga naar margenoot+ZEE-LANDEN, Dorpen ende Steden
Ga naar margenoot+Met alle wercken groot en cleyn
Ga naar margenoot+Aen 'tFirmament en hier beneden,
Ga naar margenoot+Die Godt gheschapen heeft alleyn,
Ga naar margenoot+Oock datter leeft ten Hemel binnen
Ga naar margenoot+En voor Godt staet heel wel bereyt,
Ga naar margenoot+Comt kinder Gods, laet ons beginnen
Ga naar margenoot+Vertellen Gods barmherticheyt.
Ga naar margenoot+SCHEluydts gheschal was tot ons comen
Ga naar margenoot+De Heere ons beroepen liet
Tot syner Bruyloft, met den vromen,
Ga naar margenoot+Wt louter ghenaden aensiet:
Ga naar margenoot+Int welcke wy ons seer verblyden
Ga naar margenoot+Dat wy daer vrienden souden zijn,
Ga naar margenoot+Maer den vyandt ginck ons bestryden
Ga naar margenoot+Met Menschen leer in goeden schijn.
BEMINDE, Godt quam ons te baten
Ga naar margenoot+'Twas geen verdienst, maer sijn goetdaet,
Ga naar margenoot+Dat wy leerden en conden vaten
Ga naar margenoot+Waer in 'twesen Christi bestaet,
Ga naar margenoot+Al leden wy eenich versmaden,
Ga naar margenoot+Denckt 'tis onwetende gheschiet,
Ga naar margenoot+Die by ons stonde met ghenaden,
Ga naar margenoot+Rekent haer dat tot zonde niet.
Ga naar margenoot+LEEFT NAER 'TBEHOOREN nu te samen
Ga naar margenoot+Wel, oprecht verslijt uwen tijdt
Ga naar margenoot+Als kinder Gods, naer u betamen,
Ga naar margenoot+Van't menschelijcke jock bevrijdt,
Ga naar margenoot+Wilt doch nu u schouderen boghen
Ga naar margenoot+Onder 'tjock Christi valiant,
Ga naar margenoot+Wt uwen crachten en vermoghen
Bewijst u als lichten int landt.
ALS KINDEREN GODS WT GODT GHEBOREN,
| |
[Folio Ii4r]
| |
Toont de natuyr van uwen Vaer,Ga naar margenoot+
Vwe goet en vriend'lijck oorboorenGa naar margenoot+
Maeckt alle menschen openbaer,Ga naar margenoot+
Hebt doch Godt lief uyt uwen crachten,Ga naar margenoot+
Wt liefden dient hem heel perfeckt,Ga naar margenoot+
'Tis 'tgene dat ghy moet betrachtenGa naar margenoot+
Voor hem te comen onbevleckt.Ga naar margenoot+
VERCIERT DEN NAEM, MET CHRISTI ZEDEN,
Hebt lief elckandren, doet bystandtGa naar margenoot+
Waer dat ghy meucht den Christen leden,Ga naar margenoot+
Neemt den ellenden by der handt,Ga naar margenoot+
Leyt doch voor al te recht de blinden,Ga naar margenoot+
Gaet ghy wel voor den smallen ganck,Ga naar margenoot+
Tot datse oock 'tghesichte vinden,Ga naar margenoot+
Godt daer voor segghen lof en danck.
'TWORT VAN MY uyt jonst geradenGa naar margenoot+
Maer Godt, die goedich is voorwaer,Ga naar margenoot+
Wilt in u wercken uyt ghenaden,Ga naar margenoot+
Ghy Christen hoop, ghy cleyne schaer,
Het zy des Vaders welbehaghen,
V te gheven sijn eeuwich Rijck,
Dat ghy namaels de Croon meucht draghen,Ga naar margenoot+
Gods Enghelen worden ghelijck.Ga naar margenoot+
Laet daer naer staen al u verlanghenGa naar margenoot+
En u begheeren dach en nacht,Ga naar margenoot+
Neemt waer, dat u leven en ganghenGa naar margenoot+
Alsoo te recht worden volbracht,Ga naar margenoot+
Rust niet, tot ghy dit doet bevinden,Ga naar margenoot+
'Thuys doch soo bout, dat mach bestaenGa naar margenoot+
Want hier comen seer stercke windenGa naar margenoot+
Die't seer sullen bestormen gaen.Ga naar margenoot+
Keert u aensicht van der eerden,Ga naar margenoot+
Laet dat ten Hemel zijn ghestelt,Ga naar margenoot+
Om de Croon vrolijck te aenveerden,Ga naar margenoot+
Cloecklijc doet om 'tRijck Gods gheweltGa naar margenoot+
| |
[Folio Ii4v]
| |
Ga naar margenoot+Kent al 'tsichtbaer ydel te wesen,
Ga naar margenoot+'Tvergaet als roock, en comt ten ent,
Ga naar margenoot+Maer die nu Godt dienen met vresen,
Ga naar margenoot+Gaen met Christo in 'sHemels Tent.
Ga naar margenoot+GHEBEDEN doet om dit t'ontfangen
Ga naar margenoot+Van hem, die 'tovervloedich gheeft,
Ga naar margenoot+Hem die daer nae seer doet verlanghen,
En een herten begeerte heeft,
Ga naar margenoot+Rijck is hy bereyt te ontfarmen,
Ga naar margenoot+Weest hem bevolen over al,
Ga naar margenoot+Hy wil ons nemen in sijn armen,
Ga naar margenoot+Versamen by sijn lief ghetal.
|
|