Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– Auteursrechtvrijop de wyse: Ick heb die groene strate.
Ga naar margenoot+NV wy hier moeten scheyden,
Van een op dit termijn, Gods Geest wil
ons geleyden, En ons berader zijn.
En als wy dan na desen,
Ghescheyden zijn van een, Soo laet ons doch
Godt vresen, Int leven al ghemeen.
En houden in ghedachten,
Het lieffelijck vermaen,
| |
[Folio Bb5r]
| |
En neerstelijck betrachten,
Dat wy hebben verstaen.
Souden wy gaen verghetenGa naar margenoot+
Dat hier nu is gheschiet, Wat soud' ons dan het weten
Baten? met allen niet.
Ghenuechde die wy vaten,
Deur ons liefs Heeren woordt, Ist dat wy
hem verlaten, Wat salt ons helpen voort.
En daerom houdt in hoede,
Dees deuchden allegaer, Die ons nu zijn te goede,
Voortbrocht int openbaer.
'Tmoet nu ghescheyden wesen
Ten is ons geen jolijt, Adieu vrienden ghepresen,
Tot op een ander tijdt.
Ons bycomst moet gheschieden,
Met vreucht alst Godt behaeght Adieu ghy
lieve lieden, V doch vromelijck draeght.
Nu wy met den lichameGa naar margenoot+
Scheyden, laet u ghemoet By ons blyvenGa naar margenoot+
bequame, D'ons' blijft oock by u soet.
Int lest deur het ontfincken,
Zijnde in u ghebedt,Ga naar margenoot+
So wilt onser gedincken
Vyerichlijck onbelet.
Scheyden doet ons nu truyren,
Het schijnt ons heel onsacht, Adieu tot deser uyren,
Godt gheef u goeden nacht.
|
|