Het groote liede-boeck
(1625)–Leenaert Clock– Auteursrechtvrijop de wyse van den 37. Psalm: Vertoont u niet, ghy vroomer Christ.Singht met aendacht // want ick't onghelacht.
Eerst heb ghesonghen,
Dat ick bemin // heeft dit mynen zin
Dus deurghedronghen.
LEeft vreedsaem, sprack Christus de Heer
Ga naar margenoot+Tot synen uytvercoren, Beminde, neemt
dit voor een leer, Wilt sijn stem geerne hooren,
Ga naar margenoot+Dits u gheseyt // voor een afscheyt,
Ga naar margenoot+Van my, wilt het bewaren:
Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,
Ga naar margenoot+Tot wy met vreuchd' vergaren.
| |
[Folio V1r]
| |
Een herten-wee my over quam,Ga naar margenoot+
(Int scheyden) boven maten, Doe ick van u
mijn afscheyt nam V aengaens moest verlaten:
Mijn hert was bangh // gheduyrich langh,
Ten is noch niet versleten:Ga naar margenoot+
Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,
Hoe soud' ick u vergeten.
NAER T'wesen Christi u doch hout,Ga naar margenoot+
Alsoo ghy hebt ontfanghen,
Op 'tfondament te recht ghebout,Ga naar margenoot+
Blijft doch in Christi ganghen:Ga naar margenoot+
Dits mynen raet // nu het hier gaet,Ga naar margenoot+
Aen een scheyden seer truyrich,Ga naar margenoot+
Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,
Tot aen mijn eynd' gheduyrich.
Kenlijck is het, en openbaer,
Hoe vreed'saem wy te samen,
Hebben gheleeft voor ende naer
Met Christelijcken betamen,
Als kinder Gods // lieflijck goets moets,
Dus deed' my wee het scheyden:Ga naar margenoot+
Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,Ga naar margenoot+
Om Gods Lof te verbreyden.
Liefste vrienden, menighen traen
Is my om u ontvallen,
Dit heeft de liefd' t'uwaerts ghedaen,Ga naar margenoot+
Ghy blijft oock met u allen,Ga naar margenoot+
Dach ende nacht // in mijn ghedacht,Ga naar margenoot+
De Heer wil u behoeden,
Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,Ga naar margenoot+
Wilt doch tot deuchden spoeden.Ga naar margenoot+
En ghy Vaders wilt dapper zijnGa naar margenoot+
Gods ghemeynte versorghen,Ga naar margenoot+
Die u nu is bevolen fijn,
Op dat ghy onverborghen,Ga naar margenoot+
Der eeren Croon // tot eenen loon,
| |
[Folio V1v]
| |
Op u hoofden meucht draghen:
Ga naar margenoot+Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,
'Tis om Gods welbehaghen.
Ga naar margenoot+Cloecklijck weest onderdanich voort
Ghy Ionghen al met namen,
Ga naar margenoot+In d'eendrachtich Christlijck accoort,
Elck wil na 'tbeste ramen,
Ga naar margenoot+Ghy jonghe jeucht // hebt doch u vreucht,
Ga naar margenoot+Steets in de Wet des Heeren,
Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,
Leeft doch na Gods begheeren.
Ga naar margenoot+Kent doch hier aen mijns herten gront,
Met tranen ist ghesonghen, Blijft in de Heere
doch ghesont, Ghy ouden en ghy Ionghen,
Ga naar margenoot+Wacht u van twist // voor 'tSatans list,
Ga naar margenoot+Wil u de Heer bevryden,
Ga naar margenoot+Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,
Tot een eeuwich verblyden.
Ghelooft zy Godt om dees sijn daet,
Die hy bewijst soo crachtich,
Ga naar margenoot+Als ghy tot den ghebede gaet,
Ga naar margenoot+Soo weest myner ghedachtich,
Int ghebedt reyn // dat Godt alleyn,
My wil wesen beradich,
Ga naar margenoot+Al scheyd' ick nu // 'thert blijft by u,
Ga naar margenoot+Godt zy met u ghenadich.
|
|