De gave der broederschap.
13.1.1833
‘Verkwikkelijk was de avondure van gister; over de gave der broederschap voege de Heere eenen vruchtbaren zegen, ook als zij onzen noodlijdenden zal zijn toegereikt geworden. Dat onze hooggespannen verwachting niet gantsch vervuld werd (sanguine hope zeggen de Engelschen) was wederom bij de overdenking goed en gezegend. De Heere bemint in alles het kleine en nederige - groot en overvloedig te maken, in Zijne heerlijkheid.’