Hij, wiens wij zijn, zal ons niet begeven.
5.5.1826
‘Ik verheug mij dat mijne HymneGa naar voetnoot1) U eenigszins tot opbeuring heeft kunnen zijn, maar nog oneindig meer in de stemming Uwes harten tot geloof en vertrouwen voor tijd en eeuwigheid in den Gezegenden God met ons. Hij, Wiens wij zijn zal ons niet begeven, noch verlaten, zoolang wij eerst Hem zelven en Zijn Koninkrijk zoeken, wetende dat alle dingen ons worden toegeworpen. Dat ondervindt Gij. Ik aanbid de wegen Gods met U, in alle die bestieringen, waardoor Gij U thands (wel niet zonder eenige moeilijkheden; want ook deze zijn noodig) in rust en kalmte bevindt, wachtende wat 't den Heer behagen zal verder over U te beschikken.’